Samengestelde zinnen 2tl

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

10 min lezen

Planning van vandaag

- Herhaling zinsdelen

- Uitleg samengestelde zinnen

- Zelfstandig werken

Wat is de pv in deze zin:
Noa heeft zondag in de zee gezwommen

1. Noa
2. heeft
3. heeft gezwommen
4. zondag

Wat is het ow in deze zin:
Heb jij het cadeau al gegeven?

1. Heb gegeven
2. jij
3. het cadeau
4. al

Hoe vind je het lijdend voorwerp?

Samengestelde zinnen

Normaal heb je een enkelvoudige zin:

 ‘Brit tekent in haar schrift.’

Bij samengestelde zinnen zijn er twee zinnen aan elkaar geplakt:

 ‘Brit tekent in haar schrift en Tessa maakt aantekeningen.’

De zinnen worden aan elkaar geplakt door de toevoeging van een voegwoord zoals:

 en, maar, dus, terwijl, toen, omdat, zodat, als, want

Een samengestelde zin kent twee persoonsvormen.

Wat zijn de persoonsvormen in de voorbeeldzin hierboven?

Wat is het pv in de volgende zin:
Rianne weet het beter.

1. Rianne
2. weet
3. het
4. beter

Wat is het pv in de volgende zin:
Rianne had het beter geweten.

1. Rianne
2. had
3. geweten
4. had geweten

Wat is het pv in deze zin:
Rianne weet het beter, maar Merel luistert niet.

1. weet
2. luistert
3. weet, luistert
4. maar

Aan de slag

Huiswerk:

Cursus 5 grammatica

§4 samengestelde zinnen

Opdracht 1 t/m 3

Online of in je boek op blz. 204, 205