Welke drie begrippen of omschrijvingen zijn een oorzaak voor economische globalisering? A daling van de transportkosten B de ontwikkeling van de transporttechnologie C global shift D het wegvallen van handelsbarrières E ontstaan van handelsblokken F BRICS
A
C, B, F
B
E, C, A
C
E, F, D
D
A, B, D
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Welke drie begrippen of omschrijvingen zijn een oorzaak voor economische globalisering? A daling van de transportkosten B de ontwikkeling van de transporttechnologie C global shift D het wegvallen van handelsbarrières E ontstaan van handelsblokken F BRICS
A
C, B, F
B
E, C, A
C
E, F, D
D
A, B, D
Slide 1 - Quizvraag
Bekijk de bron. Kun je hieruit afleiden dat er global shift plaatsvindt? Leg je antwoord uit.
Slide 2 - Open vraag
Vanaf de jaren 80 maakten technologische innovaties het steeds vaker mogelijk om delen van de productieketen vanuit Nederland naar andere regio’ s te verplaatsen. Geef twee technologische innovaties die deze verplaatsing van de productie mogelijk maakten.
Slide 3 - Open vraag
Het belangrijkste verschil tussen handelskolonialisme en industrieel kolonialisme is dat bij het industrieel kolonialisme.....
A
de koloniën zelfstandig zijn en afspraken maken over de handel in grondstoffen.
B
het moederland de kolonie bestuurt en grote plantages aanlegden voor de handel.
C
De koloniën zelfstandig zijn, maar grondstoffen aanvoeren en een afzetmarkt zijn voor de industrielanden.
D
Het moederland de kolonie bestuurt en zorgt voor aanvoer grondstoffen en voor een afzetmarkt voor hun producten.
Slide 4 - Quizvraag
De kaart geeft aan in welke 10 landen de meeste arbeiders voor Nike werken. Geef een reden waarom juist in deze landen veel mensen voor Nike werken.
Slide 5 - Open vraag
Noem voor een land een voordeel en een nadeel van vrijhandel.
Slide 6 - Open vraag
Geef een reden waarom de uitgangspositie van Botswana om zich economisch te ontwikkelen niet heel gunstig is.
Slide 7 - Open vraag
Bij welke bevolkingspiramide is de leeftijdsopbouw zo dat er meer kans is op economische ontwikkeling? Kies uit A, B of C. geef vervolgens een argument voor je keuze.
Slide 8 - Open vraag
Het belangrijkste verschil tussen een exploitatiekolonie en vestigingskolonie is dat bij vestegingskolonie
A
de koloniën zelfstandig zijn.
B
de invloed van het moederland zich tot de kustzones beperkt
C
het moederland de kolonie bestuurt.
D
Mensen uit het moederland zich hier permanent heen verplaatsen
Slide 9 - Quizvraag
Vandaag de dag zijn de vroegere exploitatiekolonies nog steeds arm. Dat heeft te maken met hun rol in de wereldhandel. Geef aan wat hun rol is en waarom dit zorgt voor armoede.