Begeleiden bij wonen - Leerpad 4: Ondersteunen bij textiel

 Ondersteunen bij textiel
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 Ondersteunen bij textiel

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn jouw taken als Verzorgende als het gaat om textiel ?

Slide 2 - Woordweb

Je taken als Verzorgende hebben te maken met de beperking of problematiek van de zorgvrager
Vaardigheidstekort: de zorgvrager is niet in staat zelf de was te doen, schoenen te poetsen of kleding te verstellen. Je neemt dan de zorg geheel of gedeeltelijk over.

Motivatietekort: de zorgvrager is niet in staat zijn kleding te verzorgen door bijvoorbeeld verwardheid, moeheid of een psychiatrische stoornis. Je probeert hem dan te stimuleren om de taken stap voor stap weer op zich te nemen.

Kennistekort: de zorgvrager heeft onvoldoende kennis over de verzorging van textiel. Hij moet bijvoorbeeld nog leren wassen, strijken of een knoop aanzetten. Je instrueert hem en je geeft voorlichting.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe werk je ?
- Ergonomisch
- Veilig
- Kostenbesparend
- Milieubewust
En de laatste is ??????

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de laatste werkwijze ?
A
Veilig
B
Hygiënisch
C
Gestructureerd
D
Gemakkelijk

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn eisen waar kleding aan moet voldoen ?

Slide 6 - Open vraag

Wasetiketten
- Vezels ( katoen of wol)
- Mengvezels ( katoen samen met polyester)
* Samenstellingsetiket
* Behandelingsetiket

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent het eerste symbool ?

A
chemisch reinigen
B
droogtrommelreinigen
C
strijken
D
handwas

Slide 8 - Quizvraag

Welk vuil ?
- vuil in water oplosbaar ( verf of ranja) 
- vettig vuil ( eten of huid)
- eiwitvlekken ( urine, huid)
- kleurstofvlekken ( vb. make up, bloed )
- overig ( roest, inkt e.d.) 

Slide 9 - Tekstslide

Welke vlekken moet je op hoge temperaturen wassen ?
A
ranja
B
zand
C
vet
D
verf

Slide 10 - Quizvraag

Wasmiddelen
- Zeepwasmiddelen
- Synthetische wasmiddelen

Stoffen in wasmiddelen
- Waterontharders of detergenten ( houdt vuil zwevend)
- Bleekmiddelen
- Vezelbeschermer
+ Poeder of vloeibaar
+ Doseren
= Wasverzachter en vlekverwijderaar


 

Slide 11 - Tekstslide

Over welk onderdeel van het omgaan met textiel weet jij het meest ?

Slide 12 - Woordweb

Wat kan besmet wasgoed zijn?
A
Teer, olie, bloed, pus en urine
B
Ontlasting, bloed, urine, sperma, wond- en vaginaal vocht
C
Pus, wondvocht, urine en ontlasting
D
Bloed, pus, wondvocht

Slide 13 - Quizvraag

Om besmetting te voorkomen ga je als volgt om met besmet wasgoed:
Je wast je handen voor het selecteren van de was.
Je trekt een overschort en handschoenen aan.
Je legt het besmette wasgoed nooit op de grond.
Na het wassen trek je jouw overschort uit en hangt het binnenstebuiten op.
Dan trek je je handschoenen uit en was je je handen.
Maar wat is het eerste wat je MOET doen ??

Slide 14 - Open vraag

Functie en materialen schoenen
- bescherming
- steun
- veiligheid 
- voorkomen rugklachten enz. enz.
+ leer, rubber, plastic, nubuc, katoen, suede enz. enz.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe vaak poets jij je schoenen ? En waar werk jij mee ?

Slide 16 - Open vraag

Einde van de les

Slide 17 - Tekstslide