4.1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 4.1
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 155.

2. Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- kun je een aantal moeilijke woorden en de betekenis. 

- kun je vragen beantwoorden over een tekst.

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht ... op blz ... --> N.V.T. Klassikale les

namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

namen lln

Mini-check

Geen mini-check tijdens deze les.

Iedereen doet mee met de instructie. 

4. Instructie

Dadelijk lezen een hoofdstuk uit het boek 'Leef je nog?' 

We kijken eerst naar de kaft van het boek op blz. 158. 

Daarna maken we de sleepopdracht om te checken welke moeilijke woorden je wel/niet kent. 

Koppel het begrip aan de juiste omschrijving. 

de drab

intens

ranzig

behoedzaam

contouren

de omtrekken

voorzichtig

smerig

heel erg

de prut, de smurrie

Welke betekenis past bij het woord:
de koevoet

1. de voet van een koe
2. geheimzinnig
3. het breekijzer

Noteer een ander woord voor: mysterieus

4. Instructie

We luisteren naar het verhaal. 

Lees goed mee!

5. Begeleid inoefenen

Bespreken lijst moeilijke woorden; blz. 158.

De vragen van opdracht 1 gaan wij beantwoorden via Lessonup, dus doe mee. 

1. In dit verhaal komen meerdere personen voor; noteer de belangrijkste drie.

2. Van welke twee personen weet je wat er in hen omgaat, wat ze denken en wat ze voelen?

3a; Wie is de hoofdpersoon in het deel van af regel 72 (blz. 156 onderaan tot einde tekst).

1. Jona
2. de onbekende jongen met het fototoestel

4. Noem twee eigenschappen van de hoofdpersoon van dit verhaal (zie blz. 111). Leg uit waarom deze eigenschappen passen bij de hoofdpersoon.

5. Maken de gebeurtenissen op jou een echte indruk? Leg uit waarom je dat vindt.

6. Bij welke verhaalsoort past dit verhaal?

1. Historisch
2. Detective
3. Humor
4. Oorlog en verzet

7. Hoe denk jij dat het verder gaat met Jona en Paul?

8. Zeg met andere woorden: 'Dat de volle maan haar bleke licht met bakken op de aarde wierp was handig'. (regel 1-2)

9. Zeg met andere woorden: 'wat voor open vraag kon je aan een open jongen stellen, die niet zo dicht zat als een roestig koekblik'. (regel 97-98)

10. Geef je mening over dit verhaal. Gebruik daarbij twee of drie beoordelingswoorden en licht ze toe.

6. Zelfstandig werken

We hebben opdracht 1 samen gemaakt. 

Je gaat nu: 

in stilte lezen of een woordzoeker maken. 

7. Evaluatie

Hoe vond je het om samen te lezen en de opdrachten te maken?

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

-

Toetsen: 

-

Afsluiting

Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................