21 mrt: les 54

Welkom klas!

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op tafel:
- laptop en log in op LessonUp
- Kern
- map
- pen
Welkom klas
timer
3:30
Telefoon in het zakkie.
Jas uit en over je stoel.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op tafel:
- laptop en log in op LessonUp
- Kern
- map
- pen
Welkom klas
timer
2:30
Telefoon in het zakkie.
Jas uit en over je stoel.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag donderdag 21 maart
  • Mededeling
  • Huiswerk les 48 nakijken
  • Uitleg les 54
  • Oefenen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mededeling
Aanstaande zaterdag is de deadline voor de boekopdracht.
Al vier leerlingen hebben de opdracht af. :)

Succes met de opdracht afmaken en inleveren!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 48, opdracht 2 en 4. 
Zet een krul of verbeter je antwoord. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf alle persoonlijk voornaamwoorden op uit:

Het was ze nog niet opgevallen, maar hij was er vandoor met alle spullen.
timer
0:40

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf alle persoonlijk voornaamwoorden op uit:

Niemand had aan hen verteld dat het feest niet doorging.
timer
0:40

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf alle persoonlijk voornaamwoorden op uit:

Als ze je ernaar vragen: je weet van niks!
timer
0:40

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf alle persoonlijk voornaamwoorden op uit:

Weten jullie hoe we dat getreuzel kunnen voorkomen?
timer
0:40

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen les 54: Bijvoeglijk naamwoorden
  1. R: Ik leer wat een bijvoeglijk naamwoord is. 
  2. T1: Ik leer hoe je een bijvoeglijk naamwoord goed schrijft.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

Kan voor of achter het znw staan


-Ik lees het spannende boek.

- Het is een spannend boek.

- Het boek is spannend.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord?
A
Blonde
B
Man
C
Paard
D
De

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
A
de
B
leerling
C
snapt
D
slimme

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De rode jas hangt nog aan de kapstok. Het bijvoeglijk naamwoord is:
A
jas
B
rode
C
kapstok
D
hangt

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin?

'Morgen komt mijn lieve vakantievriendin eindelijk logeren.'
A
morgen
B
lieve
C
eindelijk
D
er staat geen bijvoeglijk naamwoord in de zin

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijk naamwoorden
Verbogen vorm en onverbogen vorm:
  • verbogen vorm met –e
  • makkelijke plakjes – lichte recepten
  • onverbogen als het zelfstandig naamwoord erachter staat 
  • het recept is licht

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
een (krachtig) akkoord
timer
0:30

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
de (ruimtelijk) figuren
timer
0:30

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
de (dansbaar) muziek
timer
0:30

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijk naamwoorden
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. 

En het kan ook over een materiaal of stof gaan ...

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden
> Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen op –en:
het katoenen shirt

> ‘nieuwe’ stoffen krijgen geen -en:
de plastic stoel

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op: er zijn ook uitzonderen! 
plastic                                                 --> de plastic beker
polyester                                            --> de polyester trui
nylon                                                   --> de nylon tent

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf je eigen kleding en uiterlijk. Gebruik minstens 3 bijvoeglijk naamwoorden. Denk aan materiaal en kleur.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
De (karton) doos
timer
0:30

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
de (wol) sjaal
timer
0:30

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
de (lood) leidingen
timer
0:30

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
een (bamboe) shirt
timer
0:30

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Voltooid deelwoorden kunnen ook als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt (zie ook Kern les 39).
  • Het brood wordt gebakken > werkwoord
  • Het gebakken brood wordt net uit de oven gehaald. > bijv. nw.
  • De mail is beantwoord > werkwoord
  • De beantwoorde mail werd om 1 uur verstuurd. > bijv. nw.


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord in:
"het ... (vinden) onderwerp"
timer
1:00

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord in:
"het ... (verwoesten) monument"
timer
1:00

Slide 33 - Open vraag

t/m hier gekomen...
Schrijf het bijvoeglijk naamwoord in:
"de... (bevrijden) gevangene"
timer
1:00

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord in:
"de... (verrotten) appel"
timer
1:00

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord in:
"het... (bezetten) toilet"
timer
1:00

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijk naamwoord
  1. Normale vorm - lange vorm: niets of -e
  2. Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord: -en of uitzondering (plastic, polyester)
  3. Voltooid deelwoord: oefenen! Zie ook les 39.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf de kleding en het uiterlijk van je buurvrouw/-man. Gebruik minstens 3 bijvoeglijk naamwoorden. Denk aan materiaal en kleur.

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan best goed een bijvoeglijk naamwoord herkennen en schrijven.
Ja, ik begrijp het.
Nou, ik begrijp het wel, maar ik kan het nog niet altijd goed.
Ik moet er nog heel veel mee oefenen.

Slide 39 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak opdracht 2 en 3 uit KERN les 54. 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies