8-4 A1

Welkom bij de les Nederlands!
  • Telefoons omgedraaid op tafel
  • Pak je spullen erbij
  • Notitiepagina (module of schrift)
  • Pen

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij de les Nederlands!
  • Telefoons omgedraaid op tafel
  • Pak je spullen erbij
  • Notitiepagina (module of schrift)
  • Pen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Uitleg grammatica H5
  • Bijwoordelijke bepaling
  • Bijwoord

Tips presentaties

Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Doel uitleg:
Je weet na de uitleg:
- hoe je bij het zinsontleden de bijwoordelijke bepaling kunt vinden.
- hoe je bij het woordbenoemen het bijwoord kunt vinden.




Slide 3 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer.....?

Slide 4 - Tekstslide

Zinsontleden
Pak pen en papier. Ontleed deze zin:

Bij aankomst hebben we onze auto op een enorm plein geparkeerd.

* Persoonsvorm (PV)        * Lijdend voorwerp (LV)
* Zinsdelen                           * Meewerkend voorwerp (MV)
* Onderwerp (O)
* wwr of nwr





timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Zinsontleden

Bij aankomst | hebben | we | onze auto | op een enorm plein | geparkeerd.
?                             PV              O        LV                        ?                                      WWR


Op welke vragen geven de overgebleven zinsdelen
antwoord?




Slide 6 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt, noem je bwb.

Slide 7 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling
Geeft antwoord op de volgende vragen:
waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.

Alle vragen behalve wie of wat!

Slide 8 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling
Soms helpen de vragen niet. BWB's blijven dan vanzelf over. Ook opvulwoordjes zijn bwb:

Niet
Ook
Wel

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen

Pak je telefoon erbij!




Slide 10 - Tekstslide

Gisteren heeft de directeur een lezing gehouden.
gisteren =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de bijwoordelijke bepaling in de volgende zin?
In Den Haag heb ik een nieuwe stropdas gekocht.

Slide 12 - Open vraag

Vandaag hebben we pizza gegeten.
we =
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 13 - Quizvraag

Waarom wil mijn oma altijd een zoen hebben?
altijd=
A
Ondewerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 14 - Quizvraag

Waarom wil mijn oma altijd een zoen hebben?
waarom=
A
Persoonsvorm
B
Onderwerp
C
Lijdend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 15 - Quizvraag

Chris loopt volgend jaar in New York de marathon.
Wat is in deze zin de BWB?

Slide 16 - Open vraag

Extra uitdagende vraag!

Slide 17 - Tekstslide

Maak een zin met de volgende onderdelen:
PV - ond - wwr - lv - 3x bwb

Slide 18 - Open vraag

Extra uitdagende vraag!
Gisteren | hebben | we | in Arnhem | Vitesse | overtuigend | verslagen.
bwb             pv                o         bwb               lv                bwb                      wwr

Slide 19 - Tekstslide

En dan nu... woordbenoemen!

Slide 20 - Tekstslide

Bijwoord

Slide 21 - Woordweb

Bijwoord (bw)
Een bijwoord zegt iets over:
- een werkwoord; De acteur / speelt / goed
- een bijvoeglijk naamwoord; Hij / is / een zeer goede acteur
- een ander bijwoord; Hij  /speelt / heel goed

Bij zinsontleding bwb? Dan bij woordbenoemen bijwoord!

Veel voorkomende woorden zijn: altijd, plotseling, nergens, ergens, waar, ook, wel, eigenlijk, nooit, misschien, waarschijnlijk, hopelijk, niet, toch, etc..  

Slide 22 - Tekstslide

Verschil tussen bv of bw:
BV:                                                                     BW:
- hoort bij een zn                                        - hoort NIET bij een zn.
- kan van vorm veranderen:                  - verandert NOOIT van vorm.
(goed - goede / mooi-mooie)

Slide 23 - Tekstslide

Waarom moet je het verschil weten tussen en bw en een bv?
In alle talen komen wel bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden voor.
In het Engels worden veel bijwoorden gevormd met het achtervoegsel -ly (soft - softly).
In het Frans wordt -ment achter een bijvoeglijk naamwoord geplaatst: poli - poliment

Slide 24 - Tekstslide

Wat is het bijwoord in deze zin?

'Intouchables' vind ik een bijzonder mooie film.
A
mooie
B
bijzonder
C
film
D
er zit geen bijwoord in deze zin

Slide 25 - Quizvraag

Is 'prachtig' in deze zin
een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord?
Julia kan prachtig zingen.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord

Slide 26 - Quizvraag

Lieke kijkt heel ernstig.
'Ernstig' is een...
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
voorzetsel
D
bijwoord

Slide 27 - Quizvraag

Zoek het bijwoord:
Plotseling bewoog hij!
A
bewoog
B
hij
C
plotseling
D
!

Slide 28 - Quizvraag

Hij heeft echt niet gesport.

Wat is 'niet'?
A
bijwoord
B
zelfst.nw
C
tussenwerpsel

Slide 29 - Quizvraag

Wat is in deze zin het bijwoord?
Daar woont de chirurg.
A
woont
B
de
C
daar
D
geen bijwoord

Slide 30 - Quizvraag

Maak een zin met:
pers. vnw, ww, lw, zn, bw, bijvnw, zn

Slide 31 - Open vraag

Aan de slag!
  • Grammatica:
     
    H5: opdr. 1 t/m 7
  • Leesvaardigheid:
     
    Afronden tot en met hoofdstuk 5 (alle opdrachten!) 
  • Spreekvaardigheid:
     
    Werk aan groepsopdracht en presentatie
  • Spelling:
     
    Werken aan H5 
  • Leesdossieropdracht 3

Slide 32 - Tekstslide

Afsluiting les
  • Woensdag:
Uitleg Spelling
Schrijftoets evalueren
Portfolio bijwerken
Waar staat iedereen?

Nu:
Post-it plakken
Planning presentaties

Slide 33 - Tekstslide

Post-it plakken!
Schrijf op een post-it:

  • Wat je hebt geleerd deze les;
  • Wat goed ging;
  • Wat beter kan.

Plak de post-it op het raam van de deur!

Slide 34 - Tekstslide

Planning presentaties

Week 19
Maandag 6 mei:
Sem – Fenne – Anne - Rens
Woensdag 10 mei: 
Lizz – Abel – Jelle - Mirte
Week 21
Maandag 20 mei: 
Jop - Brenn- Roos - Anouk H.
  
Week 22
Maandag 27 mei: 
Marieke – Anouk – Manar - Victoria
Woensdag 29 mei: 
Sjoerd-Tim -Mats
Fabian – Finn - Dirk
Week 23
Maandag 3 juni: Dominic - Stefan - Carlijn - Noa
Week 24 
Woensdag 12 juni: 
Sep – Quinten – Raf

Slide 35 - Tekstslide