Les 4: overzicht ww-spelling tot nog toe + samengestelde zin + start grammatica

Wat gaan we doen?
Eerst kijken we naar de persoonsvorm in samengestelde zinnen.
We checken een overzicht van alle werkwoordsvormen die we behandeld hebben en doen een oefening voor maximaal 20 minuten: elke les oefenen we individueel op werkwoordspelling met gelegenheid tot uitleg.
Daarna doen we een nieuwsquiz.
Tot slot starten we met grammatica: wat hebben jullie vorig jaar ook alweer gehad?

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
Eerst kijken we naar de persoonsvorm in samengestelde zinnen.
We checken een overzicht van alle werkwoordsvormen die we behandeld hebben en doen een oefening voor maximaal 20 minuten: elke les oefenen we individueel op werkwoordspelling met gelegenheid tot uitleg.
Daarna doen we een nieuwsquiz.
Tot slot starten we met grammatica: wat hebben jullie vorig jaar ook alweer gehad?

Slide 1 - Tekstslide

Vervolg werkwoordspelling
We hebben alle vormen voorbij zien komen:
  • pvtt 
  • pvvt
  • vd
  • od
  • bn
  • gw
  • inf
met speciale aandacht voor Engelse werkwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Een samengestelde zin herken je aan het feit dat er voegwoorden gebruikt worden zoals bijvoorbeeld: want, en, maar, of, die en (om)dat. Vaak zijn er twee persoonsvormen te vinden.

Samengestelde zinnen bestaan uit hoofdzinnen of hoofdzin en bijzinnen. Als je in samengestelde zinnen de persoonsvormen wilt vinden, gebruik dan de verandering van de tijd van de zin. De zin vragend maken werkt niet goed. Je vindt dan maar één persoonsvorm.

Slide 3 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Voorbeelden:
De boer oogst zijn graan, want het is oogsttijd.
Omdat zij brood had gebakken, kon ze dit verkopen.
Ben je ook van mening dat die coronapas niet gepast is?

Wat zijn de pv's? Dit doen we door de zin vragend te maken én de tijd te veranderen. En hoe benoemen we de overige werkwoorden?

Je ziet: alles blijft op precies dezelfde manier werken.

Slide 4 - Tekstslide

Oefenen
Maak de oefening die uitgedeeld wordt: werkblad 1.
Je werkt stil en individueel en kan uitleg vragen aan mij door je hand op te steken.
Klaar? Ga even lezen uit je leesboek.

Gebruik de stappen om tot de juiste spelling te komen:
  1. Is het een pv?
  2. Zo ja: welke tijd? Zo nee: welke woordsoort is het wel?
  3. Bepaal de stam en ik-vorm.
  4. Check het onderwerp: ik, jij, hij/zij/het of meervoud.
  5. Pas eventueel trucje toe en de juiste spellingsregel en noteer je antwoord.

Slide 5 - Tekstslide

timer
20:00

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Grammatica
We gaan starten met grammatica. Wat was dit ook alweer?
Grammatica is de studie die te maken heeft met de theorie en systematiek van een taal.

In ons geval: de namen voor zinsdelen en woordsoorten. 
Dit is anders dan spelling: dat gaat over hoe we letters ordenen om woorden te vormen. 
Grammatica gaat over hoe we woorden ordenen om zinnen te maken.

Slide 8 - Tekstslide

Grammatica - zinsdelen
Wat is een persoonsvorm?
Wat is het onderwerp?
Wat is het gezegde?
Wat is het lijdend voorwerp?
Wat is het meewerkend voorwerp?
Wat is een bijwoordelijke bepaling?

Maak opdracht 1 t/m 5 op blz. 242 t/m 245: 
elke keer de eerste drie zinnen.

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiting
  • We weten nu de kenmerken van een samengestelde zin.
  • We hebben geoefend op werkwoordspelling.
  • We hebben een begin gemaakt met het ophalen van de kennis rondom grammatica.
Huiswerk: opdracht 1 t/m 5 op blz. 242 t/m 245.

Slide 10 - Tekstslide