Wk 41 - Werkwoordspelling

DOEL



- je weet hoe je de persoonsvorm vindt

- je kan voltooide deelwoorden herkennen

- je weet hoe je de persoonsvorm in de juiste tijd moet schrijven.

- Je weet hoe je het voltooid deelwoord moet schrijven.

spelling van de persoonsvorm en het vd
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

DOEL



- je weet hoe je de persoonsvorm vindt

- je kan voltooide deelwoorden herkennen

- je weet hoe je de persoonsvorm in de juiste tijd moet schrijven.

- Je weet hoe je het voltooid deelwoord moet schrijven.

spelling van de persoonsvorm en het vd

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoordsvormen
- Persoonsvorm
- Voltooid deelwoord
- Hele werkwoord = infinitief
- Onvoltooid deelwoord

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je van de persoonsvorm?

Slide 3 - Woordweb

Persoonsvorm
--> Tijdproef
--> Getalproef

Wij hebben heel de week geleerd, maar hebben toch een onvoldoende.
Wij hadden heel de week geleerd, maar hadden toch een onvoldoende. 

Wij hebben heel de week geleerd, maar hebben toch een onvoldoende.
Ik heb de hele week geleerd, maar heb toch een onvoldoende.

Slide 4 - Tekstslide

Regels werkwoordspelling

Slide 5 - Tekstslide

Regels werkwoordspelling
Voltooid deelwoord

't (x) kofschip.

--> Stam (hele werkwoord - en)


Slide 6 - Tekstslide

De leerlingen hebben de vraag goed beantwoord.
beantwoord =
A
pv
B
vd

Slide 7 - Quizvraag

Hij bevrijdt Vince uit het schuurtje.
bevrijdt=
A
pv
B
vd

Slide 8 - Quizvraag

Hij heeft Vince uit het schuurtje bevrijd.
bevrijd =
A
pv
B
vd

Slide 9 - Quizvraag

Vind je het logisch dat hij niet luistert?
luistert =
A
pv
B
vd

Slide 10 - Quizvraag

D2b heeft erg goed naar de juf geluisterd.
geluisterd =
A
pv
B
vd

Slide 11 - Quizvraag

Hij heeft de opdrachten goed in de computer verwerkt.
verwerkt =
A
pv
B
vd

Slide 12 - Quizvraag

Fay .... (verhuizen) naar de andere kant van Helmond.

Slide 13 - Open vraag

Duuk ... (belanden) in de sloot.

Slide 14 - Open vraag

Duuk is in de sloot ... (belanden)

Slide 15 - Open vraag

Nick ... (besteden) gisteren veel tijd aan zijn huiswerk.

Slide 16 - Open vraag