Hoofdstuk 7. Het procesrecht (deel 2)

Hoofdstuk 7.
Het procesrecht
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7.
Het procesrecht

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Procedures 
Competentieregels : welk rechterlijk college mag een zaak behandelen qua onderwerp en qua plaats

  1. Absolute competentie : Welke rechter mag een zaak qua inhoud voor het eerst behandelen (rechtszaak in eerste aanleg) 
  2. Relatieve competentie : Bij welke van de elf rechtbanken in Nederland meot de zaak worden aangebracht

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Procedures in het recht zijn :
A
Formeel recht
B
Materieel recht

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Absolute competentie
Kantonrechter
Behandelt zaken over overtredingen. Dit zijn de minder zware verboden gedragingen (strafbare feiten)

Lees art. 453 Sr

Is dit materieel of formeel recht ?

Slide 8 - Tekstslide

Een procedure in het Strafrecht
Alle strafzaken gaan in eerste aanleg naar een van de elf rechtbanken in ons land. 
In het strafrecht kan een zaak behandeld worden door de volgende colleges bij de rechtbank : 

  • Door de kantonrechter
  • Door de politierechter
  • Door de meervoudige strafkamer

Slide 9 - Tekstslide

Absolute competentie
Politierechter
  • Spreekt recht bij misdrijven
  • Bevoegd bij zaken waarbij een gevangenisstraf staat van ten hoogste 1 jaar. 

Lees art. 368 Sv

Is dit materieel of formeel recht ?

Slide 10 - Tekstslide

Absolute competentie
Meervoudige strafkamer
  • Spreekt recht bij alle overige strafzaken
  • Bestaat uit tenminste 3 rechters 


Slide 11 - Tekstslide

Relatieve competentie
Bij welke van de elf rechtbanken moet de zaak worden aangebracht.
Uitgangspunten : 
  1. De woonplaats van de verdachte
  2. De plaats waar het verdachte strafbare feit is gepleegd

Slide 12 - Tekstslide

Strafzaak in eerste aanleg
3 stappen in een eenvoudige strafzaak :
  1. Dagvaarding
  2. Zitting
  3. Vonnis

Procespartijen : Officier van Justitie, verdachte en advocaat van de verdachte.
Tijdens de zitting heeft iedereen een vast plek

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Strafzaak in eerste aanleg
  • Slachtoffer wordt ook uitgenodigd tijdens de zitting en heeft spreekrecht.
  • Als benadeelde partij kan hij schadevergoeding eisen

Binnen 2 weken doet de rechter een uitspraak :
  • Vrijspraak
  • Vervolging
  • OVAR
  • Voorwaardelijke straf

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen de uitspraak Vrijspraak en OVAR?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Een procedure in het Burgerlijk recht
Absolute competentie
Kantonrechter 
  • voor zaken tot een bedrag van € 25.000,00 
  • Huur- arbeids- en consumentenkoopzaken
Art 93 Rv, opsomming van zaken die de Kantonrechter behandelt

Civiele rechter 
  • Alle andere zaken zoals bijvoorbeeld familierecht zoals echtscheidingen


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Een procedure in het Burgerlijk recht
Relatieve competentie
  • Bevoegd is de rechtbank van de woonplaats van de gedaagde 
  • art. 99 Rv

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Burgerlijke rechtszaak in eerste aanleg

Dagvaardingsprocedure
eiser-gedaagde
In de dagvaarding staat meningsverschil en eis 
De gedaagde mag schriftelijk reageren 
Mondelinge toelichting tijdens de comparitie
= zitting bij de rechter
Uitspraak rechter heet vonnis 

Slide 25 - Tekstslide

Het burgerlijk procesrecht is hier van toepassing :
A
Jan moet voorkomen omdat hij in zijn auto door rood licht is gereden
B
de nieuwe laptop van Ans is kapot. Ans vordert in een procedure tegen de verkoper een nieuwe laptop
C
de gemeente weigert de vergunning voor de kermis. De kermis tekent bezwaar aan
D
Femke krijgt een boete omdat zij tijdens het fietsen haar mobiele telefoon gebruikt

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Burgerlijke rechtszaak in eerste aanleg

Verzoekschriftprocedure
verzoeker - verweerder
In het verzoekschrift : wat je wil van de rechter
en op welke feiten en regels je je verzoek baseert
De gedaagde mag verweerschrift 
Mondelinge behandeling
Uitspraak rechter heet beschikking
LET OP !! Andere regels relatieve competentie 

 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Dagvaardingsprocedure
Een dagvaardingsprocedure wordt gebruikt bij geschillen tussen partijen (contentieuze zaken), zoals contractbreuken, schadeclaims of arbeidsconflicten.

Start: De eiser stuurt een dagvaarding naar de gedaagde. Dit is een oproep om voor de rechter te verschijnen.
Behandeling: Er volgt een schriftelijke ronde en eventueel een zitting waarin beide partijen hun standpunten toelichten.
Uitspraak:
 De rechter doet een vonnis, waarin een beslissing wordt genomen over wie in het gelijk staat.

