kwal-project België

                               Project België
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
GASV KWALBuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

                               Project België

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een democratie?
Democratie is een manier waarop je een land kunt besturen. In een democratie heeft het volk het voor het zeggen. Het woord democratie betekent ook letterlijk: heerschappij van het volk. Het is afgeleid van de Griekse woorden demos (volk) en kratos (heerschappij). Een democratie is het tegenovergestelde van een dictatuur.

Slide 2 - Tekstslide

Een democratie wat is dat? 
Voor het filmpje moet je inloggen via smartschool. Opgelet bovenaan eerst leerling kiezen 

Slide 3 - Tekstslide

1. democratie en stemrecht
27 De leerling legt op eenvoudige wijze de basiselementen van het functioneren van ons democratisch bestel uit.
ik kan uitleggen wat een democratie is
28 De leerling kent zijn verplichtingen inzake verkiezingen.
Ik weet het verschil tussen stemrecht en stemplicht
Ik weet aan welke voorwaarden je moet voldoen om stemrecht/plicht te hebben
34 De leerling is bereid beslissingen die volgens democratische procedures zijn genomen te aanvaarden.
Ik kan mijn mening geven over beslissing
Ik kan aangeven waarom ik die beslissingen moet aanvaarden en me eraan houden
35 De leerling kent het verschil tussen democratie en andere vormen van bestuur.
Ik weet wat een monarchie is
Ik weet wat een republiek is
Ik weet wat een dictatuur is
Ik weet wat communisme is
33 De leerling kent mogelijkheden tot inspraak en is bereid hieraan deel te nemen.
ik kan benoemen hoe ik inspraak kan geven aan het bestuur van België










Slide 4 - Tekstslide

Wat is het hart van onze democratie?
A
Het federaal parlement
B
Het gemeentehuis
C
de koning

Slide 5 - Quizvraag

Wat  zijn de voorwaarden van een democratie? 

1. geregelde en geheime verkiezingen 
2. meer dan 1 partij , je moet keuze hebben 
3. De partijen moeten toegang hebben tot media, zodat jij als burger weet waarvoor ze staan
4. iedereen moet mee kunnen doen

Slide 6 - Tekstslide

Als er enkel mannen mogen stemmen kun je dan zeggen dat het een democratie is?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een monarchie?
Een monarchie is van oorsprong een regeringsvorm waarbij één persoon, de monarch, de macht heeft. Dit kan een koning, keizer, paus, farao, sultan of nog wat anders zijn.

Slide 8 - Tekstslide

België is een democratische monarchie. Wat betekent dat?

Slide 9 - Open vraag

Weetjes
1. Wanneer kan en moet ik gaan stemmen?

Elke Belg die minstens 18 jaar is, moet gaan stemmen. Ook al word je op die dag zelf pas 18 jaar.

Slide 10 - Tekstslide

2. Ben ik verplicht om te gaan stemmen? En wat als ik niet ga?

Iedereen is verplicht om naar het stemlokaal te gaan, want in België is er opkomstplicht, tenzij je in het buitenland bent op het moment van de verkiezingen, of ziek bent. In dat geval kan je een volmacht geven aan iemand anders om in jouw naam te stemmen. Als je niet gaat stemmen, krijg je in principe een boete. In de praktijk wordt wel bijna niemand vervolgd.

Slide 11 - Tekstslide

3. Help, ik ben mijn oproepingsbrief kwijt! Wat nu?

Wanneer je nog geen kiesbrief hebt gekregen, of je bent hem kwijtgeraakt, vraag je best een duplicaat aan bij de gemeente.

Slide 12 - Tekstslide

4. Mag mijn kleine broertje mee in het stemhokje?

De stemming is geheim, enkel jij mag weten op wie je stemt. Je moet dus alleen naar het stemhokje gaan, tenzij de persoon die je vergezelt maximum drie jaar is. Je kleine broertje van twee jaar, mag dus wel mee in het stemhokje. 

Slide 13 - Tekstslide

5. Ik wil eigenlijk op niemand stemmen… mag dat?

Nee, je bent niet verplicht om te stemmen. Je bent wel verplicht om het stemhokje in te duiken, maar niet om een bolletje in te kleuren. Dat heet een blanco stem.

Slide 14 - Tekstslide

6. Ik ben op vakantie aan de kust, en woon in Limburg. Moet ik dan helemaal naar daar gaan om te gaan stemmen?

Ja. Als je in het land bent op de dag van de verkiezingen, heb je opkomstplicht en geen enkel excuus om niet te gaan stemmen.

Slide 15 - Tekstslide

7. Mag ik een foto van mijn stembiljet posten op sociale media?

Neen. Je mag wel een foto nemen van je stembiljet (dat is ook moeilijk te voorkomen, want je staat alleen in het stemhokje), maar de stemming is geheim en je mag je uitgebrachte stem niet zomaar openbaar maken. Foto maken mag wel, maar publiceren niet. Daarbij komt nog dat je de vooruitgang van de stemming niet mag belemmeren. In ’t kort: je mag niet te lang treuzelen in het stemhokje.


