Wildopvang deel Pathologie les 7 - toedienen medicatie en berekeningen 22 23
Pathologie
Toedienen medicatie en berekenen dosering
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 3
In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Pathologie
Toedienen medicatie en berekenen dosering
Slide 1 - Tekstslide
Controleren dosering
Overdosering voorkomen -> nadelen voor dier
Onderdosering voorkomen -> resistentie
Slide 2 - Tekstslide
Kun jij van een te geven dosering na berekenen of deze dosering klopt?
A
Ja
B
Nee
C
Ik verwacht ergens in de berekening vast te lopen
Slide 3 - Quizvraag
Welke informatie heb je nodig om een goede dosering te berekenen?
Slide 4 - Woordweb
Controleren dosering
Welke informatie heb je nodig om een goede dosering te berekenen?
Lichaamsgewicht
Hoeveelheid werkzame stof in medicijn
Hoeveelheid benodigde werkzame stof/ kg lichaamsgewicht van diersoort
Slide 5 - Tekstslide
Berekeningen: hoe zat het ook alweer?
1 kilogram = ??? gram
A
10
B
1000
C
10.000
D
1.000.000
Slide 6 - Quizvraag
Berekeningen: hoe zat het ook alweer?
1 kilogram = ??? liter
A
1
B
10
C
100
D
1000
Slide 7 - Quizvraag
Berekeningen: hoe zat het ook alweer?
1 gram = ??? milligram
A
10
B
1000
C
100.000
D
1.000.000
Slide 8 - Quizvraag
Berekeningen: hoe zat het ook alweer?
1 liter = ??? milliliter
A
10
B
100
C
1000
D
10.000
Slide 9 - Quizvraag
Berekeningen: hoe zat het ook alweer?
1 gram= ??? milliliter
A
1
B
10
C
100
D
1000
Slide 10 - Quizvraag
Berekeningen: hoe zat het ook alweer?
1.000.000 milligram= ??? liter
A
0,1
B
1
C
100
D
1000
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Controleren dosering
Baytril (antibiotica):
Reptielen: 7,5 mg/ kg, 1 keer daags
Zoogdieren: 5 mg/kg, 2 keer daags
Vogels:
Papegaai 15 mg/kg 1 a 2 keer daags
Duif of kip 10 mg/ kg 1 a 2 keer daags
Kanarie 17,5 mg/kg 2 keer daags
Struisvogel 7,5 mg/ kg 1 a 2 keer daags
Roofvogel 12,5 mg/kg 1 a 2 keer daags
xx mg/kg = xx mg werkzame stof per kg lichaamsgewicht.
Slide 13 - Tekstslide
Controleren dosering
Zwaarder dier = hogere dosering!
Tammar wallaby (8 kilogram) heeft 5 mg werkzame stof per kilogram lichaamsgewicht aan Baytril nodig.
Heeft dus 5mg x 8 kg= 40 mg werkzame stof nodig.
Rode kangoeroe van 60 kilogram?
Heeft 5 mg x 60 kg = 300 mg werkzame stof nodig.
-> 7,5 keer zoveel als wallaby!
Verschillende concentraties per medicijn beschikbaar
Slide 14 - Tekstslide
Controleren dosering
Stappenplan:
Slide 15 - Tekstslide
Controleren dosering
Voorbeeld 1:
Uit mestonderzoek blijkt dat een groep reeën (6 dieren) besmet is met een worminfectie.
Zij moeten ontwormd worden met Panacur 20%. De benodigde dosering is 15 mg/kg.
Een wallaby weegt gemiddeld 8500 gram.
Hoeveel ml Panacur 20% geef je gemiddeld per dier over het voer?
Slide 16 - Tekstslide
Controleren dosering
Stap 1: Hoeveel mg werkzame stof zit er in 1 ml medicijn (Panacur)?
Uit de opgave blijkt dat je Panacur met een concentratie van 20% gaat geven.
