Schrijfstijl les 2 o.b.v. module Schrijfstijl van Jeroen Steenbakkers

Welkom
Pak je spullen er vast bij:
laptop (schrijfdossier open), schrift en pen.


1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 9 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak je spullen er vast bij:
laptop (schrijfdossier open), schrift en pen.


Slide 1 - Tekstslide

Leerlingteksten
Welke formulering vind je geslaagd en waarom?
Welk effect heeft de formulering op jou?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kent het begrip coherentie.
  • Je kent het verschil tussen relationele coherentie en referentiële coherentie.
  • Je kunt een coherente tekst schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Introductie-opdracht
De Tweede Kamer

De Tweede Kamer wordt samengesteld door een verkiezing. De Tweede Kamer vergadert in de
vergaderzaal aan het plein in Den-Haag. Deze vergaderzaal wordt verlicht door 233 lampen. 233 is een priemgetal. Tegenwoordig worden er bijna geen gloeilampen meer verkocht. De
wetenschapper Edison heeft in 1879 het patent van de gloeilamp gekocht van Hanry Woodward
en Metthew Evans. In de islamitische jaartelling duurt het jaar 1879 van 1296 – 1297. Het
bijvoeglijke naamwoord ‘islamitisch’ wordt geschreven zonder hoofdletter, net als bijvoorbeeld
‘christelijke’ en ‘hindoestaanse’; het woord Islam schrijf je echter wél met een hoofdletter
Niet tekst 9

Slide 4 - Tekstslide

Waarom kun je NIET TEKST 9 geen tekst noemen?

Slide 5 - Open vraag

Lees de theorieblokken 4 en 5 (blz. 15-16)
Maak een korte samenvatting van beide theorieblokken.

Slide 6 - Tekstslide

Leg kort uit wat referentiële coherentie is.

Slide 7 - Open vraag

Leg kort uit van relationele coherentie is.

Slide 8 - Open vraag

Opdracht
Maak de verwerkingsopdrachten 2.3, 2.4 en 2.6.

Slide 9 - Tekstslide