Les 11 donderdag 10 oktober 2024

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Les 11 donderdag 10 oktober

Slide 2 - Tekstslide

Programma
- Lezen
10 min
- Huiswerk bespreken 
5 min

- Woordenschat en samenstellingen
15 min
-Oefenen 
40 min
-Afsluiting
10 min

Slide 3 - Tekstslide

Lezen
Je pakt je sprookjesbundel voor je.





Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk
Hoofdstuk 1 paragraaf 6 Woordenschat
Bladzijde 28
Opdracht 1 t/m 3

Cursus Spelling & Grammatica > Samenstellingen
Bladzijde 136 t/m 139
Opdracht 3 t/m 9

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Link

Woordenschat oefenen

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent carriëre?
A
de voortgang
B
de loopbaan
C
hard werken
D
iemand opvolgen

Slide 9 - Quizvraag

De auteur is
A
de toneelspeler
B
de persoon die de tekst leest
C
de schrijver van de tekst
D
de vierde alinea

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'bezienswaardigheden'?
A
Dingen die heel veel waard zijn
B
Dingen die het waard zijn om bekeken te worden
C
Dingen die je tegenkomt in je omgeving

Slide 11 - Quizvraag

Genre
A
Een verhaal met een hoofdpersoon
B
Een verhaal met een boodschap
C
Een soort verhaal, bijvoorbeeld griezel of geschiedenis

Slide 12 - Quizvraag



Wat is het genre?
A
historische roman
B
spanning en avontuur
C
oorlogsroman
D
hier en nu

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen genre?
A
Thriller
B
Ontwikkelingsroman
C
Serie
D
Reisverhaal

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een trefwoord?
A
een belangrijk wood
B
een woord dat niet bestaat
C
een woord dat door jongeren wordt gebruikt
D
een woord waarmee je informatie opzoekt

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent toelichting?
Ik geef een toelichting op de opdracht.
A
extra uitleg
B
een opsomming
C
het antwoord
D
een andere mening

Slide 16 - Quizvraag

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je weet de betekenis van woorden uit dit hoofdstuk.
  • Je kan een gegeven betekenis aan een woord koppelen.
  • Je kan zelf de betekenis van een woord of woordgroep afleiden of een woord in een zin invullen.
  • Je kan zelf nieuwe zinnen maken met woorden uit dit hoofdstuk.

Slide 17 - Tekstslide

Woordenschat check
vluchten
te veel
niet goed
verslag
helemaal
documentaire
afscheid
overdreven
mis
portret
totaal
film

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Link

Oefeningen
Ga aan de slag met de volgende oefeningen:

Cursus Spelling & Grammatica > samenstelling (tussenklanken) 
Bladzijde 140 -143
Opdracht 1 en opdracht 4 t/m 8

Cursus Spelling & Grammatica > Woordenschat 5-8
Bladzijde 144 t/m 145
Opdracht 1 t/m 6

KLAAR? > huiswerk ander vak of leren voor de toetsweek!


Slide 20 - Tekstslide

Ik kan mijzelf verbeteren door het volgende te doen:
1. Ik leer/oefen nog een keer de betekenis van woorden uit dit hoofdstuk.
2. Ik leer/oefen nog een keer hoe ik de betekenis van een woord of woordgroep kan afleiden of een woord in een zin kan invullen..
3. Ik leer/oefen nog een keer hoe ik een gegeven betekenis aan een woord kan koppelen.

Slide 21 - Sleepvraag