B1H - 2V+ - par. 5 + 1e gedeelte par. 6 - bacteriën kweken

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 4: ordening 

B1H - paragraaf 5 + 1e gedeelte paragraaf 6 

Bij het klassikale gedeelte graag de webcams aan! :) 

Programma 

• Lesdoelen vorige en deze les + korte herhaling vorige les
• Checken HW + nakijken par. 3 en 4  
• Opdracht verwerking paragraaf 5 + zelfstandig werken
• Uitleg 1e gedeelte paragraaf 6
• Zelfstandig werken
• Les afsluiten 

Lesdoelen 

• Vorige les:  Je moet kenmerken van schimmels kunnen noemen. Ook moet je kunnen beschrijven welke rol schimmels spelen voor de mens.  
  
  
• Deze les: je moet het plantenrijk kunnen indelen in drie stammen. Van elke stam moet je kenmerken en voorbeelden kunnen noemen.
  
  
• Deze les: je moet aan de hand van symmetrie en het skelet dieren kunnen indelen in het dierenrijk. 

Nakijken opdr. par. 3 en 4

• Paragraaf 4.3: opdracht 1 t/m 3
  
• Paragraaf 4.4: opdracht 1, 2, 4 en 6

Samenvatting plantenrijk  maken

• Maak een tabel met vier kolommen: Stam - Kenmerken
    - Voortplanting en Voorbeelden

• Vul deze vier kolommen voor de drie stammen
  (dik gedrukte kopjes in je boek)
• Bij de kenmerken schrijf je op of de planten wel/geen wortels, bladeren, stengels en bloemen hebben
• Bij voortplanting: de manier van voortplanten - noteer bij de sporenplanten waar de sporen worden gevormd per type plant
• Bij voorbeelden schrijf je de voorbeeldplanten op die in het boek staan
• Maak een aparte tabel voor de bedekt- en naaktzadige met hun kenmerken

Ben je klaar? Ga dan opdracht 1, 3, 4 en 7 van paragraaf 5 in Learnbeat maken. 

Vervolgens van paragraaf 2.5 opdracht 1, 3, 4 en 7 maken. 

Paragraaf 6: Het rijk van de dieren

Twee kenmerken belangrijk bij de indeling:

• Symmetrie
• Skelet 

Symmetrie 

• Symmetrisch: twee helften zijn elkaars = spiegelbeeld 
  
• Tweezijdig symmetrisch: slechts op 1 manier in twee helften te verdelen
  
• Veelzijdig symmetrisch: op meerdere manieren in twee gelijke helften te verdelen
  
• Niet-symmetrisch: niet in twee helften te verdelen
  

Skelet

• Skelet: de stevige delen van een dier
  
• Uitwendig skelet: het skelet zit aan de buitenkant. Bijvoorbeeld bij een mossel (schelp), slak (huisje) of lieveheersbeestje (pantser).
  
• Inwendig skelet: Skelet binnen in het lichaam. Bijvoorbeeld bij spons (stevige vezels van hoornstof), zeekat (inwendige schelp) en mens (botten)
  

Zelfstandig werken 

• Je maakt van paragraaf 2.5: opdracht 1, 3, 4 en 7 en van paragraaf 2.6: opdracht 2, 7, 8, 9 en 10 
• Je werkt voor jezelf, maar mag zachtjes overleggen 
• Klaar? Kijk de opdrachten na. 

Huiswerk donderdag 14 januari 

• Paragraaf 4.5: opdracht 1, 3, 4 en 7
• Paragraaf 4.6: opdracht 2, 7, 8, 9 en 10