hoofdletters 2e klas

Spelling

hoofdletters
en
leestekens
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Spelling

hoofdletters
en
leestekens

Slide 1 - Tekstslide

oelen hoofdletters

  • Je weet wanneer je een hoofdletter moet gebruiken.
  • Je weet wanneer je géén hoofdletter moet gebruiken. 
  • Je kunt uitleggen, met behulp van de regels, wanneer je wel/geen hoofdletter moet gebruiken. 

Slide 2 - Tekstslide

quiz over hoofdletters

Slide 3 - Tekstslide

Met of zonder hoofdletter?
A
Pinksteren
B
pinksteren
C

Slide 4 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletters?
A
havo
B
HAVO

Slide 5 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
aardrijkskunde
B
Aardrijkskunde

Slide 6 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Marianne Van Dijken
B
mevrouw Van Dijken
C
mevrouw van Dijken
D
mevrouw Van Dijken-van der Graaf

Slide 7 - Quizvraag

Wat is juist?
A
mevrouw Van Dijken-Van der Graaf
B
mevrouw M.L. Van Dijken
C
mevrouw M.L. van Dijken
D
(feestje in) huize Van Dijken

Slide 8 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
de volkskrant
B
de Volkskrant

Slide 9 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
maandag
B
Maandag

Slide 10 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
December
B
december

Slide 11 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
vmbo
B
VMBO

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer een hoofdletter?
  • Begin van een zin
  • Bij (aardrijkskundige) namen
  • Officiële feestdagen
  • Historische gebeurtenissen
  • Instellingen of bedrijven

Slide 13 - Tekstslide

bij aardrijkskundige namen
  • landen, plaatsnamen, rivieren, bergen, hemellichamen
    => ook afleidingen
    Zuid-Afrika   /   Zuid-Afrikaans
    Middellandse Zee   /   Middellandse Zeegebied

Slide 14 - Tekstslide

bij namen
  • mevrouw De Vries
  • mevrouw M. de Vries
  • Miep de Vries
  • mevrouw De Vries-van der Kist
=> Hoe zit dit?

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer geen hoofdletter?
  • dagen
  • maanden
  • seizoenen
  • windstreken

Slide 16 - Tekstslide

Pasen / paasviering
  • Pasen
    religieuze feesten
  • paasviering
    afleidingen van die religieuze feesten
  • Kerstmis <=> kerstvakantie

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wie was dat?
Bij brailleschrift denk je aan ----->

en niet aan de meneer die het heeft ontwikkeld.
Daarom een kleine letter.
Zie ook: een fles bordeaux uit Frankrijk / de streek Bordeaux

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de juiste spelling?
A
engelse drop
B
Engelse drop

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
jarik de boer
B
Jarik De Boer
C
Jarik de Boer
D
jarik De Boer

Slide 21 - Quizvraag

Hoe schrijf je deze naam goed?
mevrouw h. de jong

Slide 22 - Open vraag

mevrouw H. de Jong
mevrouw De Jong

(de eerste letter van een naam schrijf je met hoofdletter => mevrouw H. de Jong, ze staat onder de 'J' in het telefoonboek )
Let dus op het verschil

Slide 23 - Tekstslide

Welke is goed?
A
meneer van der Wal
B
meneer Van Der Wal
C
meneer Van der Wal
D
meneer Van der wal

Slide 24 - Quizvraag

Hoe zit dat? 
Hoofdletters in namen 

  • persoonsnamen beginnen met een hoofdletter, zoals in: Joost
  • Als er een voorletter of voornaam bij staat, schrijf je voorvoegsels met kleine letters: Joost van der Wal, de heer J. van der Wal, mevrouw K. van der Wal-ten Napel
  • staat er een aanspreekvorm voor (zoals meneer, dokter)schrijf je het eerste voorvoegsel met een hoofdletter:
de heer Van der Wal
mevrouw Van der Wal-ten Napel


Slide 25 - Tekstslide

Welke is goed?
A
😉 is een veelgebruikte emoticon.
B
😉 Is een veelgebruikte emoticon.

Slide 26 - Quizvraag

Hoe zit dat?
Hoofdletters aan het begin van de zin.
In principe begint elke zin met een hoofdletter. Twee uitzonderingen:

  1. Begint de zin met een apostrof, dan krijgt het tweede woord een hoofdletter.
    ‘s Ochtends om 8.15 moesten we ons op het veld verzamelen.
  2. Begint de zin met een symbool of cijfer, dan volgt er geen beginhoofdletter.
    5 mensen waren afwezig bij de les in TEAMS.
    # betekent hashtag. 

Slide 27 - Tekstslide

Welke is goed?
A
Ik woon in het Zuiden van Amsterdam-zuid.
B
Ik woon in het zuiden van Amsterdam-Zuid.
C
Ik woon in het Zuiden van amsterdam-zuid.
D
Ik woon in het Zuiden van Amsterdam-Zuid.

Slide 28 - Quizvraag

Hoe zit dat? Hoofdletters in windrichtingen.

Namen van windrichtingen schrijf je niet met een hoofdletter, tenzij ze deel uitmaken van een aardrijkskundige aanduiding.
Dus: zuiden
en Zuid-Afrika

Slide 29 - Tekstslide

Welke is goed?
A
Met Pinksteren ben je vrij op maandag: Pinkstermaandag
B
Met pinksteren ben je vrij op maandag: Pinkstermaandag
C
Met pinksteren ben je vrij op maandag: pinkstermaandag
D
Met Pinksteren ben je vrij op maandag: pinkstermaandag

Slide 30 - Quizvraag

Hoe zit dat? Hoofdletter bij religieuze feesten

Namen van (religieuze) feestdagen schrijf je met een hoofdletter: Pasen, Suikerfeest, Moederdag, Kerstmis.
Bij samenstellingen met religieuze feesten / afleidingen schrijf je geen hoofdletter: paasmaandag, eerste kerstdag , kerst

Slide 31 - Tekstslide