Les 5

Aujourd'hui
  • Herhalen woorden A+B
  • Uitleg bijvoeglijk naamwoord (Bron D)
  • Oefeningen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui
  • Herhalen woorden A+B
  • Uitleg bijvoeglijk naamwoord (Bron D)
  • Oefeningen

Slide 1 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een...
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijwoord
D
voorzetsel

Slide 3 - Quizvraag

Welke van onderstaande woorden zijn bijvoeglijk naamwoorden? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
lief
B
auto
C
spelen
D
Duitse

Slide 4 - Quizvraag

Het bijvoeglijk naamwoord
Vormt zich naar het zelfstandig naamwoord. 
De standaard regel: 

Mannelijk enkelvoud:                                     grand
Vrouwelijk enkelvoud:    + e                               grande
Mannelijk meervoud:      + s                               grands
Vrouwelijk meervoud:  + es                             grandes

Slide 5 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in:
la _________________ maison
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 6 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
les amis _____________________
A
américain
B
américaine
C
américains
D
américaines

Slide 7 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
une personne __________________
A
élégant
B
élégante
C
élégants
D
élégantes

Slide 8 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
la mer ___________________ (bleu)

Slide 9 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
les filles _______________ (charmant)

Slide 10 - Open vraag

Bron D
- uitzonderingen


p.30

Slide 11 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in:
Laura est _________________ (heureux)

Slide 12 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
Les mères _________________ (actif)

Slide 13 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
C'est une région (dangereux) ___________________

Slide 14 - Open vraag

Vul de juiste vorm in:
"J'ai une (bon) _____________ idée!"

Slide 15 - Open vraag

Au travail!
Maak nu de volgende oefeningen:
15 a,c,d


p.30

Slide 16 - Tekstslide