Anatomie van het urinestelsel

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Het urinewegstelsel:

60 miljard lichaamscellen >> produceren grote hoeveelheden afvalstoffen.
Dit zijn giftige stoffen >> worden voor het grootste deel verwijderd via de urine en de ontlasting.
De belangrijkste organen die deze afvalstoffen verwerken, zijn de lever en de nieren. De nieren filteren vele afbraakproducten uit het bloed en scheiden deze uit opgelost in water.
De afgevoerde afvalstoffen (5%) en het water (95%) vormen samen de urine.

Slide 24 - Tekstslide

Het urinewegstelsel:

De urine sijpelt vanuit de verzamelbuizen in de nierkelken. Hier beginnen de urinewegen. De volgende organen maken deel uit van de urinewegen en behoren tot het uitwendige milieu:

nierkelken;
nierbekken;
twee urineleiders;
urineblaas;
plasbuis. 

Slide 25 - Tekstslide

Plassen

Spieren in de blaaswand en de sluitspier worden door het zenuwstelsel automatisch geregeld 

Spieren in de blaaswand trekken zich samen
Gelijktijdig opent zich de sluitspier om de urethra
Samen met de bekkenbodemspieren zorgt de sluitspier ervoor dat de urine geleidelijk de blaas via de plasbuis verlaat 

Slide 26 - Tekstslide

Samenstelling urine

- water
- zouten
- ureum, creatinine
- vitaminen
- galkleurstoffen
- medicijnen
- onbruikbare stoffen/cellen

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Vocht in het lichaam
  • Totale hoeveelheid vocht in de lichaamscellen (70%) = Intracellulair vocht 

Totale hoeveelheid vocht buiten de cellen is het extracellulaire vocht (30%) bevat de volgende onderdelen:
  • Vocht in de bloedvaten = Bloedplasma of intravasculair vocht
  • Vocht in de lichaamsholtes (hersenvocht/gewrichtsvloeistof) = transcellulair vocht
  • Vocht in de weefsels tussen de cellen = interstitieel vocht


Slide 30 - Tekstslide

Hoe ziet dit er dan uit?
Iemand die 80 kilo weegt, bestaat voor ongeveer 48 liter uit water (60% van het lichaamsgewicht).
Dat is als volgt verdeeld:
35 liter intracellulair vocht;
9 liter interstitieel vocht;
2,5 liter bloedplasma;
1,5 liter transcellulair vocht.

Het hart pompt gemiddeld 4 tot 5 liter bloed per minuut rond, dat is ongeveer 7000 liter              per 24 uur

Slide 31 - Tekstslide

Mictiereflex
De blaasuitgang heeft twee sluitspieren (sphincters), die achter elkaar liggen.
De binnenste of inwendige sluitspier is glad spierweefsel >> niet willekeurig.
De buitenste of uitwendige sluitspier is dwarsgestreept spierweefsel >> wel willekeurig.
Urinelozing = samentrekken blaaswandspier en ontspannen beide sluitspieren = mictiereflex.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide