Hoofdletters en leestekens aan te passen hoger dan niv 1

Nog een keer herhalen
Hoofdletters, leestekens en tekens bij woorden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nog een keer herhalen
Hoofdletters, leestekens en tekens bij woorden

Slide 1 - Tekstslide

Deze woorden schrijf je met een hoofdletter:

1 het eerste woord van een zin
Sinds ik elke dag een testje doe op www.beterspellen.nl maak ik veel minder spelfouten.

Uitzonderingen:

’s Middags moet de receptie altijd door twee personen bemand zijn. (hoofdletter na ’s)
35 euro vind ik te veel voor dit shirt. (geen hoofdletter na cijfer of symbool)

Slide 2 - Tekstslide

2 namen:
Epke Zonderland, Pasen, Samsung, de Tweede Wereldoorlog, Haarlem, Pools, H&M

Schrijf een kleine letter als je een merknaam als soortnaam gebruikt: Heb je mijn inbussleutel gezien? of Je moet de tomtom nog even instellen.
Let op bij namen van personen: Ans van der Meer, maar mevrouw Van der Meer

Slide 3 - Tekstslide

3 afleidingen
 van aardrijkskundige namen en van talen: Limburgse vlaai, Engelse boeken, Noord-Hollandse kaas

Slide 4 - Tekstslide

Je schrijft géén hoofdletter bij:
samenstellingen met feestdagen: paasei (maar: Pasen), kerstvakantie (maar: Kerstmis) 
windstreken: in het zuidwesten
namen van seizoenen, maanden en dagen: zomer, augustus, vrijdag
functiebenamingen en titels: minister-president, mr. Frank Visser
formele aanduiding: u, uw
periodes: de middeleeuwen
religieuze stromingen en afleidingen daarvan: een katholiek, de islam
schoolsoorten: mbo (maar wel in eigennaam: MBO Zadkine)

Slide 5 - Tekstslide

Leestekens
Punt: einde zin en soms bij afkorting, niet afkorting van maten en gewichten
Komma: opsomming, tussen twee persoonsvormen, tussne hoofd- en bijzin 
Vraagteken: na een vraag
Uitroepteken: na een bevel, na  een uitroep
Dubbele punt: na aankondiging van opsomming, om een citaat aan te kondigen, voor een uitleg
Puntkomma:  om hoofdzinnen te verbinden
Aanhalingstekens: bij citaat, ironisch woord , als het om het woord of groep woorden gaat

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf de zin correct met hoofdletters en leestekens:
t lijkt wel of mevrouw brouwer vrolijk is vandaag

Slide 7 - Open vraag

ook uit de tweede kamer kwamen opgewonden reacties

Slide 8 - Open vraag

zijn ze helemaal van de pot gerukt bij ns twitterde groenLinks kamerlid van gent

Slide 9 - Open vraag

tijdens de vakantie gaan we naar de ardennen juicht sara

Slide 10 - Open vraag

de belgische reporter deelde mee dat het winnen van de rode duivels zowel voor als nadelen heeft voor de competitie

Slide 11 - Open vraag

de apotheker zei neem voor elke maaltijd een lepel hoestsiroop maar neem niet meer dan een lepel

Slide 12 - Open vraag

john en anne zijn babynamen aan het bedenken ik vind margriet een mooie naam zegt anne

Slide 13 - Open vraag

minister mark rutte vertelt aan de journalist dat hij graag fietst en met pasen graag meedoet aan een wielerwedstrijd

Slide 14 - Open vraag

heb je ooit al eens gevaren met een gondel in de grachten van venetie

Slide 15 - Open vraag

ga je mee aanstaande zaterdag om te wandelen in de bossen van de veluwe

Slide 16 - Open vraag

laat me met rust riep ze boos

Slide 17 - Open vraag

echt knap dat je een twee hebt gehaald

Slide 18 - Open vraag