8 mrt les 52 en 54

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom mavo 1CTekst

Pak erbij: 

Je leesboek De Laatsten. 

Pak erbij:

laptop en log in op LessonUp

Wel op tafel, maar nog dicht: 

Kern, schrift en pen

Vandaag 8 maart:

Aan de slag met les 52 en 54

Les 52: het schrijven van goede zinnen

Les 52: het schrijven van goede zinnen

Slechte zinnen: weinig samenhang, niet begrijpelijk.

> je weet dan hoe je zelf goede zinnen schrijft

> je kunt slechte zinnen verbeteren

> je kunt slechte zinnen herkennen

"Mijn oom, van wie ik gisteravond had gewonnen met yahtzee, waarop hij vervolgens alles van de tafel veegde omdat hij niet tegen zijn verlies kon, kwam vanochtend met rillende schouders de eetkamer binnen."

Mijn oom, van wie ik gisteravond had gewonnen met yahtzee, waarop hij vervolgens alles van de tafel veegde omdat hij niet tegen zijn verlies kon, kwam vanochtend met rillende schouders de eetkamer binnen.
Geef weer waarom dit wel of geen duidelijke zin is.

Belangrijk!

Goede zinnen:

• beginnen met een hoofdletter;
  
• eindigen met een punt, vraagteken of uitroepteken;
  
• bevatten minstens één werkwoord (persoonsvorm);
  
• bevatten ongeveer 7-10 woorden per zin.
  

Belangrijk!

1. Maak je zin ‘af’: 

Morgen ga ik. > Morgen ga ik naar tennisles.

2. Gebruik geen onnodig moeilijke woorden, Engelse woorden of afkortingen 

3. Gebruik geen chattaal

• DUS NIET: Wrm moeten we w8en?
  
• MAAR: Waarom moeten we wachten?

Belangrijk!

Doel bij goede zinnen:

Na de zin één keer lezen, begrijp je wat er staat. 

Schrijf het duidelijker:
Mijn oom, van wie ik gisteravond had gewonnen met yahtzee, waarop hij vervolgens alles van de tafel veegde omdat hij niet tegen zijn verlies kon, kwam vanochtend met rillende schouders de eetkamer binnen.

Schrijf één zin:
Wil je de reep met nootjes of die met zeezout en karamel? Die met nootjes.

Schrijf één zin:
Waarvoor gaan jullie die planken gebruiken? Om een tafel mee te timmeren.

Schrijf één zin:
Wat vind je eigenlijk van de serie SpangaS? Niet veel aan eigenlijk.

Aan de slag met les 52

Maak opdracht 1&2, 4, 5, 6, 8.

Planner

Morgen donderdag 9 maart 8e uur:

Les 52 opdracht 1&2, 4, 5, 6, 8.

Les 54 opdracht 2 

Lezen deze week: t/m pagina 91

Deel 2 van deze les

Aan de slag met les 54: bijvoeglijk naamwoorden.

Pak erbij: 

Laptop en log in op LessonUp

Een start maken met les 54

Een bijvoeglijk naamwoord

> je leert wat een bijvoeglijk naamwoord is

> je leert hoe je een bijvoeglijk naamwoord goed schrijft

> je kunt bijzondere bijvoeglijk naamwoorden herkennen en schrijven

Belangrijk!

Verbogen vorm en onverbogen vorm:

> verbogen vorm met –e

makkelijke plakjes – lichte recepten

> onverbogen als het zelfstandig naamwoord erachter staat 

het recept is licht

> onverbogen bij het-woorden met een onbepaald lidwoord 

een licht recept

Belangrijk!

> Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen op –en:

het katoenen shirt

> ‘nieuwe’ stoffen krijgen geen -en:

de plastic stoel

Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
De (karton) doos

Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
een (krachtig) akkoord

Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
de (ruimtelijk) figuren

Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
de (wol) sjaal

Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
de (dansbaar) muziek

Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
een (bamboe) shirt

Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
de (lood) leidingen

les 54

Maak opdracht 2 en 3.

Planner

Morgen donderdag 9 maart 8e uur: 

Les 52 opdracht 1&2, 4, 5, 6, 8.

Les 54 opdracht 2 en 3

Lezen deze week: t/m pagina 91