In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom V2a
Op tafel:
Wiskundeschrift, pen, boek deel 2
Rekenmachine
Laptop, ingelogd in lessonup
En dus:
Geen jas & telefoon
Online leerlingen?
Slide 1 - Tekstslide
Hoe gaan de lessen?
Vandaag gaan we alles herhalen van hoofdstuk 6 ter voorbereiding op het SO van donderdag
Slide 2 - Tekstslide
Kahoot
We gaan een kahoot spelen om hoofdstuk 6.4 te herhalen.
Pak alvast je rekenmachine, een blaadje & pen + log in in je laptop bij kahoot
Slide 3 - Tekstslide
De vragen zoals we net geoefend hebben en die je zo gaat oefenen kan je op deze manier op de toets verwachten.
Welke vragen zijn er nog over 6.4?
Herhalen
Slide 4 - Tekstslide
In tweetallen ga je 4 oefenopgaves maken.
Iedereen heeft daar 20 minuten de tijd voor. Eerder klaar?
Als de tijd voorbij is gaan we de opgaves bespreken. Ik wijs een tweetal aan dat de opgave op het bord gaat uitleggen. Het is dus belangrijk dat je serieus werkt! Natuurlijk mag je je boek erbij houden om de theorie nog eens te bekijken.
Voordat we beginnen: Even belangrijke begrippen herhalen:
wat is relatieve toename?
wat is absolute toename?
Herhalen 6.1 en 6.3
Slide 5 - Tekstslide
1.De kaartjes voor een basketbalwedstrijd zijn 19,50 euro. Het jaar daarvoor was dit nog 17,50 euro.
a) Wat is de absolute toename? b) Wat is de relatieve toename?
2.Pakketjesbezorger Peter brengt een pakket. Hij doet er 1,85 uur over. Op de terugweg staat hij in de file en doet hij er 20% langer over. Hoeveel uur en hoeveel minuten doet Peter over de terugweg?
3. Een groep leerlingen krijg een rekentest waarbij ze zoveel mogelijk sommen binnen 1 minuut goed moeten maken. De resultaten zijn: 12, 19, 15, 15, 16, 15, 17, 17, 12
Maak een frequentietabel en een histogram bij de resultaten
4. Het steel-bladdiagram gaat over de punten die behaald
zijn bij een test.
Hoeveel % van de personen heeft meer dan 50 punten gehaald?
timer
20:00
Slide 6 - Tekstslide
1.De kaartjes voor een basketbalwedstrijd zijn 19,50 euro. Het jaar daarvoor was dit nog 17,50 euro.
a) Wat is de absolute toename?
b) Wat is de relatieve toename?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
2.Pakketjesbezorger Peter brengt een pakket. Hij doet er 1,85 uur over. Op de terugweg staat hij in de file en doet hij er 20% langer over. Hoeveel uur en hoeveel minuten doet Peter over de terugweg?
Slide 9 - Tekstslide
optie 1
Slide 10 - Tekstslide
Optie 2
Slide 11 - Tekstslide
3. Een groep leerlingen krijg een rekentest waarbij ze zoveel mogelijk sommen binnen 1 minuut goed moeten maken. De resultaten zijn:
12, 19, 15, 15, 16, 15, 17, 17, 12
Maak een frequentietabel
en een histogram bij de resultaten
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
4. Het steel-bladdiagram gaat over de punten die behaald
zijn bij een test.
Hoeveel % van de personen heeft meer dan 50 punten gehaald?
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Je kent de begrippen relatieve toename/afname, absolute toename/afname
Je kan absolute en relatieve toename/afname berekenen (bij geld/ aantallen en ook bij tijd)
Je kan een frequentietabel en histogram tekenen
Je kan informatie lezen uit een frequentietabel, histogram en steelbladdiagram
Je kan percentages berekenen vanuit een frequentietabel en steelbladdiagram
Je kent de begrippen gemiddelde, modus en mediaan
Je kan deze begrippen uitrekenen als er een serie waarnemingsgetallen staan
Je kan deze begrippen uitrekenen vanuit een frequentietabel en steelbladdiagram
Leerdoelen hoofdstuk 6
Slide 16 - Tekstslide
Ik beheers de leerdoelen van hoofdstuk 6
đđđđđ
Slide 17 - Poll
Vanmiddag is de laatste bijles voor het SO. Wie komt?
Volgende week is het herhalingsweek.
Hoe gaan we die besteden?
Bijles
Slide 18 - Tekstslide
Zorg ervoor dat je de begrippen kent en dat je weet hoe je ze moet toepassen.