Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, t, havoLeerjaar 2
In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
WOII - Les 2 - Opkomst van Hitler
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
- Aan het einde van de les Kun je 3 oorzaken geven waarom Duitsers in de jaren 30 ontevreden waren. - Aan het einde van de les kun je 3 oorzaken geven voor de stijgende populariteit van Hitler in de jaren ’30. - Aan het einde van de les kun je uitleggen wat Propaganda is en hoe Hitler het gebruikte om zijn populariteit te vergroten.
Slide 2 - Tekstslide
Deze Les
Begrippen: Massamedia, propaganda, Adolf Hitler, NSDAP Nationaalsocialisten / Nazi’s, democratie.
Gebeurtenissen: - Hitler aan de macht in Duitsland (1933)
Slide 3 - Tekstslide
Tijdvakken
Tijdvak 1
Tijdvak 2
Tijdvak 3
Tijdvak 4
Tijdvak 5
Tijdvak 6
Tijdvak 7
Tijdvak 8
Tijdvak 9
Tijdvak 10
Slide 4 - Sleepvraag
Wie was de grote verliezer van de Eerste wereldoorlog?
A
Engeland
B
Duitsland
C
Oostenrijk-Hongarije
D
Frankrijk
Slide 5 - Quizvraag
hoeveel mensen zijn gestorven tijdens de Eerste Wereldoorlog?
A
100 miljoen
B
10 miljoen
C
20 miljoen
D
50 miljoen
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent inflatie?
A
Geld wordt minder waard
B
Schulden nemen toe
C
Geld wordt meer waard
D
Alles wordt goedkoper
Slide 7 - Quizvraag
De Amerikaanse economie was goed in je jaren 20
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de oorzaak van de economische crisis eind jaren 20?
A
Alles was betaald met zwart geld
B
De maffia stal veel geld van banken.
C
Alles werd betaald met geleend geld, mensen hadden teveel schulden
D
Duitsland kon de herstelbetalingen niet terugbetalen.
Slide 9 - Quizvraag
Wat was een gevolg van de economische crisis van de jaren '30?
A
Er is een snel stijgende werkloosheid
B
Mensen kopen veel nieuwe producten
C
De banken lenen veel geld uit aan de werklozen
D
Bedrijven produceren te veel producten
Slide 10 - Quizvraag
Oorzaken economische crisis
Gevolgen economische crisis
Massale werkeloosheid
Beurskrach, ineenstorting van de beurs in de VS
Banken gaan failliet
Demonstraties nemen toe
Handel met Nederland komt stil te liggen
De Amerikaanse overheid bemoeide zich niet met de economie
Slide 11 - Sleepvraag
Wat weet je al van Adolf Hitler
Slide 12 - Woordweb
schooltv.nl
Slide 13 - Link
Wat wilde Hitler eerst worden?
A
President
B
Beeldhouwer
C
schilder
D
Minister
Slide 14 - Quizvraag
In de gevangenis heeft Hitler.....
A
Leren lezen en schrijven
B
Een boek geschreven
C
Toespraken leren geven
Slide 15 - Quizvraag
De NSDAP staat voor...
A
Democratische Bond
B
Nationaal-Socialisten Duitsland Partij
C
Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij
D
Alle antwoorden zijn ONJUIST
Slide 16 - Quizvraag
Hitler discrimineerde
A
Joden en homoseksuelen
B
katholieken
Slide 17 - Quizvraag
Welke ideologie had Hitler?
A
Socialisme
B
Nationaalsocialisme
C
Fascisme
D
Nationaalfascisme
Slide 18 - Quizvraag
Hoe zorgde Hitler voor werk?
A
Door andere landen te veroveren
B
Door de aanleg van wegen, spoorlijnen en het maken van wapens
C
Door de mensen werk te geven in de kolonieën
Slide 19 - Quizvraag
Wat maakte Hitler zo populair?
A
Hij was knap
B
Hij beloofde geld en banen
C
Hij bedreigde iedereen
D
Geluk
Slide 20 - Quizvraag
Wat hoorde NIET bij Hitlers politiek?
A
Iemand die het met Hitler oneens was, werd gevangengenomen.
B
Het volk kon invloed uitoefenen op de regering.
C
Het Duitse ras was beter dan alle andere rassen.
D
De Joden kregen de schuld van alles wat fout ging in Duitsland.
Slide 21 - Quizvraag
Hoe kwam Hitler aan de macht?
A
Hij pleegde een staatsgreep.
B
Hij erfde het Duitse Keizerrijk van zijn vader.
C
Hij pleegde fraude bij de verkiezingen.
D
Hij werd democratisch gekozen.
Slide 22 - Quizvraag
Wie bedoelde Hitler met niet-Ariërs?
A
Mensen met blauwe ogen en blond haar
B
Joden, zigeuners en homoseksuelen
C
Het Nederlandse volk
D
Het Duitse volk
Slide 23 - Quizvraag
Bekijk bron 1.
Welk begrip past bij bron 1?
Bron 1
A
democratie
B
Ariërs
C
propaganda
D
nazi
Slide 24 - Quizvraag
Waarom werd propaganda gebruikt?
A
Om mensen te helpen met goede informatie
B
Om ideeën en invloeden te verspreiden
C
Om alleen valse informatie te geven
D
Om een ander land zwart te maken
Slide 25 - Quizvraag
Hoe gaat Hitler om met tegenstanders?
A
Gaat hij mee in discussie
B
Worden in elkaar geslagen op straat
Slide 26 - Quizvraag
Hitler is nu dictator. Wat betekent dat?
A
Hij bepaalt alles
B
Hij bepaalt alleen wat er in de kranten staat
C
Hij bepaalt samen met mensen wat er gaat gebeuren in Duitsland
Slide 27 - Quizvraag
Wat wilde Hitler met Lebensraum?
A
Door Lebensraum te veroveren wilde Hitler de Japanners te hulp schieten.
B
Hitler had Lebensraum nodig om vernietigingskampen te kunnen bouwen.
C
Lebensraum waren wijken die gebouwd werden voor Hitlers aanhangers.
D
Volgens Hitler had het Duitse volk Lebensraum nodig om te overleven.
Slide 28 - Quizvraag
1919
1923
1924
1929
1933
1939
Duitsland kreeg schuld WOI
Hitler naar de gevangenis.
Hitler uit de gevangenis.
Hitler komt aan de macht.
Economische crisis
Begin Tweede Wereldoorlog.
Slide 29 - Sleepvraag
Hitler is geboren in Oostenrijk
Hitler wilde naar de kunstacademie in Wenen. Dit is niet gelukt, op straat verdiende hij geld met zijn schilderijen
Tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1914 zat Hilter in het leger
Hitler wilde zijn eigen politieke partij, dit mislukte en hij werd opgepakt. Vanuit de gevangenis schreef hij een boek.
Hilter wil opnieuw aan de macht. De partij van Hitler NSDAP
Slide 30 - Sleepvraag
Beurskrach
Rijksdagbrand
Hitler rijkskanselier
Neurenberger Wetten
Verdrag van Versailles
Slide 31 - Sleepvraag
1
2
3
Hitler bezet Sudetenland
Hitler bezet Oostenrijk
Hitler valt Polen aan
Slide 32 - Sleepvraag
Hitler
Hirohito
Mussolini
Duitsland
Italië
Japan
Slide 33 - Sleepvraag
Hoe gebruikte Hitler Massamedia om aan de macht te komen?