In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
3.4 - Ruiken en Proeven
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Herhalen 3.3: Het oor
3.3: Ruiken en Proeven
Praktische opdracht - werktijd
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Welke zintuigen bevinden zich in het oor?
A
Gezichtszintuig
B
Gehoorzintuig
C
Smaakzintuig
D
Evenwichtszintuig
Slide 4 - Quizvraag
Hoe heet dit deel?
A
Oor
B
Oorschelp
C
Oortrechter
D
Geluidvanger
Slide 5 - Quizvraag
Oorschelp
Je oorschelp vangt de geluidsgolven op en leidt ze naar de gehoorgang
Slide 6 - Tekstslide
Je trommelvlies kan beschadigen, bij welk geluid gebeurt dat het snelst?
A
Hard en laag geluid
B
Hard en hoog geluid
C
Zacht en laag geluid
D
Zacht en hoog geluid
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het lekkerste dat je ooit hebt gegeten?
Slide 8 - Woordweb
Laptops dicht
Slide 9 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de onderdelen van het reukzintuig en het smaakzintuig in een model herkennen en benoemen.
Je kunt verwoorden wat de taak van het neusslijmvlies is.
Je kunt verwoorden hoe je geuren en smaken waarneemt. (de weg van prikkel tot impuls)
Je kunt benoemen wat de smaak umami betekent.
Je kunt uitleggen hoe het mogelijk is toch meer dan 5 smaken te kunnen proeven, terwijl er maar zintuigen voor 5 verschillende smaken in de smaakpappillen zitten.
Je kunt verwoorden hoe het komt dat je iets wel of niet lekker vindt.
Slide 10 - Tekstslide
Hoe ruik je?
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Hoe proef je?
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
5 smaakgebieden
Slide 15 - Tekstslide
Maken opdrachten
Vanaf pagina 159 (3.4) 3, 6, 8, 9, 12, 13
Klaar? Andere opdrachten 3.4
Slide 16 - Tekstslide
Werken aan verslag
Wanneer voert wie wat uit?
Heb je je proefje al gedaan?
Kan je alvast een verslag van wat je al kan schrijven?
Kan je nu al het proefje doen?
Volgende week zijn de presentaties!
Slide 17 - Tekstslide
Waarnemen doe je met je ...
A
zenuwstelsel
B
hersenen
C
zintuigen
D
ogen, oren, neus, mond en huid
Slide 18 - Quizvraag
Welk zintuig neemt lichtprikkels waar?
A
je ogen
B
je lichtzintuigen
C
je zichtzintuigen
D
je beeldzintuigen
Slide 19 - Quizvraag
Welke prikkel neem je waar met je reukzintuig?
A
luchtjes
B
lekkere en vieze geur
C
reukstoffen
D
geurstoffen
Slide 20 - Quizvraag
Wanneer je een hamer op je tenen laat vallen, voel je dit met je ...
A
drukzintuigen
B
tastzintuigen
C
pijnzintuigen
D
voelzintuigen
Slide 21 - Quizvraag
Informatie uit de omgeving die je waarneemt met de zintuigen noem je ...
A
een prikkel
B
een impuls
Slide 22 - Quizvraag
Je hoort leuke muziek. Hiervan ben je je bewust op moment dat ...
A
je gehoorzintuig de prikkel waarneemt
B
je gehoorzintuig de prikkel omzet in impulsen
C
de impulsen over de zenuw naar de hersenen gaan
D
de impulsen door de hersenen zijn verwerkt
Slide 23 - Quizvraag
ZET IN DE GOEDE VOLGORDE: 1. Impulsen gaan via de zenuw naar de hersenen. 2. Zintuigen nemen prikkels waar. 3. Zintuigen zetten de prikkels om in impulsen. 4. Je hersenen bepalen hoe je op de prikkel reageert. 5. Je wordt je bewust van wat je waarneemt. 6. Impulsen gaan via de zenuw naar de spieren.
A
1 - 5 - 3 - 2 - 4 - 6
B
2 - 1 - 3 - 5 - 4 - 6
C
2 - 3 - 1 - 5 - 6 - 4
D
2 - 3 - 1 - 5 - 4 - 6
Slide 24 - Quizvraag
Huiswerk
Maak opdracht 3 t/m 15 van §3.4 Ruiken en proeven
Ga daarna aan je verslag werken!
Slide 25 - Tekstslide
Taakverdeling (17 december)
Wanneer gaan jullie de proef uitvoeren? Bij wie gaan jullie de proef uitvoeren?
Wie gaat het verslag inleveren? Wie gaat de hoofpresentator zijn?