H5 energie opslaan en gebruiken les 3

Herhaling 5.1 en 5.2
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 5.1 en 5.2

Slide 1 - Tekstslide

Glucose wordt omgezet in Glycogeen en opgeslagen in de lever, waar wordt glycogeen nog meer opgeslagen?
A
In spieren
B
In je hart
C
In je longen

Slide 2 - Quizvraag

                             Weet je het nog?
Welke van de 6 voedingsstoffen geven je energie?
geeft energie
geeft geen energie
vetten
koolhydraten
vitamines
eiwitten
mineralen
water

Slide 3 - Sleepvraag

wat is ATP
A
een enzym dat betrokken is bij de aerobe dissimilatie
B
een receptor die de cel aanzet tot de verbranding van meer glucose
C
een chemische energiedrager voor de meeste processen in de cel

Slide 4 - Quizvraag

Waarom slaat je lichaam de meeste reserve-energie niet op als koolhydraat maar als vet?
A
Omdat vet makkelijker te verbranden is
B
Omdat vet makkelijker te maken is
C
Omdat vet makkelijker verteerbaar is
D
Omdat vet per gram meer energie bevat

Slide 5 - Quizvraag

Verschil tussen aerobe en anaerobe dissimilatie. Welke is juist?
A
Aeroob is met zuurstof Anaeroob is zonder
B
Aeroob is zonder zuurstof Anaeroob is met
C
Aeroob is met glucose Anaeroob is zonder
D
Aeroob is zonder glucose Anaeroob is met

Slide 6 - Quizvraag

Wat levert het meeste energie op wanneer 1 glucose-molecuul wordt verbrand?
A
Anaerobe dissimilatie
B
Aerobe dissimilatie

Slide 7 - Quizvraag

Dus... welke vorm van dissimilatie gebruikt de meeste glucose moleculen om een bepaalde hoeveelheid energie (ATP) te produceren?
A
Anaerobe dissimilatie
B
Aerobe dissimilatie

Slide 8 - Quizvraag

Let op: strikvragen over ATP
Deze weet je alleen als je de stof echt goed begrepen hebt.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe komt je cel aan ATP?
A
Glucose wordt omgezet in ATP in de mitochondriën
B
Glucose wordt omgezet in P, en die wordt aan ADP gekoppeld
C
Glucose wordt eerst gedissimileerd, en dan wordt glucose omgezet in ATP
D
Glucose wordt gedissimileerd en met de energie daarvan wordt P gekoppeld aan ADP.

Slide 10 - Quizvraag

Veel gemaakte fout
Glucose wordt bij de aerobe dissimilatie omgezet in H2O en CO2. En niet in ATP. (ken je reactievergelijkingen!)
ADP en P worden omgezet in ATP. 
Dus: glucose wordt gedissimileerd en met de energie daarvan wordt P gekoppeld aan ADP.

Slide 11 - Tekstslide

Wat doet je cel met ATP?
A
ATP wordt omgezet in ADP en P. Hierbij komt energie vrij.
B
ATP wordt omgezet in ADP en P. Daarvan wordt alles in de cel gemaakt.
C
ATP wordt omgezet in ADP en drie P, hierbij komt energie vrij.
D
ATP is de motor achter alle processen in de cel

Slide 12 - Quizvraag

Niet alle processen in de cel gebruiken energie.
Dus D is niet goed. Bijvoorbeeld:  passief transport kost geen energie. Of het afbreken van overtollige eiwitten of RNA.

Slide 13 - Tekstslide

De aerobe dissimilatie kan niet plaatsvinden als...
A
een cel geen mitochondriën heeft
B
een cel geen zuurstof heeft
C
een cel melkzuur heeft gemaakt
D
een cel buiten het lichaam is

Slide 14 - Quizvraag

Aerobe dissimilatie zonder mitochondriën?
Ja dat kan. Als je een aerobe bacterie bent. 
Bacteriën hebben geen organellen. Dus ook geen mitochondriën. Maar veel soorten hebben wel eiwitten die ook in de mitochondriën te vinden zijn.

Slide 15 - Tekstslide

5.3
anaerobe dissimilatie bij micro-organismen
(maar ze kunnen vaak ook gewoon aerobe dissimilatie)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide