4v spelling: aan elkaar of los, liggend streepje

Aan elkaar of los & liggend streepje
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Aan elkaar of los & liggend streepje

Slide 1 - Tekstslide

8. Aan elkaar of los p. 301
1. Samenstelling van twee of drie woorden
      lagelonenlanden, donkerblauw vakantiehuis deurbel
2. getallen tot duizend en samenstelling met honderd en duizend
         vijfenveertig, zeshonderdvijftig, dertienduizend
MAAR tien miljoen
3. Combinaties van een voorzetsel en een bijwoord (dichtbij)
4. Combinaties van twee voorzetsels (voorin, achterop)
5. voornaamwoordelijke bijwoorden die bestaan uit er/hier/daar/waar+voorzetsel  (waarvoor, erdoorheen, daartegenover)

Slide 2 - Tekstslide

3. Combinaties van een voorzetsel en een bijwoord
Hij woon hier heel dichtbij .
Hier komt wel veel stof vanaf.
LET OP: als na het voorzetsel een voornaamwoord/zelfstandig naamwoord staat schrijf je het LOS!!
Hij woont heel dicht bij mij (pers voornaamwoord) 
Hij woont dicht bij het winkelcentrum (zelfstandig naamwoord)

Slide 3 - Tekstslide

4. combinaties van twee voorzetsels
Voorin, achterop

LET OP: als na het voorzetsel een voornaamwoordn of zelfstandig naamwoord  volgt, schrijf je het LOS!
Max zat boven op hem (persoonlijk voornaamwoord).
Bij lange reizen zit Els graag voor in de bus (ZN), want achterin wordt ze misselijk .

Slide 4 - Tekstslide

5. 5. voornaamwoordelijke bijwoorden die bestaan uit er/hier/daar/waar+voorzetsel 
Hieraan waarvoor, erdoorheen, daartegenover

LET OP: de regel geldt niet voor voorzetsels die deel uitmaken van samengestelde werkwoord als inpakken of afhangen
Maak je de surprise op zolder en pak je die daar in? Nou dat hangt ervan af.
Ik neem in deze door mee en stop de surprise daarin (=in de doos).
Het cadeautje lag eerst op tafel, maar het viel ervanaf.  (af vallen en niet afvallen (= gewicht verliezen))

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf aan elkaar, los of met een streepje: 1) adem benemende voorstellingen 2) er onder door kruipen 3) er op uit trekken 4) gala avond 5) anti discriminatie wet 6)huis aan huis blad 7) niet leden 8) mede oprichter

Slide 9 - Open vraag

Aan de slag 
LET OP huiswerk morgen - doorlezen theorie p. 238 - 242

Weektaak (1e les na vak) :
Spelling:§ 8 opdr. 1 t/m 4
+ § 9 opdr. 1 t/m 6 
Formuleren:
§ 5 opdr. 1, 2 (3) + § 6 opdr. 1,2,4 (3) 

Slide 10 - Tekstslide

Moet er iets veranderd worden aan deze zin? Zo ja, wat?

Hoewel de opkomst tijdens de ledenvergadering hoog was, stemden twintig procent van de aanwezigen voor.

Slide 11 - Open vraag

De leiding heeft besloten dat wanneer ze alcohol bij zich hebben, zij verwijderd worden.

Slide 12 - Open vraag