1 milliliter Panacur = 1000 mg Panacur.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Controleren dosering
Stap 1: Hoeveel mg werkzame stof zit er in 1 ml medicijn (Panacur)?
Uit de opgave blijkt dat je Panacur met een concentratie van 20% gaat geven.
1 milliliter Panacur = 1000 mg Panacur.
20% van deze 1000 mg (1 ml) Panacur is werkzame stof.
20% van 1000 mg = 200 mg werkzame stof per ml medicijn/ Panacur.
Slide 19 - Tekstslide
Controleren dosering
Stap 2:
Hoeveel mg werkzame stof moet het dier hebben (aangepast aan lichaamsgewicht)?
Uit de opgave blijkt dat een Ree gemiddeld 8500 gram weegt.
1000 gram is 1 kg, dus 8500 gram = 8,5 kg.
Uit de opgave blijkt ook dat de benodigde dosering is: 15 mg/ kg, of te wel: 15 mg werkzame stof per kg lichaamsgewicht.
Het dier weegt 8,5 kg, dus de benodigde hoeveelheid werkzame stof voor een dier is: 8,5 kg x 15 mg werkzame stof = 127,5 mg werkzame stof/ dier.
Slide 20 - Tekstslide
Controleren dosering
Stap 3:
Hoeveel medicijn is er nodig om aan de behoefte van het dier te voldoen?
Stap 1: in 1 ml Panacur zit 200 mg werkzame stof.
Stap 2: een dier heeft 127,5 mg werkzame stof nodig.
Stap 3 kun je nu met behulp van een verhoudingstabel beantwoorden:
Slide 21 - Tekstslide
Controleren dosering
Hoeveel ml Panacur 20% geef je voor de hele groep over het voer?
Vermenigvuldig de hoeveelheid per dier met het aantal dieren in de groep. Gebruik hierbij het afgeronde getal 0.64 gebruiken, of het niet afgeronde getal 0,6375 ml. 0.64 ml x 6 dieren = 3,84 ml Panacur 20% voor de hele groep.
Slide 22 - Tekstslide
Controleren dosering
Voorbeeld 2:
Na een gevecht heeft een Rode Eekhoorn een open wond in zijn dijbeen. Na een dagje aankijken, blijkt dat de wond is gaan ontsteken. De dierenarts wil antibiotica geven om de wond te helpen herstellen. De stokstaart weegt 850 gram. Ga uit van een dosering van 5 mg werkzame stof per kg lichaamsgewicht.
Hoeveel ml moet je dit dier per keer geven van Baytril 2,5%?
Slide 23 - Tekstslide
Wat is nu de eerste stap die je gaat uitrekenen?
Slide 24 - Woordweb
Controleren dosering
Na een gevecht heeft een eekhoorn een open wond in zijn zijbeen. Na een dagje aankijken, blijkt dat de wond is gaan ontsteken. De dierenarts wil antibiotica geven om de wond te helpen herstellen. De eekhoorn weegt 850 gram. Ga uit van een dosering van 5 mg werkzame stof per kg lichaamsgewicht.
Hoeveel ml moet je dit
dier per keer geven van
Baytril 2,5%?
Slide 25 - Tekstslide
Hoerveel mg werkzame stof zit er in 1 ml Baytril 2,5%?
Slide 26 - Woordweb
Controleren dosering
Stap 1. Hoeveel mg werkzame stof zit er in 1 ml medicijn?
Uit de opgave blijkt dat je Baytril met een concentratie van 2,5% gaat geven.
1 milliliter Baytril 2,5% = 1000 mg Baytril 2,5%.
2,5% van deze 1000 mg (1 ml) Baytril 2,5% is werkzame stof.
2,5% van 1000 mg = 25 mg werkzame stof per ml medicijn/ Baytril 2,5%.
