In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Geschiedenis
Introductie
Les 9 Machtige koningen
Geschiedenis
Maar eerst even lezen...
Slide 1 - Tekstslide
Lever je huiswerk in.
Slide 2 - Open vraag
Wat zijn regenten?
A
Franse adel
B
Nederlandse adel
C
Rijke burgers
D
Bestuurders in de Republiek
Slide 3 - Quizvraag
Wie was Spinoza?
A
Hij vond de microscoop uit.
B
Hij bedacht dat je God alleen met je verstand kon vinden en niet door de Bijbel te lezen.
C
Hij vond de telescoop uit.
D
Hij bedacht dat je met je verstand moest kijken naar andere mensen.
Slide 4 - Quizvraag
De hoogste sociale laag in een middeleeuwse stad waren de rijke kooplieden en ambachtslieden
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Waarom wordt de "Gouden Eeuw" de GOUDEN eeuw genoemd?
A
Doordat de Nederland erg veel verdiend hebben in deze eeuw.
B
In de kunst werd erg veel goud gebruikt.
C
Deze eeuw was Nederland leidend op veel gebieden. Bijvoorbeeld sport.
D
Het was een eeuw van grote voorspoed.
Slide 6 - Quizvraag
Een stadhouder
A
werd benoemde door een stad
B
werd benoemd door een gewest
C
werd benoemd door Willem van Oranje
D
werd benoemd door Karel V en later Filips II
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een stadhouder?
A
De voorzitter van de Staten-Generaal
B
Net zo machtig als een raadspensionaris
C
De baas over het leger en de vloot
D
Een regent en de baas over een gewest
Slide 8 - Quizvraag
Hieronder staan vier bevolkingsgroepen uit de Republiek in de 17e eeuw. Noteer de cijfers in de juiste volgorde van rijk naar arm. 1. arbeiders 2. armen 3. boeren en burgers 4. kooplieden en bestuurders
A
4, 3, 1, 2
B
3, 4, 2, 1
C
4, 1, 3, 2
D
2, 3, 1, 4
Slide 9 - Quizvraag
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je:
Je kunt uitleggen dat sommige koningen absolute macht hadden.
Je kunt 2 manieren noemen waarop ze meer macht probeerden te krijgen.
Slide 10 - Tekstslide
Absolute macht
Je kunt uitleggen dat sommige koningen absolute macht hadden.
Slide 11 - Tekstslide
Lodewijk XIV
Absolute Macht
Slide 12 - Tekstslide
Versailles
Slide 13 - Tekstslide
Versailles
Slide 14 - Tekstslide
Versailles
Slide 15 - Tekstslide
De adel onder de duim
Lodewijk XIV hield de Franse adel dicht bij hem in het paleis van Versailles. Zo hield hij de controle over hen.
Heel veel regels aan het hof voor de adel.
Adel wil wel graag in het paleis aanwezig zijn........................
Slide 16 - Tekstslide
Absolute macht:
Alle macht in handen van één persoon (koning).
Absolutisme= Koning neemt alle beslissingen en iedereen moet luisteren.
Slide 17 - Tekstslide
2 manieren
Je kunt 2 manieren noemen waarop ze
meer macht probeerden te krijgen.
Slide 18 - Tekstslide
´Manier 1'
Koning = God:
* iedereen katholiek
* protestanten verboden
* geen kritiek
Slide 19 - Tekstslide
Manier 2:
Ambtenaren helpen bij bestuur
Oprichting goed getraind leger (invoering dienstplicht)
Koning is minder afhankelijk van de adel
Machtige edelliedenMOESTEN in paleis komen wonen, zo kon hij hen beter in de gaten houden.