CTK les 3 grammatica zinsdelen: hoofdstuk 3 (bijv. bijzin + zinsdeelzinnen)

Grammatica zinsdelen
Een zin met bijvoeglijke bijzin ontleden 
&
Zinsdeelzinnen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica zinsdelen
Een zin met bijvoeglijke bijzin ontleden 
&
Zinsdeelzinnen

Slide 1 - Tekstslide

Doel en planning
Doel: je leert het verschil herkennen tussen een zin met een bijvoeglijke bijzin en een zin met een zinsdeelzin.

Planning: we bespreken de opdracht uit weektaak 7, we bespreken hoe we  het verschil herkennen tussen een zin met bijv. bijzin of een zin met een zinsdeelzin en daarna maken we  nog een extra oefening.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zie je het verschil tussen een bijvoeglijke bijzin en een bijzin als zinsdeelzin?

Slide 3 - Open vraag

De zinnen van weektaak 7 
1) Zodra die zon gaat schijnen, gaan we naar het strand.
2) Het meisje dat elke dag traint, is vorige week ziek geworden.

Hoe heb je de zinnen ontleed?

Slide 4 - Tekstslide

De zinnen van weektaak 7 
  1.  Zodra die zon gaat schijnen, gaan we naar het strand

    pv = gaan; ow = we; wg = gaan; lv = X; mv = X; bwb = naar het strand; (bijv. bep. = die > zon); bwb-zin = zodra die zon gaat schijnen.

Slide 5 - Tekstslide

De zinnen van weektaak 7 

2. Het meisje dat elke dag traint, is vorige week ziek geworden.

pv = is, ow = het meisje dat elke dag traint; ng = is [ziek] geworden; bwb = vorige week; bijv. bep.: elke > dag, vorige > week;  bijv. bijzin. = dat elke dag traint > meisje


Slide 6 - Tekstslide

Bijvoeglijke bijzin

  • zegt iets over het woord dat ervoor staat;
  • begint met die/dat/wat/waarop etc.;
  • is onderdeel van een zinsdeel.
Bijzin als zinsdeelzin

  • is een zinsdeel in de vorm van een zin;
  • begint (bijna altijd) met een voegwoord;
  • de hele zin kun je vervangen door een woord.

Slide 7 - Tekstslide

Lisa heeft gisteren gehoord dat de excursie volgende maand niet doorgaat.
A
Bijvoeglijke bijzin
B
zinsdeelzin

Slide 8 - Quizvraag

Ik kan niet geloven dat Edwin en Jolien uit elkaar zijn!
A
Bijvoeglijke bijzin
B
Zinsdeelzin

Slide 9 - Quizvraag

Jesse, die pas zeventien is geworden, wil zich graag opgeven voor rijles.
A
Bijvoeglijke bijzin
B
Zinsdeelzin

Slide 10 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen een zin met bijvoeglijke bijzin erin en een zin met een zinsdeelzin.

Slide 11 - Open vraag