2 mavo - spelling - Samentrekking (weglatingsstreepje)

2 mavo - spelling
Samentrekking/weglatingsstreepje + apostrof
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2 mavo - spelling
Samentrekking/weglatingsstreepje + apostrof

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les:
  • weet je wat een samentrekking is;
  • weet je hoe je het weglatingsstreepje gebruikt;
  • kun je de apostrof gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg: samentrekking
Als een deel van een samenstellong 2 keer achter elkaar voorkomt, kun je het 1 keer weglaten. Je maakt dan een samentrekking. Het weggelaten woorddeel vervang je door een weglatingsstreepje.

Voorbeeld:
luchtvaart en ruimtevaart: lucht- en ruimtevaart
kinderkleding en kinderschoenen:  kinderkleding en -schoenen

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg: samentrekking
Als de samentrekking een los woord herhaalt, en dus niet een deel van een samenstelling is, heb je geen weglatingsstreepje nodig.

Voorbeeld:
oude kaas en jonge kaas: oude en jonge kaas

Slide 4 - Tekstslide

Even oefenen.... Welke manier is goed?

zomervakantie en herfstvakantie

A
zomervakantie en herfst-
B
-vakantie en herfstvakantie
C
zomer- en herfstvakantie

Slide 5 - Quizvraag

Aan de slag....
Je gaat nu opdr. 5 op blz. 175 maken. Kijk voor de regels in het gele stukje boven de opdracht. 

Slide 6 - Tekstslide

Apostrof:
  • Bij het meervoud van een zelfstandig naamwoord op -a, -i, -o, -u of -y. 
  • Bij het meervoud van letters en afkortingen.
  • Bij het verkleinwoord van letters, cijfers, afkortingen en woorden die eindigen op een -y (met een medeklinker ervoor.)

 
Voorbeeld
  • auto's, kiwi's, lolly's


  • k's, mp3's

  • pony'tje, p'tje, dvd'tje . Maar: parapluutje, autootje. 

Slide 7 - Tekstslide

Apostrof

  • Bij de bezitsvorm van zelfstandige naamwoorden om uitspraakproblemen te voorkomen. Als het woord eindigt op een sisklank, schrijf je alleen een apostrof, geen extra -s. 

  • Bij achtervoegsels van afkortingen.

  • Bij woorden waarbij je letters weghaalt. 
Voorbeeld

  • opa's puzzel, Rens' lunch





  • EHBO'er, sms'en

  • 's middags ('s = des), jus d'orange (d'= de), 't regent ('t = het)

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag....
Je gaat nu opdr. 6 op blz. 176 maken. Kijk voor de regels in het gele stukje boven de opdracht. 

Slide 9 - Tekstslide

Tijd voor het dictee
Ik lees 10 zinnen voor en per zin herhaal ik 2 woorden. Deze twee woorden schrijf je goed op in je schrift. Succes!!

Slide 10 - Tekstslide