Je deelt dan beide getallen in de verhouding door hetzelfde getal.
De verhouding tussen de twee getallen blijft steeds hetzelfde.
Wat betaal je voor 5 kaartjes?
Slide 4 - Tekstslide
Verhoudingstabel blz. 157
Bij het vergroten of verkleinen van de getallen in een verhouding kun je een verhoudingstabel gebruiken. Je schrijft de getallen uit de verhouding boven elkaar in een kolom van de verhoudingstabel.
Je kunt de getallen in de verhouding vergroten door ze allebei met hetzelfde getal te vermenigvuldigen. Je kunt de getallen in de verhouding verkleinen door ze allebei door hetzelfde getal te delen.
Slide 5 - Tekstslide
7.2 verhoudingen en breuken
Een verhouding kan een verband aangeven tussen de totale hoeveelheid en een gedeelte daarvan. Je kunt deze verhoudingen als breuk opschrijven.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Even oefenen
Wat is de verhouding tussen het aantal blauwe paaseitjes en het totaal aantal paaseitjes.
3 van de 12 paaseitjes zijn blauw
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de verhouding tussen het aantal witte pepernoten en het totaal aantal pepernoten?
3 van de 12 paaseitjes zijn blauw ........ van de paaseitjes zijn blauw Schrijf de verhouding op als breuk.
Slide 10 - Open vraag
Voorbeeld
Je kunt met een verhouding uitrekenen welke hoeveelheid bij een deel hoort.
Bijvoorbeeld:
In een vaas staan 60 tulpen.
1 op de 3 tulpen in de vaas is blauw.
Hoeveel blauwe tulpen staan er in de vaas? blz. 163
Slide 11 - Tekstslide
Stap 1
Schrijf de verhouding als breuk:
1 op de 3 tulpen is blauw
1/3 van de tulpen is blauw
Slide 12 - Tekstslide
Stap 2
Reken de gevraagde hoeveelheid uit:
1/3 van 60 = 60:3 = 20
Er staan 20 blauwe tulpen in de vaas.
Slide 13 - Tekstslide
Het berekenen van het totaal
1 op de 5 lampionnen in een boom is geel.
Er hangen 4 gele lampionnen in de boom.
Hoeveel lampionnen hangen er in totaal in de boom?
blz. 166
Slide 14 - Tekstslide
Stap 1
Reken de gevraagde hoeveelheid uit.
1/5 van de lampionnen is gelijk aan 4 lampionnen.
5/5 van de lampionnen is gelijk aan 5x 4 = 20 lampionnen
Er hangen in totaal 20 lampionnen in de boom.
Slide 15 - Tekstslide
Stap 2
Schrijf de verhouding als breuk.
1 op de 5 lampionnen is geel.
1/5 van de lampionnen is geel.
Slide 16 - Tekstslide
Leerdoelen deze les:
Aan het einde van de les:
- Kun je een verhouding als breuk opschrijven.
- Kun je met een verhouding uitrekenen welke hoeveelheid bij een deel hoort.