In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
HH Havo ITCZ
De Intertropische Convergentiezone
Slide 1 - Tekstslide
1) Door de sterke zonnestraling rond de evenaar, vindt daar de meeste verdamping plaats. Daardoor stijgt de lucht (warme lucht stijgt op). Hoe hoger deze komt, hoe kouder het wordt, waardoor de warme lucht condenseert (lagedrukgebied) --> wolkvorming en regen. 2) Doordat er een constante stijgende lucht is, wordt de lucht boven in de atmosfeer opzij 'geduwd'. Rond de 30' NB en ZB zakt deze weer. Dalende lucht wordt warmer (rond het aardoppervlak is het het warmst), waardoor geen condensatie meer plaatsvindt (hogedrukgebied). Hier is het dus droog.
Slide 2 - Tekstslide
De ITCZ is een Lagedrukgebied. Lucht stroomt van hoge naar lage druk. Dat betekent dat de lucht richting de evenaar waait. Op het noordelijk halfrond met een afwijking naar rechts; op het zuidelijk halfrond met een afwijking naar links. Op de evenaar waait de wind dus richting het westen --> de passaatwinden!
Slide 3 - Tekstslide
Wat zijn kenmerken van de ITCZ?
A
Lagedrukgebied; droog
B
Lagedrukgebied; nat
C
Hogedrukgebied; droog
D
Hogedrukgebied; nat
Slide 4 - Quizvraag
Leg uit waarom de ITCZ jaarlijks verschuift ten noorden en zuiden van de evenaar?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Video
In juli is het relatief nat in Zuidoost-Azië. Leg uit hoe dit komt. Gebruik een oorzaak-gevolg redenatie.
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Video
In welke maand is het doorgaans nat in noordoost Australië?
Deze vraag is natuurlijk gerelateerd aan de ITCZ. Wanneer hangt deze boven N-Australië?
A
Februari
B
Mei
C
Augustus
D
Oktober
Slide 9 - Quizvraag
Gebruik bijgaand figuur. In de periode mei tot en met oktober valt in Haikou (Z-China) veel neerslag.
Leg uit waardoor er juist in deze periode veel neerslag valt in Haikou. Je uitleg moet een oorzaak-gevolg relatie bevatten. (2p)