In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Welkom
3 MAVO || 2022-2023
Hoofdstuk 7
De overheid voor ons allemaal
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Vorige les
Lesdoelen
Theorie
Aan de slag
Evaluatie
Slide 2 - Tekstslide
Wat was ook alweer privatiseren?
Slide 3 - Open vraag
Lesdoelen
Aan het einde van de les
Kun je beschrijven wat de rijksbegroting is
Kun je de gevolgen benoemen wanneer de overheid een begrotingstekort heeft
Slide 4 - Tekstslide
Miljoennnota
De rijksbegroting is een overzicht van alle inkomsten en uitgaven die de rijksoverheid in het komende jaar verwacht.
De miljoenennota is een toelichting op deze inkomsten en uitgaven.
De minister van Financiën presenteert elk jaar op de derde dinsdag van september (Prinsjesdag) de rijksbegroting aan de Tweede Kamer.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
www.rijksoverheid.nl
Slide 7 - Link
Belastingen
De belangrijkste inkomsten krijgt het Rijk door belastingen. Er zijn twee groepen:
Kostprijsverhogende belastingen
Belastingen op inkomen, winst en vermogen
Andere inkomsten van het Rijk zijn sociale premies en de niet-belastingontvangsten zoals winst uit staatsbedrijven en boetes.
Slide 8 - Tekstslide
Indirectie belastingen
Kostprijsverhogende belastingen zijn indirecte belastingen.
Bijvoorbeeld accijns en btw. Die zijn verwerkt in de prijs die je als consument betaalt aan de leverancier. Die draagt deze belasting af aan de overheid.
Je noemt ze indirecte belastingen omdat je ze via de leverancier aan de overheid betaalt.
Slide 9 - Tekstslide
Directe belastingen
Belastingen op inkomen, winst en vermogen zijn directe belastingen. Je betaalt ze rechtstreeks aan de overheid. Bijvoorbeeld inkomstenbelasting.
Als je in loondienst werkt, houdt je werkgever op jouw salaris loonbelasting in en maakt dat over aan de Belastingdienst.
Bv’s en nv’s betalen over hun winst vennootschapsbelasting.
Slide 10 - Tekstslide
Als de accijns en btw verhoogd wordt, dan is dit een verhoging van
A
Indirecte belastingen
B
directe belastingen
Slide 11 - Quizvraag
Wat betaal jij aan belastingen? Wat betaal jij aan de overheid? Zijn het directe of indirecte belastingen? Leg je antwoord uit
Slide 12 - Open vraag
Prinsjesdag
'De derde dinsdag van september'
Ministers en kamerleden komen weer van vakantie
Begin van het nieuwe politieke jaar
Koning Willem-Alexander en Maxima rijden in de Gouden Koets van het koninklijk paleis naar de Ridderzaal in Den Haag
Slide 13 - Tekstslide
Daarna....
Minister van Financiën presenteert de miljoenennota aan de Tweede Kamer
Tweede Kamer moet deze goedkeuren
Minister van financiën Wopke Hoekstra
Slide 14 - Tekstslide
www.rijksoverheid.nl
Slide 15 - Link
Begrotingstekort
Als de overheid verwacht dat ze meer geld moet uitgeven dan dat er binnenkomt, is er een begrotingstekort.
Slide 16 - Tekstslide
Wat kun je doen als je geld tekort komt?
Slide 17 - Open vraag
De overheid kan dit tekort voorkomen door te bezuinigen, of door te zorgen voor extra inkomsten.
Kan de overheid een begrotingstekort niet voorkomen, dan moet de overheid geld lenen.
Slide 18 - Tekstslide
Staatsschuld
De staatsschuld is het totaal aan leningen dat de overheid op een bepaald moment heeft.
Doordat de overheid in alle jaren met een begrotingstekort geld heeft geleend, is een staatsschuld ontstaan.
Die schuld daalt als de overheid aflost op de leningen. Over de staatsschuld betaalt de overheid ieder jaar rente.
Slide 19 - Tekstslide
Aan de slag
Maken H7.4 opgave 1 t/m 7
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd
Slide 20 - Tekstslide
Programma
Vorige les
Lesdoelen
Theorie
Aan de slag
Evaluatie
Slide 21 - Tekstslide
Noem een aantal (minimaal 3) grote uitgaven van de overheid
Slide 22 - Open vraag
De totale uitgaven zijn 302,1 miljard. Aan sociale zekerheid wordt 85,8 besteed. Bereken hoeveel procent aan sociale zekerheid besteed wordt.
Slide 23 - Open vraag
Wat zijn de grootste inkomstenposten van Nederland?
Slide 24 - Open vraag
De totale inkomsten zijn 305,5 miljard. Aan indirecte belastingen ontvangt de overheid 96,5 miljard. Hoeveel procent is dat?
Slide 25 - Open vraag
Kun je beschrijven wat de rijksbegroting is
Slide 26 - Open vraag
Kun je de gevolgen benoemen wanneer de overheid een begrotingstekort heeft
Slide 27 - Open vraag
Begrotingstekort
Als de overheid verwacht dat ze meer geld moet uitgeven dan dat er binnenkomt, is er een begrotingstekort.
Slide 28 - Tekstslide
De overheid kan dit tekort voorkomen door te bezuinigen, of door te zorgen voor extra inkomsten.
Kan de overheid een begrotingstekort niet voorkomen, dan moet de overheid geld lenen.
Slide 29 - Tekstslide
Staatsschuld
De staatsschuld is het totaal aan leningen dat de overheid op een bepaald moment heeft.
Doordat de overheid in alle jaren met een begrotingstekort geld heeft geleend, is een staatsschuld ontstaan.
Die schuld daalt als de overheid aflost op de leningen. Over de staatsschuld betaalt de overheid ieder jaar rente.
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Belastingen
De belangrijkste inkomsten krijgt het Rijk door belastingen. Er zijn twee groepen:
Kostprijsverhogende belastingen
Belastingen op inkomen, winst en vermogen
Andere inkomsten van het Rijk zijn sociale premies en de niet-belastingontvangsten zoals winst uit staatsbedrijven en boetes.