emi en immigratie en opdracht

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

inquiry questions
- Je kunt in je eigen woorden uitleggen waarom de bevolking in Nederland tussen 1900 en 2016 zo hard is gegroeid.
- Je kan uitleggen wat migratie is en redenen noemen waarom mensen emigreren. 
- Je kunt uitleggen waarom Nederland eerst een emigratie land was en na 1965 een immigratieland werd.

Slide 2 - Tekstslide

Wie kwamen/komen er naar Nederland?
De nieuwe Nederlanders kunnen we in 4 groepen verdelen:
  1. Immigranten uit voormalige kolonies.
  2. Arbeidsmigranten
  3. Vluchtelingen
  4. seizoensmigranten

Slide 3 - Tekstslide

 1. Immigranten uit voormalige kolonies
Nederland had verschillende kolonies. ( Suriname, Nederlandse Antillen en Indonesië)

Toen Suriname zelf weer de baas wilde worden in het land kwamen veel Surinamers naar Nederland. Er was hier o.a. meer werk en er woonde familie hier

Slide 4 - Tekstslide

2 Gastarbeiders /
arbeidsmigranten
Na 1960 was er veel werk in Nederland. Er kwamen gastarbeiders. Velen bleven in Nederland wonen en lieten hun familie komen. We noemen ze daarom nu arbeidsmigranten.
--> Gastarbeiders Turkije en Marokko
--> arbeidsmigranten uit Oost-Europa

Slide 5 - Tekstslide

3 Politieke Vluchtelingen
Vluchtelingen zijn mensen die hun land verlaten omdat het er onveilig is. Bijvoorbeeld door oorlog of als ze vervolgd worden omdat ze anders zijn.

Eritrea --> hele strenge overheid
Syrië --> burgeroorlog
Afghanistan, Oekraine, etc.

Slide 6 - Tekstslide

4. Seizoensmigranten
Seizoen migranten komen bepaalde periodes van het jaar naar Nederland om te werken omdat er dan veel werk is.
Zij reizen op en neer tussen hun woon- en werkgebied. Polen en Bulgarije.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Nederland is een pluriforme samenleving

Slide 9 - Tekstslide

Samenleven met verschillen
Nederland = pluriform: er zijn veel verschillen onderling.

Bv. mensen van immigratieachtergrond, verschillende godsdiensten.

Slide 10 - Tekstslide

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 11 - Quizvraag

Controlevragen
1. Naar welke landen emigreerden veel Nederlanders na de Tweede wereldoorlog?
2. Vanaf welk jaar was er meer immigratie dan emigratie in Nederland?
3. Noem de 5 groepen immigranten die naar Nederland kwamen?
4. Wat is de aantrekkingsfactor van een seizoensmigrant?
5. Nederland in een pluriforme samenleving. Leg deze zin uit.

Slide 12 - Tekstslide

Task blog maken
Meer informatie in de presentatie (zie files in MB)

Slide 13 - Tekstslide

Task interview
interview doen met 1 van de 5 groepen immigranten.
2 opties:
of een geschreven samenvatting of een filmpje 
-10 vragen stellen
-werk in tweetallen

Voorafgaand aan het interview

-vragen bedenken en formuleren
-Wat wil je precies weten van die persoon?
-verschil tussen open en gesloten vragen?
-voorbeelden moeten laten zien van goede en slechte interviews

Slide 14 - Tekstslide

Ellies en Zoya- 
Henry en Heather-
Archisha en Constanza-


Slide 15 - Tekstslide

Kies je groep

Immigranten uit voormalige kolonies.
Arbeidsmigranten
Vluchtelingen
seizoensmigranten
Expats
Nederlanders naar Australie, NZ en Canada






https://schooltv.nl/video/gastarbeiders-tijdelijke-arbeiders-en-nieuwe-nederlanders/#q=arbeidsmigranten
Vluchtelingen  

wikipedia:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vluchteling 

https://www.rhnl.nl/nl/ voorbeeld van een brochure in het NL. Dit is een oproep voor huisvesting voor Oekraïense vluchtelingen. 
Seizoensmigranten
wikipedia: geen lemma gevonden
wel (als voorbeeld):
 https://nl.wikipedia.org/wiki/Polen_in_Nederland

Expats
wikipedia: 
https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Expat 

Slide 16 - Tekstslide

Blog
5 deelonderwerpen: een dag uit het leven van, feiten en cijfers over jouw groep, het interview, wat kunnen de Nederlanders leren van de mensen uit jouw groep, en wat kunnen zij leren van de Nederlandse maatschappij/cultuur?
aantal foto’s: 3
elke paragraaf een kopje (titel)
lengte: 280-300 woorden


Slide 17 - Tekstslide

Blog
-noem je bronnen onderaan je blog
-maak 3 linkjes in je blog
om je blog te maken

Slide 18 - Tekstslide