hf 3 zakelijk lezen herhaling

hf 3 zakelijk lezen 
paragraaf 3.1 t/m 3.3
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

hf 3 zakelijk lezen 
paragraaf 3.1 t/m 3.3

Slide 1 - Tekstslide

Signaalwoorden geven het verband in een tekst aan tussen ...
A
alinea's
B
woorden
C
woorden en zinnen
D
woorden, zinnen en alinea's

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord in deze zin:
Vroeger kwam ik altijd te laat in de les.
A
vroeger
B
kwam
C
altijd
D
laat

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord in deze zin:
Hij houdt erg van gamen, daarentegen speelt zij liever buiten.
A
erg
B
gamen
C
daarentegen
D
liever

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord in deze zin:
In de lente bloeien veel bloemen, zoals de narcis, de tulp en de hyacint.
A
in
B
lente
C
veel
D
zoals

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord in deze zin:
Omdat zij altijd te laat uit bed kwam, heeft haar moeder een nieuwe wekker voor haar gekocht.
A
omdat
B
altijd
C
uit
D
voor

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord in deze zin:
Het waait ontzettend hard, daardoor vallen er veel takken van de bomen.
A
waait
B
ontzettend
C
daardoor
D
veel

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord in deze zin:
Hij wil later advocaat worden, zoals zijn moeder dat ook is.
A
later
B
zoals
C
moeder
D
dat

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord in deze zin:
Hij praatte duidelijk, keek het publiek aan en zijn slides waren overzichtelijk. Al met al gaf hij een prima presentatie.
A
duidelijk
B
overzichtelijk
C
al met al
D
prima

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van de Donald Duck?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van een recept voor bananencake?
A
amuseren
B
informeren
C
opiniëren
D
overtuigen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel van een reclamefolder?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
opiniëren

Slide 12 - Quizvraag

Wat bedoelen we met de hoofdgedachte?

Slide 13 - Open vraag

Wat weet je over:
de kernzin

Slide 14 - Woordweb

Tekstdoel
Tekstsoort
Tekstvorm
activeren
amuseren
amuserende tekst
activerende tekst
informatieve tekst
informeren
overtuigen
betogende tekst
krantenartikel
klachtenbrief
advertentie

Slide 15 - Sleepvraag

Welke tekstsoort heeft
als tekstdoel 'overtuigen'?

Slide 16 - Open vraag

Hoe noem je de belangrijkste
zin van een tekst?

Slide 17 - Open vraag

In de oceanen bevindt zich een enorme plastic vuilnisbelt, die zich steeds verder uitbreidt.

Een hoofdgedachte uit een ................... tekst.
A
betogende
B
informatieve

Slide 18 - Quizvraag

We moeten nu iets doen tegen het plastic in de oceanen, anders blijft er geen leven meer over.

Een hoofdgedachte uit een ................... tekst.
A
betogende
B
informatieve

Slide 19 - Quizvraag

Als zin 2 de belangrijkste
zin van de tekst is,
wat is dan het tekstdoel?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 20 - Quizvraag

Welke onderdelen vind je nog moeilijk?

Slide 21 - Open vraag

Welke onderdelen vind je nog moeilijk?

Slide 22 - Open vraag