Paragraaf 4.2: De voedselproductie

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je weet hoe de voedselafdruk groter wordt, wat schaalvergroting en intensivering zijn en hoe je duurzamer voedsel kunt produceren.
  2. Je begrijpt waarom er steeds meer ruimte nodig is om voedsel te telen en op welke manier we duurzamer met voedsel om kunnen gaan
  3. Je kunt met kaarten aantonen dat er tropisch regenwoud verdwijnt voor landbouw.

Slide 2 - Tekstslide

De voedselafdruk
Voor alles dat wij eten is ruimte nodig om het daadwerkelijk te produceren. Rijst moet worden verbouwd, aardappelen moeten kunnen groeien, kippen moeten maïs eten zodat ze eieren kunnen leggen of kabeljauw moet worden gevangen.
De ruimte die nodig is voor om het voedsel voor een persoon te verbouwen heet de voedselafdruk.
Deze werkt hetzelfde als de ecologische voetafdruk. Hoe groter je voetafdruk, hoe meer ruimte er dus nodig is voor jouw leefpatroon. De voedselafdruk neemt vooral toe als je meer vlees eet. Want voor 1 kg rundvlees is 25 kg graan nodig. Niet echt in verhouding dus.
Het verschil tussen beide voetafdrukken is dat de voedselafdruk alleen over je eten gaat en de ecologische voetafdruk over alles (waaronder ook je voedselafdruk)

Slide 3 - Tekstslide

Verandering in de voedselafdruk
De voedselafdruk tussen personen kan dus verschillen. Iemand die heel erg veel eet heeft vanzelfsprekend een grotere voedselafdruk. Maar iemand die veel vlees eet heeft een enorm veel grotere afdruk dan iemand die vegetariër is (of zelfs iemand die veganistisch is).
Vlees eten heeft dus de grootste invloed. En in de toekomst gaan steeds meer mensen vlees eten. Landen ontwikkelen zich economisch en mensen zullen luxer gaan leven als ze meer geld hebben. En een van de dingen die zal veranderen is de vleesconsumptie.
Ook komt veel eten uit andere landen. Hoe verder hier vandaan, hoe langer het transport en hoe meer CO2-uitstoot. Ook het transport van het eten valt onder de voedselafdruk en wij kopen tegenwoordig meer producten uit andere landen.

Slide 4 - Tekstslide

Steeds meer eten
De wereldbevolking is toegenomen. Er zijn dus steeds meer mensen bijgekomen waarvoor eten verbouwd moest worden. Om te zorgen dat er genoeg eten was moest de voedselproductie omhoog. Dit is gelukt door:

  1. Schaalvergroting
  2. Intensivering
  3. Specialisatie


Slide 5 - Tekstslide

Schaalvergroting
Schaalvergroting wil zeggen dat je het landbouwbedrijf groter maakt. Dit kan betekenen dat je:
  • Meer kippen gaat houden door een extra schuur te bouwen
  • Landbouwgrond overkoopt zodat je een akker kunt hebben
  • Dat een stuk bos gekapt wordt en landbouwgrond wordt

Met elk van deze stappen kun je op grotere schaal aan landbouw doen. Hierdoor zal de totale opbrengst dus ook groter worden.
Vooral in het buitenland zijn er enorme landbouwbedrijven. Misschien ben je op weg naar Frankrijk wel eens langs de enorme zonnebloemvelden gereden.

