V3 | Les 14 | Latijn | 07-11-2024

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom & Startklaar
  • Telefoon in het Zakkie in je tas
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Kaugom weggegooid (anders snel nu)
  • Schoolspullen op tafel: boeken, laptop, JdW-map, etui

  • Ben je al lid van de klas in LessonUp?? (bqriy)
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Programma

  • Terugblik: grammatica en cultuur
  • Leerdoelen opstellen: gen en dat
  • Aan de slag: taaloefeningen
  • Reflectie en leerdoelen check: hebben we het begrepen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

imperativus
praesens
nominativus
bestaat niet in het Latijn
het volgende slachtoffer van de wrekende godin Latona
veranderde alles wat hij aanraakte in goud
congrueren
vocativus
bindvocaal
accusativus
infinitivus
gebiedende wijs
tegenwoordige tijd
naamwoordelijk deel van het gezegde
onderwerp
lidwoord
Niobe
Midas
passend zijn/maken qua naamval, getal en geslacht
aanspreekvorm
bevindt zich tussen werkwoordsstam en werkwoordsuitgang
lijdend voorwerp
na Latijnse voorzetsels als 'in' en 'per'
hele werkwoord

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén functie van de genitivus?
A
Eigenschap
B
Verplichte aanvulling
C
Bijvoeglijk bepaling
D
Bezit

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Genitivus: 3 functies
1. Bijvoeglijke bepaling ('van')
Latona is de moeder van een tweeling
Io is de dochter van Inachus

2. Eigenschap ('met')
Niobe is een koning met grote arrogantie
Io is een meisje met uitzonderlijke schoonheid

3. Als verplichte aanvulling na een woord (+gen)
De kinderen van Niobe zijn bang voor de goden

Vorm = naamval
Stam = deel dat niet verandert:
Marc- en Corneli-
Uitgang = deel dat verandert:
-us en -a 

Slide 6 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Wat zijn de functies van de dativus?
A
Verplichte aanvulling
B
Meewerkend voorwerp
C
Belanghebbend persoon
D
Bijvoeglijke bepaling

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dativus: 4 functies
1. Meewerkend voorwerp ('aan'/'voor'/'tegen')
Latona geeft straf aan de boeren
Apollo zegt tegen Diana: kom!

2. Als verplichte aanvulling na een woord (+dat)
Iuno nadert de koe (appropinquare +dat)

3. Belanghebbend persoon ('voor')
Mercurius begint te zingen voor Argus

4. Dativus van bezit (esse + dativus)
Aan de god is een koe > De god heeft een koe

Eén naamval, meerdere functies
Hoe weet je welke je moet kiezen?

Ligt aan de context van de zin!
Vertaal eerst de hoofdzin en kijk dan wat het beste past.

Slide 8 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke functies de genitivus en de dativus hebben
  • Je kunt de genitivus en dativus van woorden uit groep 1 en 2 herkennen en op de correcte wijze vertalen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig naamwoord: groep 1 en 2
Naamval
Getal
Hoofdfunctie
Groep 1: V
Groep 2: M
Groep 2: O
Nom 
Ev
Onderwerp
mens-a
serv-us
don-um
Gen
Bijv. bepaling
mens-ae
serv-i
don-i
Dat
Meew. vwp
mens-ae
serv-o
don-o
Acc
Lijdend vwp
mens-am
serv-um
don-um
Nom
Mv
Onderwerp
mens-ae
serv-i
don-a
Gen 
Bijv. bepaling
mens-arum
serv-orum
don-orum
Dat
Meew. vwp
mens-is
serv-is
don-is
Acc
Lijdend vwp
mens-as
serv-os
don-a

Slide 10 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Taaloefening A, pag. 38
1. a. terra b. mensa c. gen. mv. v.
2. a. forma b. mensa c. acc. ev. v.
3. a. ingenium b. donum c. nom. / acc. mv. o.
4. a. terra b. mensa c. acc. mv. v.
5. a. aurum b. donum c. gen. ev. o.
6. a. verbum b. donum c. gen. ev. o.
7. a. donum b. donum c. gen. mv. o.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taaloefening A, pag. 38
8. a. dolus b. servus c. gen. ev. / nom. mv. m.
9. a. ira b. mensa c. acc. ev. v.
10. a. dea b. mensa c. gen. mv. v.
11. a. ingenium b. donum c. dat. ev. o.
12. a. forma b. mensa c. gen. ev. / dat. ev. / nom. mv. v.
13. a. filius b. servus c. dat. ev. m.
14. a. mensa b. mensa c. dat. mv. v.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taaloefening A, pag. 38
15. a. servus b. servus c. gen. ev. / nom. mv. m.
16. a. ira b. mensa c. acc. ev. v.
17. a. silva b. mensa c. dat. mv. v.
18. a. dolus b. servus c. dat. mv. m.
19. a. filius b. servus c. acc. ev. m.
20. a. dea b. mensa c. gen. ev. / dat. ev. / nom. mv. v.



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taaloefening B, pag. 38
1. Midas cupidus auri est.
2. Liberos pulchrae deae iuvamus.
3. Verba agricolarum deam movent.
4. Iupiter magni ingenii est.
5. Agricolae timidi Latonae sunt.
6. Potes quaerere terram agricolarum.
7. Regia dearum mira est.
8. Servi agricolae bibunt.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taaloefening C, pag. 39
1. dolum, want dit woord staat in de accusativus, de andere woorden staan (o.a.) in de genitivus.
2. filium, want dit woord hoort bij groep 2 en niet bij groep 1.
3. victoria, want dit woord staat in het enkelvoud en niet in het meervoud.
4. deam, want dit woord staat in de accusativus, de andere woorden staan in de dativus.
5. filio, want dit woord is een zelfstandig naamwoord, en geen werkwoord.
6. deo, want dit woord is mannelijk, en niet onzijdig.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst op pag. 38-39 van je tekstboek en maak de vragen op pag. 35 van je grijze werkboek.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Vertaal tekst 4.a. op pagina 39 van je rode tekstboek.
Schrijf je vertaling op pagina 36 van je grijze werkboek.

Let op: de nieuwe woorden staan op pagina 35.
Je kan ook de woordenlijst achterin je boek gebruiken!

timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Reflectie
  • Kun je uitleggen welke functies de genitivus en de dativus hebben?
  • Kun je de genitivus en dativus van woorden uit groep 1 en 2 herkennen en correct vertalen?

Slide 18 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Exit ticket
(ex-ire = uitgaan)

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies