Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Translatie
DNA vs RNA
1 / 15
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
DNA vs RNA
Slide 1 - Tekstslide
DNA bevat de bouwinstructie voor eiwitten
Chromosomen zitten in de celkern en zijn opgebouwd uit DNA.
Slide 2 - Tekstslide
Vier verschillende
stikstofbasen
: Adenine (A), Thymine (T), Cytosine (C), Guanine (G)
Combinaties A=T en C≡G (baseparing)
De ene streng is
complementair
aan de andere
DNA
Slide 3 - Tekstslide
Eiwitproductie
1. Eiwitproductie begint in de celkern. Een stukje DNA bevat de bouwinstructie voor een eiwit
2. Dit stukje wordt gekopieerd in de vorm van een RNA molecuul (
transcriptie
)
3. Via de kern poriën reist het RNA molecuul vervolgens naar het cytoplasma
4. Een
ribosoom
“leest” het RNA- molecuul en koppelt dan aminozuren aan elkaar volgens de bouwinstructie (
translatie
)
Slide 4 - Tekstslide
Transcriptie: DNA naar RNA
Een stuk DNA dat codeert voor één eiwit (eigenschap) is een
gen
.
De volgorde van stikstofbasen (A,T,C,G) in dat stuk DNA is de code voor het maken van het eiwit.
Eiwitten bestaan uit een keten van aminozuren. Er zijn 20 verschillende aminozuren.
Als het eiwit moet worden gemaakt wordt eerst van het gen een kopie gemaakt --> RNA
Slide 5 - Tekstslide
Transcriptie: DNA naar RNA
- RNA is enkelstrengs
- RNA heeft Uracil (U) ipv Thymine (T) als stikstofbase
Tegenover de A wordt een U ingebouwd en tegenover T een A
Bij C een G en bij G een C.
Slide 6 - Tekstslide
Translatie: RNA naar eiwit
Het RNA verlaat de kern (via een kernporie) naar het cytoplasma en bindt aan een ribosoom.
Het ribosoom leest het mRNA in steeds 3 basen tegelijk (triplet/ codon).
Slide 7 - Tekstslide
DNA is een eiwit
A
Waar
B
Onwaar
Slide 8 - Quizvraag
DNA bevat 4 basen: adenine, guanine, cytosine, uracil
A
Waar
B
Onwaar
Slide 9 - Quizvraag
DNA heeft dubbele helix structuur
A
Waar
B
Onwaar
Slide 10 - Quizvraag
KLEIN
GROOT
Nucleotide
Stikstofbase
Gen
Genoom
Chromosoom
Slide 11 - Sleepvraag
Als 20% van het DNA molecuul thymine bevat, wat is het percentage Adenine?
A
50%
B
25%
C
20%
D
10%
Slide 12 - Quizvraag
Bouwstenen
Molecuul
Eiwit
RNA
DNA
Nucleotiden ATGC
Nucleotiden AUGC
Aminozuren
Slide 13 - Sleepvraag
Het coderende DNA molecuul heeft de volgende code: TGCAAA
wat is de bijbehorende mRNA sequentie?
A
UGCAAA
B
TGCAAA
C
ACGUUU
D
ACGTTT
Slide 14 - Quizvraag
Locatie
Molecuul
Eiwit
RNA
DNA
Kern
Kern + Cytoplasma
Cytoplasma
Slide 15 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
4V 2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel
Mei 2023
- Les met
29 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3V Proefles Biologie DNA
Mei 2023
- Les met
21 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
2.2 en 2.3: DNA + Celdeling
Mei 2023
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
3H/V Proefles Biologie DNA
December 2023
- Les met
24 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4V 2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel
Juni 2022
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
zelfstandig werken 2.2 havo 2.4 vwo
November 2023
- Les met
28 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
17.3 transcriptie translatie dl1 voorbereiding
September 2023
- Les met
47 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
2.4 DNA en specialisatie
December 2024
- Les met
14 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4