Slide 6 - Tekstslide

Intensivering
Bij intensivering zorg je ervoor dat de opbrengst per dier of per hectare landbouwgrond omhoog gaat. Dit gaat natuurlijk niet vanzelf, maar hiervoor moet je investeren in machines en de boerderij.
Door machines en computers kan een boer veel efficiënter werken en heeft hij de mogelijkheid om meer dieren te houden. Plantenkassen zorgen ervoor dat groenten beter kunnen groeien en betere zaden kunnen ervoor zorgen dat de oogst veel meer zal opleveren.
Maar deze machines en de plantenkassen kosten geld om te kopen. En voor de betere is veel onderzoek gedaan en deze zullen dus duurder zijn. Vandaar dat je intensivering wel veel ziet in rijkere landen, maar een stuk minder in armere landen.
Machines
Door machines zoals tractoren, heftruks of scheermachines kunnen boeren sneller en efficiënter werken. Door deze melkmachine kun je niet alleen sneller koeien melken, maar ook meerdere tegelijk.
Hierdoor heb je veel minder tijd per koe nodig en kun je dus meer koeien houden en een hogere melkopbrengst krijgen.
Plantenkassen
Door gebruik te maken van plantenkassen kun je heel gemakkelijk een hogere opbrengst krijgen. Zo kun je in een kas zelf de (optimale) temperatuur bepalen, waardoor planten beter en sneller zullen groeien. Hierdoor kunnen de vruchten van bijvoorbeeld deze tomaten groter worden. Zo vergroot je dus de opbrengst per tomatenplant.
Computers
Ook computers zorgen ervoor dat een boer flink de productie kan verhogen. Neem bijvoorbeeld deze automatische voedermachines. Een computer is zo ingesteld dat elke varken op het juiste moment de perfecte hoeveelheid voer krijgt (zelfs 's nachts). Zo voorkom je niet alleen dat een varken te veel of te weinig krijgt, maar een boer hoeft ze ook niet meer zelf te voeren. Dit bespaart enorm veel tijd en dus kan een boer heel veel meer dieren gaan houden.

Slide 7 - Tekstslide

Specialisatie
Vaak gaan boeren zich richten op een product. Veel van de machines en investeringen die nodig zijn om veel te kunnen produceren zijn duur. Een boer gaat dus niet een speciale tractor kopen voor zowel graan, als maïs, als aardappelen. Het is voor een boer dan veel handiger om de tractor voor aardappelen te kopen en vanaf dat moment alleen nog maar aardappelen te verbouwen.
Naast dat het veel geld scheelt, wordt je ook beter in datgene dat je verbouwt als je jezelf alleen daarop hoeft te richten. Een boer die alleen maar schapen heeft zal veel beter weten hoe je zo optimaal mogelijk schapen kunt houden, dan een boer die schapen, varkens, kippen, wortelen, prei, bieten, bloemkolen, doperwten, kropsla, aardbeien, peren, frambozen en kersen heeft. Oh ja, en een vrouw....


Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen landbouw ontwikkelingen - schaalvergroting
De verhoogde voedselproductie heeft ook een keerzijde gehad. Deze keerzijde is vaak voor het milieu en voor het vee.

Door schaalvergroting is veel natuurgebied verdwenen (dit is namelijk landbouwgrond geworden). Veel flora en fauna (planten en dieren) uit deze natuurgebieden zijn dan ook verdwenen. Daarnaast verbouwen en houden wij enkel de gewassen en dieren die wij willen eten. Oftewel: veel verschillende planten en dieren hebben moeten plaats maken voor slechts een aantal die wij als mens graag consumeren.
Zodoende is de biodiversiteit (het aantal soorten planten en dieren in de natuur) afgenomen.

Soja-productie
Soja wordt veel verbouwd in Brazilië. Soja is enorm geschikt als veevoer voor koeien. En omdat de vraag naar rund- vlees is toegenomen is de vraag naar sojabonen enorm toegenomen (1kg rundvlees = 25 kg soja).
Om extra soja te verbouwen is er een groot deel van het Amazone-regenwoud gekapt. In 2005 had gebied dat over de jaren is gekapt een grootte van 7 miljoen hectare. Dat is anderhalf keer zo groot als Nederland. Alle miljoenen soorten dieren die ooit in dit deel van de Amazone hebben geleefd hebben dus plaats moeten maken voor 1 soort gewas.

