Week 25 Ne 2 mavo Uitleg instructietekst

 Schrijven en formuleren
Instructietekst schrijven
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Schrijven en formuleren
Instructietekst schrijven

Slide 1 - Tekstslide

  • Informatieve tekst lezen. 

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  • Een soort informatieve tekst: de instructie.
  • Hoe schrijf je instructiezinnen?
  • Signaalwoorden in een instructie 

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
  •  Je kan inhoudelijke verbanden aangeven met bijvoorbeeld signaalwoorden.
  • Je kan je woordgebruik en toon aan het publiek aanpassen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat doe je wanneer je een nieuw apparaat hebt gekocht?
A
Ik lees de handleiding
B
Ik ga zelf uitzoeken hoe het werkt

Slide 5 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van instructieteksten.

Slide 6 - Woordweb

Instructiezinnen
  •  Instructies moeten duidelijk zijn
  • Je schrijft de zinnen vaak kort
  • Zinnen in instructies beginnen met een werkwoord (stam)
  • In de zinnen staat geen onderwerp

Plaats de campingbrander op een droge ondergrond.




Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Is dit een instructie?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Waar herken je dat aan?

Slide 10 - Open vraag

Signaalwoorden: volgorde en tijd
  •  Volgorde: eerst, dan, daarna, vervolgens, ten slotte
  • Tijd: daarvoor, terwijl, alvast, later.

Slide 11 - Tekstslide

Hak eerst de wortels in kleine stukjes. Voeg dan de uien toe.
Wat zijn in deze zin de signaalwoorden?

Slide 12 - Open vraag

Terwijl u het deeg laat rijzen, snijdt u alvast de uien in ringen. Later legt u die op de pizzabodem.
Deze signaalwoorden geven:
A
volgorde aan
B
tijd aan

Slide 13 - Quizvraag

Welke signaalwoorden zie je in de tekst?

Slide 14 - Tekstslide

Welke signaalwoorden zie je in de tekst?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Je gaat nu zelf aan de slag. Schrijf zelf een instructietekst, waarin de volgende punten voorkomen:
1. Maak duidelijk waar de instructie overgaat(titel)
2.Geef de informatie stap voor stap. Gebruik korte en eenvoudige zinnen.
3.
Zet alles in de volgorde waarin de ander het moet uitvoeren.

Slide 17 - Tekstslide

4. Begin elke zin met een doe-woord: Pak, doe, neem, schroef.
5. Gebruik signaalwoorden , zoals om te beginnen, eerst, dan, daarna, vervolgens, ten slotte.
6. Voeg zo mogelijk een illustratie toe die de instructie verduidelijkt.

Slide 18 - Tekstslide

7. Zet eventueel boven de instructie een lijstje met dingen die je nodig hebt.

Maak deze opdracht in Word en mail het naar ori@vanvredenburchcollege.nl

Slide 19 - Tekstslide

Al ingeleverd??, dan ben je klaar.
Je mag aan een ander vak werken.

Slide 20 - Tekstslide