oefenvragen voor de toets deel 3

Oefenvragen toets
  • Telefoon in de telefoontas
  • Ga zitten volgens de plattegrond
  • Pak je schrift en je pen.
  • Maak de startopdracht.
A3X
A3Y
A3Z
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefenvragen toets
  • Telefoon in de telefoontas
  • Ga zitten volgens de plattegrond
  • Pak je schrift en je pen.
  • Maak de startopdracht.
A3X
A3Y
A3Z

Slide 1 - Tekstslide

Starter for ten (3 minuten)
Maak een tekening van een fiets waarop een motorkracht werkt van 
1500 N, een rolwrijving van 300 N en een luchtweerstand van 1000 N
  1. Bepaal de tegenwerkende kracht
  2. Bepaal de resulterende kracht
  3. Bepaal of de auto een versnelde -, een eenparige - of een vertraagde beweging heeft.  

Slide 2 - Tekstslide

Spullen bij je.
  1. boek
  2. schrift
  3. rekenmachine
  4. pen/potlood
  5.  geodriehoek of liniaal
  6. huiswerk gemaakt

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van deze les
  • Maken van oefenvragen voor de toets
  • Begrippen trainen 

Slide 4 - Tekstslide

Zelf maken:
Een auto rijdt met een snelheid van 144 km/h en moet plotseling remmen.
De automobilist was even met zijn telefoontje bezig en heeft daardoor een reactietijd van 1,5 seconde.
Gelukkig heeft de auto goede remmen dus de auto staat dan stil in 7 seconden.

Bereken de stopafstand








Slide 5 - Tekstslide

Wat is stoppen?
Een auto rijdt met een snelheid van 144 km/h en moet plotseling remmen.
De automobilist was even met zijn telefoontje bezig en heeft daardoor een reactietijd van 1,5 seconde.
Gelukkig heeft de auto goede remmen dus de auto staat dan stil in 7 seconden.
Bereken de stopafstand

Stoppen is reageren en remmen. Dus eerst de reactieafstand uitrekenen en daarna de remweg.







Slide 6 - Tekstslide

Reageren, is een constante beweging. Noteer de vraag
Een auto rijdt met een snelheid van 144 km/h en moet plotseling remmen.
De automobilist was even met zijn telefoontje bezig en heeft daardoor een reactietijd van 1,5 seconde. Gelukkig heeft de auto goede remmen dus de auto staat dan stil in 7 seconden. Bereken de stopafstand








sreactie = ?

Slide 7 - Tekstslide

Reageren, is een constante beweging. Noteer de formule
Een auto rijdt met een snelheid van 144 km/h en moet plotseling remmen.
De automobilist was even met zijn telefoontje bezig en heeft daardoor een reactietijd van 1,5 seconde. Gelukkig heeft de auto goede remmen dus de auto staat dan stil in 7 seconden. Bereken de stopafstand








sreactie = ?
s=vt(eenparig)
s=vgemt(versn,,vertr)

Slide 8 - Tekstslide

Reageren, is een constante beweging. Noteer de gegevens
Een auto rijdt met een snelheid van 144 km/h en moet plotseling remmen.
De automobilist was even met zijn telefoontje bezig en heeft daardoor een reactietijd van 1,5 seconde. Gelukkig heeft de auto goede remmen dus de auto staat dan stil in 7 seconden. Bereken de stopafstand








sreactie = ?

v = 144 km/h = (:3,6) 40 m/s
t = 1,5 s (reactietijd)
s=vt

Slide 9 - Tekstslide

Reageren, is een constante beweging. invullen en uitrekenen, noteer de antwoordzin
Een auto rijdt met een snelheid van 144 km/h en moet plotseling remmen.
De automobilist was even met zijn telefoontje bezig en heeft daardoor een reactietijd van 1,5 seconde. Gelukkig heeft de auto goede remmen dus de auto staat dan stil in 7 seconden. Bereken de stopafstand








sreactie = ?

v = 144 km/h = (:3,6) 40 m/s
t = 1,5 s (reactietijd)
s = 40 x 1,5
sreactie = 60 m
s=vt

Slide 10 - Tekstslide

Remmen is een vertraagde beweging ==> formule en vraag en gegevens
Een auto rijdt met een snelheid van 144 km/h en moet plotseling remmen.
De automobilist was even met zijn telefoontje bezig en heeft daardoor een reactietijd van 1,5 seconde. Gelukkig heeft de auto goede remmen dus de auto staat dan stil in 7 seconden. Bereken de stopafstand








srem = ?

vbegin = 144 km/h = 40 m/s
veind = 0 m/s
vgem = (40 + 0) : 2 = 20 m/s
t = 7 s (remtijd)
s=vgemt

Slide 11 - Tekstslide

Remmen is een vertraagde beweging ==> invullen en uitrekenen + antwoordzin
Een auto rijdt met een snelheid van 144 km/h en moet plotseling remmen.
De automobilist was even met zijn telefoontje bezig en heeft daardoor een reactietijd van 1,5 seconde. Gelukkig heeft de auto goede remmen dus de auto staat dan stil in 7 seconden. Bereken de stopafstand








srem = ?

vbegin = 144 km/h = 40 m/s
veind = 0 m/s
vgem = (40 + 0) : 2 = 20 m/s
t = 7 s (remtijd)
s = 140 m
s=vgemt
s=207

Slide 12 - Tekstslide

Stoppen
Stoppen was reageren + remmen.

Dus de stopafstand = reactieafstand + remweg

s = 60 + 70 = 130 m

Slide 13 - Tekstslide

Doelen van deze les
  • Maken van oefenvragen voor de toets
  • Begrippen trainen 

Slide 15 - Tekstslide

Starter for ten (3 minuten)
Maak een tekening van een fiets waarop een motorkracht werkt van 
1500 N, een rolwrijving van 300 N en een luchtweerstand van 1000 N
  1. Bepaal de tegenwerkende kracht
  2. Bepaal de resulterende kracht
  3. Bepaal of de auto een versnelde -, een eenparige - of een vertraagde beweging heeft.  
1000+300=1300N
Fres=Fvs-Ft
Fres=1500-1300
Fres=200N
De resulterende kracht is positief
(De voortstuwende kracht is groter)
Dus de beweging is versneld

Slide 16 - Tekstslide