Grammatica zinsdelen H3 herhaling

Lezen in je leesboek
timer
10:00
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan/weet:
  • het naamwoordelijk gezegde in een zin herkennen.
  • het verschil tussen een werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde herkennen.
  • hoofd- en bijzinnen herkennen in samengestelde zinnen.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
Jullie zinnen gaan we samen ontleden.
  1. De appel schijnt niet ver van de boom te vallen.
  2. Ik ben de beste bakker van Leeuwarden geworden.
  3. Is Lola gisteren voor de 2e keer op rij kampioen geworden?
  4. Leffe bleek heel goed in voetbal te zijn.
  5. Sofie wordt morgen 12 jaar.
  6. Sanne wil later kapper worden.
  7. Ilse blijkt de slay queen te zijn. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Enkelvoudige zinnen
Als een zin één persoonsvorm heeft, noem je dat een enkelvoudige zin. 

Hij is heel erg bang in het donker.

Slide 5 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Als een zin meerdere persoonsvormen heeft, noem je dat een samengestelde zin.

Slide 6 - Tekstslide

Een samengestelde zin kan bestaan uit: hoofdzinnen of uit (een) hoofdzin(nen) en (een) bijzin(nen).

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdzin
In een hoofdzin staat de persoonsvorm vooraan of na het eerste zinsdeel.

Ik ga vanmiddag tennissen.

Hoofdzinnen kunnen met elkaar verbonden worden door de voegwoorden en, maar, want of of.

Ik ga vanmiddag tennissen en daarna wil ik eten.

Als de zin bestaat uit twee of meer hoofdzinnen spreken we van nevenschikking.



Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
Ik kom vanavond, want het is al laat.

Twee hoofdzinnen?

Slide 9 - Tekstslide

Bijzin
In een bijzin staat de persoonsvorm (bijna) achteraan.
Hij zei dat hij vanmiddag ging tennissen.

Een bijzin begint bijna altijd met een verbindingswoord.
Hij zei dat hij vanmiddag ging tennissen.

Bijzinnen noemen we ondergeschikt als ze deel uitmaken van de hoofdzin. 

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
Ik kom vanavond, omdat het al laat is.

Wat is de zinsstructuur? 
Hoofdzin / bijzin

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Af: vrij 27-01
H3 grammatica zinsdelen
m. opdr. 1 t/m 3

Af: ma 30-01
H5 grammatica zinsdelen
m. opdr. 1 t/m 3

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
We kijken samen naar het eerste deel van de uitgedeelde opdracht. Daarna gaan jullie in een groepje de opdrachten verder maken.
timer
1:00
Als je vragen hebt, stel je ze eerst in je groepje. Komen jullie er samen niet uit, dan steek je je hand omhoog.

Slide 13 - Tekstslide