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

In Frankrijk is er geen koning maar een ...
A
dictator
B
president
C
generaal
D
hoofdleider

Slide 18 - Quizvraag

Is dit een democratie?
Iedereen mag stemmen
Er is 1 partij
De mensen kunnen opzoeken waarvoor een partij staat
er zijn elke 3 jaar verkiezingen
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Is dit een democratie?
Enkel mannen mogen stemmen
Er zijn 6 partijen
De mensen kunnen opzoeken waarvoor een partij staat
er zijn elke 3 jaar verkiezingen
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Hoe regelmatig en wanneer verkiezingen?
In België worden in 2024 verschillende verkiezingen georganiseerd. Op zondag 9 juni 2024 worden er Europese, federale en regionale verkiezingen georganiseerd. Op zondag 13 oktober vinden de provincieraads-, gemeenteraads- en districtsraadsverkiezingen van 2024 plaats. Het zal de eerste keer zijn dat al deze verkiezingen samenvallen in hetzelfde kalenderjaar. Om de 5 jaar vallen verkiezingen.

Slide 21 - Tekstslide

Dictatuur   
opgelet , dit een reeks filmpjes met Quiz op het einde

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Er zijn veel landen die stemplicht hebben
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Stemplicht
Voor het filmpje moet je inloggen via smartschool. Opgelet bovenaan eerst leerling kiezen 

Slide 25 - Tekstslide

Eigenlijk is er in België geen stemplicht maar ...
A
opkomstplicht
B
stemrecht

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen stemplicht en opkomstplicht?

Slide 27 - Open vraag

Voorwaarden stemrecht/ plicht 
Je moet wonen en ingeschreven zijn in een gemeente van het Vlaams Gewest of het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest

Belgische nationaliteit 

18 jaar of ouder 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Aan welke 3 voorwaarden moet je voldoen om stemrecht te hebben?

Slide 30 - Open vraag

Wat is het verschil tussen stemrecht en stemplicht?

Slide 31 - Open vraag

Geef je eigen mening. Ben jij voorstander van stemrecht of stemplicht en waarom?

Slide 32 - Open vraag

2. politiek in België
29 De leerling weet dat er verschillende partijen zijn met een eigen programma.
ik kan de verschillende partijen opnoemen
31 De leerling beseft dat elk beleid voor een beslissing rekening moet houden met ideeën en belangen van diverse betrokkenen, van meerderheids- en ook van minderheidsgroepen.
Ik kan de voor- en nadelen van een beslissing benoemen voor mezelf en andere mensen
32 De leerling heeft noties van het feit dat politieke beslissingen zoals in onderwijs en jeugdbeleid, hun leven rechtstreeks kunnen beïnvloeden.
Ik kan voorbeelden geven van politieke beslissingen die een invloed hebben op mijn leven
36 De leerling benoemt meerderheid- en minderheidstandpunten.
Ik weet wat minderheden en meerderheden zijn
Ik kan standpunten begrijpen en verwoorden


Slide 33 - Tekstslide

welke politieke partijen ken je ?

Slide 34 - Woordweb

Links of rechts ? 

Slide 35 - Tekstslide

Linkse partijen pleiten over het algemeen voor een gelijkere welvaartsverdeling en een grotere rol van de staat, terwijl rechtse partijen het belang van individuele verantwoordelijkheid en de vrije markt benadrukken.

Slide 36 - Tekstslide

welke zijn juist?
A
Links wil minder belastingen betalen
B
Links wil de centen herverdelen
C
rechts wil minder belastingen betalen
D
rechts wil de centen herverdelen

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

partijen en standpunten 

Slide 39 - Tekstslide

3. De rekening van België

30 De leerling legt uit hoe een overheid haar inkomsten verwerft en hoe ze die inkomsten aanwendt.
Ik weet wat belastingen zijn
ik kan de verschillende inkomsten van de overheid benoemen
Ik weet een begroting is
Ik kan voorbeelden geven van hoe de overheid zijn inkomsten gebruikt voor de bevolking

Slide 40 - Tekstslide

Begroting? 

Slide 41 - Tekstslide

Welke inkomsten heeft de overheid?

Slide 42 - Woordweb

Welke uitgaven heeft de overheid?

Slide 43 - Woordweb

inkomsten en uitgaven van de overheid 

Slide 44 - Tekstslide

sociale bijdrage gaat van je loon af.
A
waar
B
niet waar

Slide 45 - Quizvraag

Wie betaald sociale bijdrage?
A
werkgevers
B
werknemers

Slide 46 - Quizvraag

hoe vaak moet je een aangifte doen van je personenbelasting?
A
elke maand
B
elk jaar
C
om de drie jaar
D
om de drie maanden

Slide 47 - Quizvraag

Wat weet je over de personenbelasting?

Slide 48 - Woordweb

BTW is
A
belasting op wat je koopt
B
belasting op je erfenis
C
belasting op je spaargeld
D
belasting op je inkomen

Slide 49 - Quizvraag

welke kosten vallen onder sociale zekerheid?
A
loon
B
pensioen
C
leefloon
D
werkloosheidsuitkering

Slide 50 - Quizvraag

belastingsaangifte 

Slide 51 - Tekstslide

4. kan ik het ook? 
37 De leerling weegt verschillende belangen op korte en langere termijn af.
Ik kan voordelen verwoorden op lange en korte termijn van beslissingen
38 De leerling is in staat om voorstellen of argumenten genuanceerd te benaderen
Ik kan voor en nadelen van standpunten benoemen
39 De leerling spant zich in om de belangstelling, de standpunten en de argumenten van anderen te respecteren
Ik luister naar de standpunten en argumenten van een ander
Ik verwoord mijn eigen standpunten en argumenten op een respectvolle manier
41 De leerling gebruikt woordenschat over maatschappelijke thema\'s in een zinvol verband.
Ik heb een basis aan woordenschat over politiek

Slide 52 - Tekstslide

Ik heb veel nieuwe dingen geleerd vandaag.
0100

Slide 53 - Poll

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 54 - Poll