Opgave 24 (exploitatiebegroting)
Op school starten jullie een minionderneming. Jullie hebben besloten om 3D-pennen te verkopen via een webwinkel. De pennen kosten inkoop € 11,80. Jullie hebben 15 pennen op voorraad nodig. Doosjes om te verzenden kopen jullie voor € 0,65 als jullie er minimaal 100 bestellen. Voor de webwinkel gebruiken jullie een computer van school. Een broer van iemand uit het groepje kan de webwinkel bouwen voor € 200. Een logo maken jullie zelf. Aan reclame geven jullie € 100 uit.
c. Maak de exploitatiebegroting, neem 10% van het totaal op voor onvoorzien.
- kosten inkoop 200 stuks × € 11.80 = € 2.360
- kosten doosjes 200 stuks × € 0,65 = € 130
- kosten webwinkel € 200
- kosten reclame € 100
- kosten totaal € 2.790
- kosten onvoorzien 10% x € 2.790 = € 279
- kosten € 3.069 (kostprijs per product = € 3.069 ÷ 200 stuks = € 15,35)
- opbrengsten 200 stuks × € 19.95 = € 3.990 (omzet = p x q)
- winst (of verlies) € 3.990 - € 3.069 = € 921 (winst)