Om te voorkomen dat voedsel bederft, wordt het behandeld.
Door deze behandeling gaan bacteriën en schimmels dood.
Deze behandeling noem je conserveren.
Voorbeelden van conserveren zijn:
Invriezen, verhitten, luchtdicht verpakken (vacuüm), drogen en toevoegen van conserveermiddelen zoals suiker, zuur of zout