Week 1: wat is een groep?

Communicatie: werken in groepen
Wat is een groep?
Groepsgedrag
Soorten groepen
Waarnemingsniveaus
Opdracht: Tot welke groep hoor jij?

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Communicatie: werken in groepen
Wat is een groep?
Groepsgedrag
Soorten groepen
Waarnemingsniveaus
Opdracht: Tot welke groep hoor jij?

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een groep
  • Klas
  • Bewonersgroep
  • Groep die op de bus op staat te wachten

Een groep mensen heeft iets gemeenschappelijks, is af te grenzen als groep en horen in een bepaald opzicht bij elkaar.

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerken van een groep
  • Er is een groepsdoel
  • Er is sprake van groepsinteractie
  • Er is een bepaalde machtsstructuur
  • Er zijn groepsnormen
  • Er zijn groepsrollen

Slide 3 - Tekstslide

Groepsgedrag
  • Doe wat anderen doen
  • Invloed van anderen
  • Bij de groep horen
  • Regels van de groep
  • Samenwerken
  • Ruzie

Slide 4 - Tekstslide

Groeps-identificatie
Identificatie:
 Je herkent bepaalde kenmerken van jezelf bij de ander.

Groepsidentificatie: 
Je voelt je verbonden met een groep mensen, omdat je dezelfde kenmerken of gewoonten hebt.
Denk aan fans of carnaval

Slide 5 - Tekstslide

Groeps-identificatie
Hoe ontstaat groepsgevoel?
  • Plaats
  • Geloof
  • Belangen of problemen
  • Smaak en interesse
Jongerencultuur sinds de jaren 60. Normen/waarden + afezetten tegen ouders.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

MINDF*CK
Wat denk je na dit filmpje?
Wil jij er bij horen?
Ben jij een kuddedier?
Wat valt je op?

Slide 8 - Tekstslide

Soorten groepen (1/2)
Primaire groep: persoonlijke, intieme relatie. Sociale afstand is klein, bv gezin en vriendengroep.
Secundaire groep: Taak centraal, zakelijke omgang. Communicatie gericht op taak. Een groepslid telt vaak meer mee om wat hij is en en kan, dan om wie hij is.
Homogene groep: Bij een deze groep hebben de groepsleden veel overeenkomsten. Hierbij kun je denken aan leeftijd, geslacht, interesses of een bepaald ziektebeeld.

Slide 9 - Tekstslide

Soorten groepen (2/2)
Heterogene groep: Groepsleden zijn sterk verschillend, bijvoorbeeld een activiteitengroep met psychogeriatrische zorgvragers in verschillende stadia van dementie.
Formele groep: Vaste structuur en regels, bijvoorbeeld een groep ouderen die meedoet aan de groepsgymnastiek.
Informele groep: Ontstaat meestal spontaan, functioneert zelfstandig en is zelfsturend, zoals een groepje zorgvragers dat altijd samen optrekt en daarover onderling afspraken maakt.

Slide 10 - Tekstslide

Waarneming

Slide 11 - Tekstslide

Waarnemingsniveaus
Heeft effect op de communicatie in een groep. Ga hier bewust mee om om de samenwerking goed te laten verlopen.
  • Feitelijke waarneming
  • Interpretatie
  • Aannames en vooroordelen
  • Emotionele waarneming
  • Groepsdynamiek

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Verder werken aan je eigen planning.
Tips:
Lees eerst Learnbeat door
Opdracht voorbereiding week 1
Opdracht tot welke groep hoor jij?
Opdracht waarnemingsniveaus


Slide 13 - Tekstslide