In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Het rijk van dieren - B2E
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Toets een week verplaatst
Huiswerkcontrole
Quiz herhaling stof tot nu toe
Uitleg paragraaf 5
Zelfstandig werken
Bekijken bacteriën
Slide 2 - Tekstslide
Huiswerkcontrole
Opdrachten van paragraaf 3 en 4 in Learnbeat + samenvatting paragraaf 4
Slide 3 - Tekstslide
Bij een bepaald rijk hebben de organismen de volgende kenmerken: - om de cellen bevinden zich celwanden - in elke cel bevindt zich een kern - in de cellen komen geen bladgroenkorrels voor. Bij welk rijk hebben de organismen deze kenmerken?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren
Slide 4 - Quizvraag
Bij alle drie de rijken hebben de cellen van de organismen een celkern en een celwand.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de functie van schimmels en bacteriën in de natuur?
Slide 6 - Woordweb
Bij de bereiding van welke voedingsmiddelen gebruiken wij gisten?
Slide 7 - Woordweb
Welke drie stammen zijn er in het rijk van de planten?
Slide 8 - Woordweb
Welk stam heeft als kenmerk wel wortels, stengels en bladeren. Maar geen bloemen?
A
Wieren (algen)
B
Sporenplanten
C
Zaadplanten
Slide 9 - Quizvraag
Welke eigenschap heeft een eukaryote cel wel die een prokaryote cel niet heeft?
A
Celwand
B
Celmembraan
C
Celkern
D
Bladgroenkorrels
Slide 10 - Quizvraag
Basisstof 5: Het rijk van de dieren
Twee kenmerken belangrijk bij de indeling:
Symmetrie
Skelet
Slide 11 - Tekstslide
Symmetrie
Symmetrisch: twee helften zijn elkaars = spiegelbeeld
Tweezijdig symmetrisch: slechts op 1 manier in twee helften te verdelen
Veelzijdig symmetrisch: op meerdere manieren in twee gelijke helften te verdelen
Niet-symmetrisch: niet in twee helften te verdelen
Slide 12 - Tekstslide
Skelet
Skelet: de stevige delen van een dier
Uitwendig skelet: het skelet zit aan de buitenkant. Bijvoorbeeld bij een mossel (schelp), slak (huisje) of lieveheersbeestje (pantser).
Inwendig skelet: Skelet binnen in het lichaam. Bijvoorbeeld bij spons (stevige vezels van hoornstof), zeekat (inwendige schelp) en mens (botten)
Slide 13 - Tekstslide
Zeven belangrijke stammen
Sponzen
Neteldieren
Wormen
Weekdieren
Geleedpotigen
Stekelhuidigen
Gewervelden
Slide 14 - Tekstslide
Deze zeester is:
A
Niet-symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch
Slide 15 - Quizvraag
De schildpad heeft:
A
Geen skelet
B
Een inwendig skelet
C
Een uitwendig skelet
Slide 16 - Quizvraag
Een worm heeft
A
Geen skelet
B
Een inwendig skelet
C
Een uitwendig skelet
Slide 17 - Quizvraag
Zelfstandig werken
Kijk de opdrachten van paragraaf 3 en paragraaf 4.
Maak opdracht 1 t/m 4 van paragraaf 2.5 en opdracht 1 t/m 5 van paragraaf 2.6
Je werkt voor jezelf, maar mag zachtjes overleggen
Klaar?Maak de zelftoets (paragraaf 2.10 in Learnbeat)
timer
20:00
Slide 18 - Tekstslide
Huiswerk 26 november
Paragraaf 2.5: opdracht 1 t/m 4
Paragraaf 2.6: opdracht 1 t/m 5
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Bacteriën bekijken
Maak de opdracht in Learnbeat (bacteriën bekijken) (paragraaf 2.11)
!!!!!! Alle platen blijven dicht !!!!!!!
Bekijk de plaat; klopt jullie voorspelling (hypothese) waar de meeste bacteriën op zitten?