Arbeidsproductiviteit = 56 miljoen iPhones / 2000 werknemers
Arbeidsproductiviteit = 28.000 iPhones per werknemer.
Slide 20 - Tekstslide
8.1 t/m 8.6
Slide 21 - Tekstslide
AOW
WW
ANW
AWBZ
Slide 22 - Sleepvraag
Stellen die gaan trouwen, delen alle bezittingen en schulden die tijdens het huwelijk verkregen worden gemeenschappelijk. Alle bezittingen en/of schulden, die voor het huwelijk zijn verkregen, delen zij niet. Hoe wordt dit huwelijk genoemd?
A
Huwelijk in beperkte gemeenschap van goederen
B
Huwelijk in algehele gemeenschap van goederen
C
Huwelijk met partnerschapsvoorwaarden
Slide 23 - Quizvraag
Bobby en zijn vriendin gaan trouwen. Bobby is zelfstandig ondernemer. Wat denk jij? Onder welke voorwaarden gaan zij trouwen?
A
Gemeenschap van goederen
B
Huwelijkse voorwaarden
Slide 24 - Quizvraag
Bobby en Sonja zijn uiteindelijk getrouwd onder huwelijkse voorwaarden. Bobby's bedrijf gaat failliet en het huis staat op naam van Sonja. Kunnen schuldeisers het huis toe eigenen?
A
Nee
B
Ja
Slide 25 - Quizvraag
8.7 t/m 8.12
Slide 26 - Tekstslide
Wat is het verplichte onderdeel van de zorgverzekering?
A
De basisverzekering met verplichte eigen risico
B
De verplichte verzekering en het aanvullende eigen risico
C
De basisverzekering met vrijwillige eigen risico
D
De aanvullende verzekering en het verplichte eigen risico
Slide 27 - Quizvraag
Wie betaalt het eigen risico?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde
Slide 28 - Quizvraag
Moreel wangedrag kan een verzekeraar voorkomen door:
A
Risicospreiding
B
Acceptatieplicht
C
Eigen risico
D
Premiedifferentiatie
Slide 29 - Quizvraag
Het probleem van averechtse selectie kan worden tegengegaan door ....
A
een verplicht eigen risico
B
premiedifferentiatie
C
een vrijwillig eigen risico
D
iedereen dezelfde premie
Slide 30 - Quizvraag
8.17 t/m 8.20
Slide 31 - Tekstslide
Jan is overleden, hij was getrouwd in met Anja en samen hebben ze 3 kinderen. Er was geen testament. Wie erft wat?
A
Anja en de kinderen ieder 1/4
B
Anja 1/3 en de kinderen ieder 1/6
C
Anja 1/2 en de kinderen ieder 1/3
D
Anja 1/2 en de kinderen ieder 1/6
Slide 32 - Quizvraag
Juist of onjuist? Het belastingtarief is afhankelijk van de relatie van de erfgenaam tot de overledene.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 33 - Quizvraag
Hoe hoog is de nalatenschap van Tes? privévermogen Tes € 10.000 Gemeenschappelijk vermogen € 135.000 Gemeenschappelijke schuld € 5.000
A
10.000
B
75.000
C
140.000
D
145.000
Slide 34 - Quizvraag
Thomas erft € 25.000 van zijn opa. Over welk bedrag moet hij erfbelasting betalen?
A
€ 25.000
B
€ 4.384
C
€ 22.827
D
€ 0
Slide 35 - Quizvraag
Hoeveel belasting moet Thomas betalen als hij na aftrek van de vrijstelling € 135.000 erft van zijn moeder?