Slide 27 - Tekstslide
Controleren dosering
Na een gevecht heeft een eekhoorn een open wond in zijn zijbeen. Na een dagje aankijken, blijkt dat de wond is gaan ontsteken. De dierenarts wil antibiotica geven om de wond te helpen herstellen. De stokstaart weegt 850 gram. Ga uit van een dosering van 5 mg werkzame stof per kg lichaamsgewicht.
Hoeveel ml moet je dit
dier per keer geven van
Baytril 2,5%?
Slide 28 - Tekstslide
Hoeveel mg werkzame stof moet het dier hebben (aangepast aan lichaamsgewicht)?
Slide 29 - Woordweb
Controleren dosering
Stap 2. Hoeveel mg werkzame stof moet het dier hebben (aangepast aan lichaamsgewicht)?
Uit de opgave blijkt dat het eekhoorn 850 gram weegt.
1000 gram is 1 kg, dus 850 gram = 0,85 kg.
De benodigde dosering is: 5 mg/ kg, of te wel: 5 mg werkzame stof per kg lichaamsgewicht.
Het dier weegt 0,85 kg, dus de benodigde hoeveelheid werkzame stof voor het eekhoorn is: 0,85 kg x 5 mg werkzame stof = 4,25 mg werkzame stof.
Slide 30 - Tekstslide
Controleren dosering
Na een gevecht heeft een eekhoorn een open wond in zijn zijbeen. Na een dagje aankijken, blijkt dat de wond is gaan ontsteken. De dierenarts wil antibiotica geven om de wond te helpen herstellen. De eekhoorn weegt 850 gram. Ga uit van een dosering van 5 mg werkzame stof per kg lichaamsgewicht.
Hoeveel ml moet je dit
dier per keer geven van
Baytril 2,5%?
Slide 31 - Tekstslide
Controleren dosering
Stap 3. Hoeveel medicijn is er nodig om aan de behoefte van het dier te voldoen?
In stap 1 heb je berekend dat er per ml Baytril 2,5% 25 mg werkzame stof aanwezig is.
In stap 2 heb je berekend dat de eekhoorn in totaal 4,25 mg werkzame stof nodig heeft.
Stap 3 kun je nu met behulp van een verhoudingstabel beantwoorden.
Slide 32 - Tekstslide
Hoeveel medicijn is er nodig om aan de behoefte van het dier te voldoen?
Slide 33 - Woordweb
Controleren dosering
Stap 3. Hoeveel medicijn is er nodig om aan de behoefte van het dier te voldoen?
Stap 1 : per ml Baytril 2,5% is 25 mg werkzame stof aanwezig.
Stap 2: de eekhoorn heeft in totaal 4,25 mg werkzame stof nodig.
Stap 3:
Slide 34 - Tekstslide
Controleren dosering
Huiswerk:
Maak voorbeeld 2 verder af en maak voorbeeld 3 (Kiekendief, opdrachten in Cum Laude, inclusief antwoorden voorbeeld 1 en 2a.
Volgende les klassikale nabespreking en oefenen met een nieuwe opdracht in de les.
Toets: open boek toets waarbij je onder andere de dosering moet berekenen.
Slide 35 - Tekstslide
Open boek toets
Deze toets bestaat uit 2 delen: een casus deel, met welke typen medicijnen je gaat behandelen en hoe je de medicatie toe wil gaan dienen. Uiteraard motiveer je bij ieder onderdeel WAAROM je deze keuzes hebt gemaakt.
Deel II ontvang je na inleveren van het casus deel I. In dit deel lees je welke medicatie het dier toegediend krijgt en in welke hoeveelheden. Aan jou dan de taak om door middel van een berekening te laten zien of de hoeveelheid medicatie geschikt is voor het dier en welke aanbevelingen je eventueel zou doen met de betrekking tot de hoeveelheid medicatie.
Slide 36 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het einde van deze lessen kan de student…
de aan te bieden medicijndosering controleren op juistheid
berekenen hoeveel een dier toegediend moet krijgen per medicijn