Slide 9 - Tekstslide

Gevolgen landbouw ontwikkelingen - intensivering
Ook de intensivering heeft gevolgen gehad. De drang voor steeds verdere verhoging van de productie per dier of hectare heeft er vooral voor gezorgd dat we anders tegen de landbouw en de landbouwproducten aan zijn gaan kijken. De nadruk heeft telkens gelegd op meer opbrengst (en meer geld verdienen) en niet op het milieu en het dierenwelzijn:
Sommige dieren zijn zo ver doorgefokt, dat ze problemen hebben gekregen. Wij hadden vroeger de plofkip. Deze kip groeide zo snel en zwaar dat hij na verloop van tijd niet eens meer op de eigen poten kon blijven staan. 
Om gewassen beter te laten groeien wordt kunstmest gebruikt. Een nadeel is dat hierbij stikstof vrijkomt. Hierdoor komen op dit moment in Nederland natuurgebieden in de problemen.
Plofkip
Wij hadden vroeger de plofkip. Door goed door te fokken hadden wij in 50 jaar een kip gecreëerd die 4x zo zwaar werd. Echter, deze kip groeide zo snel en zo zwaar dat hij na verloop van tijd niet eens meer op de eigen poten kon blijven staan. Op dat moment werd hij naar de slacht gebracht. 
Tegenwoordig is in Nederland vlees van plofkippen verboden. We zijn tot inzicht gekomen dat we te ver zijn gegaan in de intensivering van vleeskippen en dat wij voor dierenleed zorgden bij de plofkippen. In het buitenland worden plofkippen nog wel gehouden...
Bemesting en bestrijdingsmiddelen
Om gewassen beter te laten groeien wordt kunstmest gebruikt. Een nadeel is dat hierbij stikstof vrijkomt. Dit stikstof waait richting natuurgebieden die rondom de boerderijen liggen. Hierdoor krijgen deze natuurgebieden extra voedingsstoffen, waardoor sommige plantensoorten extra hard kunnen groeien en anderen zullen verdringen. Het gevolg is dat op deze manier de biodiversiteit zal afnemen. Bijvoorbeeld veel planten waar vlinders van leven zijn heel sterk in aantallen afgenomen. In Nederland is zo het aantal vlinders in 30 jaar tijd met 50% afgenomen.
Maar ook het gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn slecht voor het milieu. Bestrijdingsmiddelen worden gebruikt zodat insecten niet ongewenst aan de gewassen gaan eten. Komen ze in de buurt, dan worden ze vergiftigd en vallen ze door neer. Maar ook insecten die niet schadelijk zijn en in de buurt komen worden vergiftigd. Dit zijn bijvoorbeeld bijen die juist bloemen willen bestuiven. 

Slide 10 - Tekstslide

Gevolgen landbouw ontwikkelingen - specialisatie
Tenslotte kan ook specialisatie tot problemen leiden. Bij specialisatie heeft de boer zich gericht op een landbouwproduct. Mocht er iets zijn dat gevaarlijk is voor specifiek dit landbouwproduct, dan kan het zo zijn dat alles wordt getroffen.
Zo kan een schimmel ervoor zorgen dat al het maïs weg zal rotten en kan een ziekte ervoor zorgen dat al het vee komt te overlijden.
Omdat de gevolgen voor een boer zo enorm groot kunnen zijn wordt er sneller gebruik gemaakt van bestrijdingsmiddelen of vaccinaties. Dit heeft dus gevolgen op het milieu, maar het zorgt er ook voor dat de ziektes of schimmels zich langzaam aan zullen aanpassen aan deze middelen. Hierdoor kan een ziekte of schimmel juist resistenter en gevaarlijker worden.
Ruiming kippen na besmetting vogelgriep
Vogelgriep is een virus dat erg besmettelijk en dodelijk is voor pluimvee (kippen, ganzen, eenden). Vogelgriep wordt overgedragen van wilde vogels die besmet zijn en over een boerderij heen vliegen. Maar is het eenmaal op een boerderij, dan kan het hier vandaan ook gemakkelijk via mensen naar andere boerderijen worden verspreid. 
Om die reden is de wetgeving rondom vogelgriep erg strikt: Is er een uitbraak van vogelgriep op een pluimveebedrijf, dan moeten alle dieren (dus ook de gezonde vogels) worden geruimd. Ruimen betekent dat de dieren worden gedood, dat de lichamen veilig in een afgesloten vrachtwagen worden gedaan en dat ze vervolgens worden vernietigd (verbrand). Ook alle andere pluimveebedrijven in de buurt van degene waar vogelgriep is ontdekt moeten worden geruimd. 
Tussen 2021 en 2023 zijn vanwege vogelgriep 6,9 miljoen vogels geruimd.

