CB1A meervoud -s en 's

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop, je boek en je pen.
       Start je Chromebook/ laptop op.
       Log in op www.lessonup.app 
       Je telefoon is in je zakkie en in je tas!
      

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan wij vandaag doen?
Les 52 : 
Hoe schrijf je meervoudsvormen 
van zelfstandige naamwoorden?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoud en meervoud

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk zelfstandig naamwoord staat in het meervoud?
A
beker
B
meisjes
C
tafel
D
auto

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee zelfstandige naamwoorden staan in het meervoud?
A
vinger
B
jongens
C
oma's
D
sleutel

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer je in deze les?
In deze les leer je:

  • hoe je woorden schrijft die in het meervoud eindigen op -s 
  • hoe je woorden schrijft die in het meervoud eindigen op 's.
  • hoe je woorden schrijft met meervoud (e)n
  • hoe je bijzondere meervoudsvormen schrijft.

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Meervouden op -s
De meeste zelfstandige naamwoorden 
die eindigen op en, el, em en er
krijgen in het meervoud meestal een -s erbij.
Bijvoorbeeld:
lepel - lepels
bezem - bezems

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervouden op 's
Zelfstndige naamwoorden die eindigen o:
a, i, o, u of y krijgen in het meervoud een 's.
Bijvoorbeeld:
oma - oma's // foto - foto's
baby - baby's // agenda - agenda's
taxi -taxi's
Geheugensteuntje: Ik hou van Y's.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervouden op -en, -v, -z
Boek -boeken // kasten
Maar let op!
Woorden op -f krijgen in het mv een -v
brief - brieven
duif - duiven
Woorden op een -s krijgen in het mv een -z
muis - muizen
laars - laarzen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervouden waarbij de klinker verandert.
stad - steden
schip - schepen
lid - leden
snelheid - snelheden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud op -eren
kind - kinderen
ei - eieren
lam - lammeren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud op -ici, -a
musicus - musici
historicus - historici

museum - musea of museums !!
datum - data of datums !!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les52
 Maak nu opdracht 1 en 2 op bladzijde 108.
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 52
Klassikaal opdracht 1 en 2op bladzijde 108 bespreken. 

timer
2:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?
010

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ben je blij met het resultaat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Les 28: verder maken thuis!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies