Demonstrative pronouns

Demonstrative pronouns:
>  aanwijzend voornaamwoord
> je wijst het zelfstandig naamwoord aan
> iets is dichtbij of iets is ver af (deze appels of die appels)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Demonstrative pronouns:
>  aanwijzend voornaamwoord
> je wijst het zelfstandig naamwoord aan
> iets is dichtbij of iets is ver af (deze appels of die appels)

Slide 1 - Tekstslide

Demonstrative pronouns:
> this = dichtbij en 1 zelfstandig naamwoord : this apple
> these = dichtbij en meerdere : these apples

> that = ver af en 1 zelfstandig naamwoord : that bag 
> those = ver af en meerdere : those bags 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Dichtbij
Ver af 
This
these
That
Those

Slide 4 - Sleepvraag

Demonstrative pronouns
> May I use this pencil?
> May I use these pencils?

> Look over there! Do you see that handsome boy?
> Look over there! Do you see those dogs?

Slide 5 - Tekstslide

Look over there! Who is _____ boy?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 6 - Quizvraag

I would like ____ tomatoes, please
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 7 - Quizvraag

______ trees across the street have been cut down.
A
This
B
These
C
That
D
Those

Slide 8 - Quizvraag

______ is my favorite color.
A
This
B
These
C
That
D
Those

Slide 9 - Quizvraag

You can use any of ______ five laptops.
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 10 - Quizvraag

Who is _____ person over there?
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 11 - Quizvraag

______ pants I wear are so comfortable.
A
This
B
These
C
That
D
Those

Slide 12 - Quizvraag