2KM NE L9 grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht

Startopdracht: lezen in je leesboek

• Lesboek Nieuw Nederlands
• Leesboek 
• Schrift /pen

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen
• Uitleg 
• Aantekeningen
• Opdrachten en nakijken
• Huiswerk
• Evaluatie les

Lesdoelen

• Ik kan persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen.
  
• Ik kan het lijdend voorwerp van een zin vinden.

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Lijdend voorwerp

• Bijna alle zinnen hebben een persoonsvorm, onderwerp en een gezegde. Een zin kan nog meer zinsdelen hebben, bijvoorbeeld een lijdend voorwerp (lv).

LV

wat (soms: wie) + gezegde + onderwerp

Julia heeft het T-shirt gekocht.

lv =
wat (soms: wie) + gezegde + onderwerp

Afkortingen

pv = persoonsvorm

ow = onderwerp

wg = werkwoordelijk gezegde

lv = lijdend voorwerp

Stappenplan zinsontleding

1. Noteer de pv - vraagproef of tijdproef
2. Zoek het ow - wie of wat + pv
3. Zoek het wg - noteer alle ww in de zin
4. Zoek het lv - wat (soms wie) + gez. + ow?

Zelfstandig werken

• Je werkt in stilte
• Kijk opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 210 na via het nakijkblad.
  
• Maak opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 212
• Heb je vragen? Sla deze even over. Over vijf minuten kan je ze stellen.
  
  
• Klaar? Ga naar Magister --> Nederlands --> online methode Nieuw Nederlands en maak paragraaf 7 (mixopdrachten) van hoofdstuk 5. Klaar? Werk in Numo. 

Samenwerken

• Je mag rustig overleggen
• Kijk opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 210 na via het nakijkblad.
  
• Maak opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 212
• Heb je vragen? Steek je hand op.
  

Klaar? Ga naar Magister --> Nederlands --> online methode Nieuw Nederlands en maak paragraaf 7 (mixopdrachten) van hoofdstuk 5. Klaar? Werk in Numo. 

Huiswerk

Datum:

maandag 11 december
Maken:

• Maak opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 212

Lesdoelen

• Ik kan persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen.
  
• Ik kan het lijdend voorwerp van een zin vinden.

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!