Slide 30 - Tekstslide

Verzoekschriftprocedure
Een verzoekschriftprocedure wordt gebruikt bij zaken waarbij geen direct conflict is, maar wel een rechterlijke beslissing nodig is (voluntaristische zaken), zoals echtscheidingen, voogdij, naamswijziging of faillissementen.

Start: De verzoeker dient een verzoekschrift in bij de rechtbank.
Behandeling: Andere belanghebbenden kunnen een verweerschrift indienen. Soms is er een zitting, maar niet altijd.
Uitspraak: De rechter geeft een beschikking, een beslissing zonder winnaar of verliezer.

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht 
1. Zoek 3 voorbeelden van een rechtszaak met een dagvaardingsprocedure

2. Zoek 3 voorbeelden van een rechtszaak met een verzoekschriftprocedure

Slide 32 - Tekstslide

Kort samengevat:

Dagvaardingsprocedure → bij conflicten tussen partijen → eindigt in een vonnis.

Verzoekschriftprocedure → bij verzoeken om een rechterlijke beslissing zonder direct conflict → eindigt in een beschikking.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Een procedure in het Bestuursrecht
  • Kenmerkend is de bezwaarschriftprocedure
  • Bezwaar maken = een brief schrijven aan een bestuursorgaan waarin je aangeeft dat je het oneens bent met de beslissing
  • Het bestuursorgaan is verplicht om te reageren 
  • Bezwaarschriftprocedure wordt ook wel voorprocedure genoemd

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Een procedure in het Bestuursrecht
Absolute competentie 
Sector bestuursrecht bij de rechtbank
Als je het niet eens bent met de reactie op het bezwaar
Rechter bepaalt of het besluit van de overheid juist is genomen

Relatieve competentie
Lokale/regionale bestuursorganen: vestigingsplaats van het bestuursorgaan
Landelijke bestuursorganen: woonplaats van de burger is leidend

Slide 37 - Tekstslide

Bestuursrechtzaak in eerste aanleg
  • Bij een bestuurszaak altijd eerst een bezwaarschrift
  • Moet binnen 6 weken worden ingediend
  • Blijft bestuursorgaan bij zijn besluit dan binnen 
       6 weken in beroep bij de rechtbank
  • Beslissing heet beschikking   

Slide 38 - Tekstslide

Bestuursrechtelijke procedure
Primaire besluitvorming

Een bestuursorgaan neemt een besluit (bijvoorbeeld een vergunning of een boete).
Bezwaarprocedure (bij het bestuursorgaan zelf)

Indienen bezwaar: Binnen 6 weken na de bekendmaking van het besluit.
Horen van belanghebbende(n): In veel gevallen krijgt de indiener de kans om mondeling toelichting te geven.
Beslissing op bezwaar: Het bestuursorgaan heroverweegt het besluit en neemt binnen 6 weken (met mogelijkheid tot verlenging) een beslissing.

Slide 39 - Tekstslide

Bestuursrechtelijke procedure
Beroepsprocedure (bij de bestuursrechter)
Indienen beroep: Binnen 6 weken na de beslissing op bezwaar bij de rechtbank, sector bestuursrecht.
Zitting: De rechtbank behandelt de zaak en hoort beide partijen.
Uitspraak: De rechter doet een uitspraak (bijvoorbeeld het besluit vernietigen of in stand laten).
Hoger beroep (bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Centrale Raad van Beroep of College van Beroep voor het bedrijfsleven, afhankelijk van de zaak)

Indienen hoger beroep: Binnen 6 weken na de uitspraak van de rechtbank.
Behandeling:  Hogerberoepsinstantie toetst de uitspraak van de rechtbank.

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Rechtsmiddelen
  • Verzet: tegen vonnis waar hij niet bij aanwezig was. Is een voortzetting van de eerste procedure waar hij niet bij aanwezig was

  • Hoger Beroep: binnen bepaalde termijn van de rechtbank. Binnen de termijn van het hoger beroep hoeft de uitspraak van de rechter nog niet te worden uitgevoerd, Appel-appellant-geïntimideerde, is niet gebonden aan eerdere uitspraak, uitspraak heet arrest

Slide 44 - Tekstslide

Rechtsmiddelen
  • Cassatie: Hoge raad behandelt de zaak niet opnieuw, kan alleen bij strafrecht, burgerlijk recht en bij belastingzaken, dus niet bij andere bestuurszaken, uitspraak heet arrest

De rechter beoordeelt alleen juridische - technische kwesties!

Als de uitspraak van de lagere rechter wordt vernietigd doet de Hoge Raad zelf uitspraak. Komen er nieuwe feiten aan het licht dan verwijzen zij door naar een gerechtshof.  

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Kort geding
  • Rechter bepaalt of een zaak in aanmerking komt
  • Is spoedprocedure
  • De eiser moet via zijn advocaat verschijnen in het geding
  • De gedaagde mag zelf komen of een gemachtigde meenemen 

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide