Ned_woe31mrt_Havo3_H2_Woordenschat_Boekpromotie

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Terugblik 
Stillezen 
Theorie bespreken
Samen oefenen (lessonup)
Zelfstandig aan de slag
Evalueren
Vooruitblik 
Wisseling docent/pauze

Slide 2 - Tekstslide

Hoe was de les gegaan?
Goede concentratie.

Wat heb je gedaan?
Schrijven










Slide 3 - Tekstslide


Week 29 maart - 2 april
Lesdag 1 Schrijven hoofdstuk 2 
Lesdag 2 Woordenschat hoofdstuk 2 
Lesdag 3 Woordenschat hoofdstuk 2 + boekpromotie + Kahoot!

Voor de meivakantie
donderdag 15 april Schrijftoets (bouwplan op papier)
donderdag 22 april Hoofdstuktoets h2

Na de meivakantie:
Schrijftoets (betoog)
Hoofdstuktoets h3
Boekopdracht (presentatie)









Slide 4 - Tekstslide

stillezen
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel 
Onderdeel woordenschat
Je weet dat je  met een metoniem opvallende eigenschappen/kenmerken benadrukt van een persoon of een voorwerp; vaak noem je die eigenschap of dat kenmerk in plaats van de persoon of het voorwerp.


Slide 6 - Tekstslide

Beeldspraak

Slide 7 - Tekstslide

Even de neuzen tellen.

Slide 8 - Tekstslide

Metoniem



1   Je noemt een deel in plaats van het geheel

     Even de neuzen tellen.
2  Je noemt het geheel in plaats van een deel
     Ajax heeft eindelijk weer goed gespeeld.

Slide 9 - Tekstslide

Metoniem
3    Je noemt het materiaal, maar je bedoelt het voorwerp
      Hij won goud.
4   Je noemt een aardrijkskundige naam, maar je bedoelt het
      product dat daarmee verbonden is. 
     Ik eet het liefst Edammer.


Slide 10 - Tekstslide

Metoniem
5   Je noemt plaats/ruimte, maar je bedoelt de mensen die daar
      zijn. De zaal gaf een enorm applaus.
6    Je noemt de producent, maar je bedoelt het product:
      een Apple
7   Je noemt de eigenschap, maar je bedoelt de persoon
     Die lange

Slide 11 - Tekstslide

Onderdeel woordenschat
Bladzijde 66
Theorie
Havo

Slide 12 - Tekstslide

Blz 66, opdr 1
We gaan met de hele familie naar de zon.
Wat wordt bedoeld met 'naar de zon'

Slide 13 - Open vraag

Antwoord
naar de zon = naar een warm land waar de zon schijnt

Slide 14 - Tekstslide

Hij had al vijf glazen gehad.
Wat wordt bedoeld met vijf glazen?

Slide 15 - Open vraag

Antwoord
glazen = drankjes (vaak alcoholische drankjes)

Slide 16 - Tekstslide

De bemanning van de tanker bestaat uit 25 koppen. Wat wordt bedoeld met 'koppen'?

Slide 17 - Open vraag

Antwoord
koppen = bemanningsleden

Slide 18 - Tekstslide

Nieuw Nederlands
Je gaat deze opdrachten via de modules maken. 
H2 Woordenschat theorie
H2 Woordenschat deel 1
H2 Woordenschat deel 1 - vwo

Tip: gebruik de woordenlijst (zie mail vorige week)

Ben je klaar? Goed gedaan! 

Wat ga je doen als je klaar bent?
Stillezen
Woorden lezen




timer
35:00

Slide 19 - Tekstslide

Wat ging goed?
Wat kan er de volgende keer beter?

Slide 20 - Tekstslide


Wat gaan we de volgende les doen?

Woordenschat


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Nakijken

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Onderwerp zoeken
Je leest de tekst oriënterend. 

Door naar de titel te kijken, tussenkopjes, plaatjes en de eerste of laatste zin (bij een korte tekst) of de eerste of laatste alinea (bij een lange tekst) kom je achter het onderwerp van de tekst.


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link