Slide 11 - Tekstslide

Duurzame voedselproductie
We moeten dus zorgen dat we in de toekomst voldoende voedsel blijven produceren, maar dat we beter rekening houden met het milieu. We moeten dus milieu-uitputting voorkomen. Zo blijven er ook voldoende natuurlijke hulpbronnen over voor de generaties na ons.
Op 4 manieren kunnen zijn duurzamer omgaan met ons voedsel en de productie ervan:

  1. Minder weggooien van voedsel
  2. Bouwen van voedselfabrieken
  3. Biologische landbouw
  4. Genetische modificatie

Slide 12 - Tekstslide

Minder voedselverspilling
Heel veel voedsel wordt er weggegooid. Vooral in rijke landen wordt er veel voedsel verspild (want wij kunnen het toch wel betalen). Zo wordt er veel voedsel verspild als de gewassen er niet perfect uitzien. Zo liggen er in de supermarkt alleen perfect rode tomaten, heeft een krop sla nooit een deel van de bladeren verloren en is een banaan mooi gekromd. Is dit niet het geval, dan willen wij deze producten vaak niet kopen en dus worden ze van tevoren al weggegooid.
Maar ook thuis gooien wij veel eten weg. Is het brood wat oud en een beetje droog, heeft de banaan te veel bruine plekken of is de appel toch niet helemaal rijp en nog wat zuur, dan gooien we het soms weg. Maar de producten zijn nog prima te eten.
Per jaar gooien wij gemiddeld 135 kg per persoon aan voedsel weg. Niet erg duurzaam dus.

Slide 13 - Tekstslide

Voedselfabrieken bouwen
Voedselfabrieken zijn eigenlijk hele moderne kassen. In een voedselfabriek kun je alle omstandigheden perfect optimaliseren voor een gewas. Zo kun je niet alleen de temperatuur constant op de perfecte manier instellen, er hangen uv-lampen waardoor het altijd dag is, de juiste hoeveelheid water wordt automatisch gegeven (waardoor je minder water nodig hebt) en zelfs de voedingsstoffen kunnen automatisch worden gegeven. En oh ja, je kunt ook in verdiepingen de hoogte in. Zo groeit sla niet alleen meer op de bodem, maar ook op de 10 etage.
Op deze manier kun je met zo min mogelijk verspilling, zo efficiënt mogelijk produceren en een zo hoog mogelijke opbrengst hebben.

Slide 14 - Tekstslide

Biologische landbouw
Bij biologische landbouw wordt er geen gebruik gemaakt van bemesting en bestrijdingsmiddelen. Eigenlijk gaat de natuur dan haar gang en zijn wij daar niet op aan het ingrijpen.
Hierdoor is er veel minder schade voor de natuur rondom de boerderij en is er minder milieu-uitputting.
Nadeel is dat de opbrengst van biologische boerderijen vaak iets lager is en dat er een groter risico is dat de oogst problemen kan krijgen. Hierdoor zullen de prijzen van biologische producten hoger moeten zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Genetische modificatie
Bij genetische modificatie wordt het DNA van het landbouwproduct gewijzigd. Zo wordt er DNA van een ander organisme toegevoegd aan het landbouwproduct, zodat het dezelfde positieve eigenschap overneemt. Op deze manier kan worden ingespeeld op veranderingen in het milieu.
Voorbeelden van genetische modificatie zijn:

  • Aardbeien die minder vatbaar zijn voor schimmels
  • Rijst dat ook in zout water kan groeien
  • Graan dat beter tegen extreme droogte kan
  • Aardappelen die minder snel weg rotten in natte grond
  • Peren die minder snel wormpjes krijgen (en dus minder bespoten hoeven te worden met bestrijdingsmiddelen)
  • Gist voor in brood dat vitamines kan aanmaken

Slide 16 - Tekstslide