1.3 De eerste staten

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de telefoontas
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de telefoontas
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden

Slide 1 - Tekstslide

Zet de volgende uitspraken op goede volgorde:
A. Dorpen ontstaan
B. Jager-verzamelaars trekken voor het eerst door het Midden-Oosten
C. Het klimaat wordt kouder en droger
D. Mensen kunnen sedentair gaan leven.
E. In de natuur komen minder eetbare gewassen en dieren voor
F. Het klimaat in het Midden-Oosten verandert: het wordt warmer en natter.
G. De groepen jager-verzamelaars worden groter.
H. Jager-verzamelaars worden gedwongen om te gaan experimenteren met landbouw.

A
B
C
D
E
F
G
H

Slide 2 - Sleepvraag

Probeer te bedenken waarom juist op deze plek mensen als eerste overgingen op landbouw
A
Door de aanwezigheid van twee grote rivieren groeide hier genoeg voedsel
B
Hier leefden al voor duizenden jaren mensen zij hadden zich in die tijd verder ontwikkeld
C
Dit berust volledig op toeval
D
Door het warme en natte klimaat in dit gebied konden gewassen hier beter groeien

Slide 3 - Quizvraag

Door de overgang naar landbouw hoefde niet iedereen zich bezig te houden met voedsel verbouwen (specialisatie). Het voedseloverschot had ook een ander gevolg, welke?
A
Er waren meer oorlogen om elkaars voedsel te stelen
B
Mensen werden een stuk dikker
C
Er werden meer kinderen geboren
D
Er kwamen nieuwe ziektes bij

Slide 4 - Quizvraag

Door de landbouwrevolutie werden mensen 'sedentair'. Wat is sedentair?
A
Zelfvoorzienend
B
Ander woord voor boer
C
Op één plek blijven wonen
D
De ontwikkeling dat mensen gingen schrijven

Slide 5 - Quizvraag

Welke definitie past het beste bij 'stadstaat'?
A
Stad met omliggende platteland dat tezamen als een geheel wordt bestuurd
B
Staat met duidelijke grenzen en een overheid die verantwoordelijk is voor bestuur en rechtspraak
C
Stad en omliggend gebied die onderdeel uit maken van een groter geheel (staat)
D
Een stad die op zichzelf als een staat bestuurd wordt, met gekozen vertegenwoordigers

Slide 6 - Quizvraag

Welke verschillen zijn er tussen een stadstaat en een staat?
A
Staat heeft duidelijk afgebakende grenzen
B
Stadstaat is groter in omvang dan een staat
C
Staat heeft een goed functionerende overheid die verantwoordelijk is voor bestuur en rechtspraak
D
Stadstaat heeft culturele eenheid, dat is niet het geval in een staat

Slide 7 - Quizvraag

Wat zou je als Egyptische Farao nodig hebben om heel Egypte effectief te kunnen besturen?

Slide 8 - Open vraag

Jagen en verzamelen;
Nomadisch bestaan, waarbij geen duidelijk leiderschap is. Leven van jagen en verzamelen, waarbij een rolverdeling is tussen man en vrouw.
Landbouw stedelijke samenleving
Samenleving waarbij het grootste deel van de bevolking afhankelijk is van de landbouw en een kleiner deel afhankelijk is van de stad. Er is een duidelijke verdeling in het leiderschap. De verschillen tussen man en vrouw (en onderling) worden groter.

Slide 9 - Tekstslide

De vorst van Egypte
Mensen die werken voor het bestuur
Zorgen voor de veiligheid
"Geld"
Belasting
Het bestuur van een land (Farao + ambtenaren) = regering
De staat: Egypte

Slide 10 - Tekstslide

slaven
Handelaren
Soldaten
Farao
Ambtenaren
Schrijvers
Ambachtslieden
Arbeiders

Slide 11 - Sleepvraag

De goddelijke Farao
  • De Farao is een directe afstammeling van de goden (zoon van Osiris en Isis de eerste farao's) - de levende Horus

  • Wordt dus ook vereerd als een god (Piramide etc.)

  • De Farao is de koning van Egypte (koninkrijk) - eigenaar van al het land.

  • Het volk (zijn onderdanen) mogen gebruik maken van de grond als zij belasting betalen (graan). Of werken voor de Farao (bouwen piramide etc.)

  • Ambtenaren zorgen op lokaal niveau dat alles goed aangestuurd wordt.



Slide 12 - Tekstslide

Kan de Farao een vrouw zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

1

Slide 14 - Video

04:17
Welk motief geeft het filmpje voor de poging tot het verwijderen van farao Hatshepsut en waarom zou dit voor Egyptenaren belangrijk zijn?

Slide 15 - Open vraag

Macht van Farao
Legitimiteit: (waar ontleent iemand zijn macht aan?)

  1. Ambtenarij en leger: een (goed) bestuur en een leger om zowel buitenlandse als binnenlandse gevaren te onderdrukken.
  2. Belastingsysteem: Leger en bestuur te financieren en de bouw tempels, etc.
  3. Goddelijk legitimiteit: De farao was een directe afstammeling van de god Osiris
  4. Propaganda: Meeste Egyptenaren zouden de Farao nooit zien, maar kunnen zijn daden af lezen aan tekeningen, geschriften en grote standbeelden.

Muurschildering uit het graf van priester Nakht

Slide 16 - Tekstslide

Over het leven van de gewone Egyptenaar is weinig bekend, van de Farao's weten wij een heleboel. Waar vinden wij deze informatie vooral?
A
Papyrusrollen die bewaart zijn gebleven
B
Dit ontleden wij aan de hand van de standbeelden die we vinden
C
De graftombes geven hier een compleet beeld van
D
Kleitabletten die zijn overgebleven

Slide 17 - Quizvraag

Is deze informatie betrouwbaar?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

(karakterschrift: tekens / Syllabisch schrift: klank)

Hiërogliefen:
  • Religieuze zaken
  • Grote daden (Farao's)
  • Graf inscripties (beschrijvingen)

Slide 19 - Tekstslide

De pas overleden persoon wordt beproeft: het dodenoordeel
De god Anubis begeleid de overledenen door het land van de dood
De god Ammut eet het hart van de overledene op als hij zondig is geweest
De god Thoth (schrijvers- en wijsheidsgod)
De zonden van de overledene worden gewogen tegenover de struisvogelveer - 'veer van gerechtigdheid' (Ma'at)
De overledene wordt voorgeleid door Horus (hemelgod)
Osiris god van het hiernamaals spreekt het uiteindelijke lot van de uit.
24* rechters nemen de biecht af.
Het dodenboek van Hoenefer; rentmeester onder Sethi I

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Huiswerk
Lezen bladzijde: 22-24

maken opdracht: 5, 6, 7 (9)

Slide 22 - Tekstslide