1.2 De mens in het landschap Havo 4

§1.2 De mens in het landschap
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§1.2 De mens in het landschap

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma

  • Lesdoelen
  • Bordtekening
  • Regiem
  • Aan de slag
  • Einde

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen (deelvragen)
3. Wat zijn kenmerken van een dwarsprofiel van een rivier in Nederland?
4. Hoe heeft het menselijk handelen invloed op het regiem van een rivier?
5. Hoe heeft het menselijk handelen invloed op water in het landschap en
     op waterkwaliteit?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwarsprofiel van een rivier 
Dwarsprofiel
Dwarsdoorsnede van een riviergeul of beek op een bepaald punt, die de waterbreedte en de verschillen in waterdiepte laat zien

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1 met filmpje
lees even de opdracht. We kijken samen het filmpje

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3 met filmpje
lees even de opdracht. We kijken samen het filmpje

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werken kribben?
A
Stroomsnelheid rivier wordt hoger, rivier in het midden dieper door uitschurende werking.
B
Stroomsnelheid rivier wordt lager, rivier in het midden dieper door uitschurende werking.
C
Stroomsnelheid rivier wordt lager, rivier in het midden ondieper door sedimenterende werking.
D
Stroomsnelheid rivier wordt lager, rivier in het midden dieper door sedimenterende werking.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

zonder ingrijpen van de mens
Met ingrijpen van de mens

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uiterwaard
krib
winterbed
winterdijk
zomerdijk
zomerbed

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dwarsdoorsnede rivier/ werkblad

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verstening en piekafvoer/regiem
Verstedelijking        via riolering           gelijk naar de rivier

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontbossing en piekafvoer/regiem
paraplufunctie         wortelstelsel        wegspoelen bodem

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regiem: invloed van menselijk handelen
Wat voor probleem heeft de rivier hier?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kanalisatie en piekafvoer/regiem
kanalisatie                 geen extra ruimte   snel hoogwater

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertragingstijd

Hoe lang het duurt dat water in de rivier komt.


Regenval 

Water in de rivier.

Invloed op de piekafvoer.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regiem
Regiem van rivieren onregelmatiger door:
  1. Meer bebouwing
    Door verstening stroomt water niet meer in de grond, maar direct naar de rivier
  2. Ontbossing
    - Vegetatie vertraagt waterafvoer door sponswerking: water wordt tijdelijk opgeslagen in bodem
    - Geen vegetatie zorgt ervoor dat water direct afstroomt naar rivier

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regiem
Regiem van rivieren onregelmatiger door:
3. Kanalisatie van de rivier
Rechttrekken van rivieren, stuwen, sluizen en aanleggen van dijken: stroomstelsel van rivier wordt verkleind

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neem over
Wat is de relatie tussen vertragingstijd, verstening en piekafvoer? 
Formuleer je antwoord: Door............. zal de ................ afnemen waardoor de ................. groter wordt (en je waarschijnlijk overstromingen en gedoe enzo krijgt). 

Slide 26 - Tekstslide

Door de verstening zal de vertragingstijd afnemen, waardoor de piekafvoer groter wordt
Begrippen:
-debiet
-regiem
Maas=regenrivier
Rijn=gemengde rivier
Invloed hiervan op regiem?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Deltawerken
De Nederlandse kust is ook door de mens aangepast:
  • duinen, dijken en dammen aangelegd
  • Na 1953: Deltawerken
Waterkering: een structuur die water tegenhoudt

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk probleem zien we hier?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bodemdaling

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bodemdaling
Noord- en West-Nederland dalen. Dit komt door de bodem:
  • Veen en Zeeklei bevatten van nature veel water
  • Doordat de mens deze gronden wil gebruiken, wordt het ontwatert --> verlaging van de grondwaterstand
  • Daardoor komen de bodemdeeltjes dichterbij elkaar te liggen en zakt de bodem.
  • Daarnaast droogt veen uit

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwatering van aangelegde  polders in Nederland

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bodem daalt inklinking (1)
Grondwaterstand daalt
Veen komt droog te staan
Veengrond klinkt in

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inklinken
  • Bodemwater wegpompen en grond wordt stevig(er)
  • Water helemaal weg? Grond heeft ruimte om te zakken (inklinken)
Zie het als een spons die vol met water of leeg is
  • Veenpolders klinken het snelst in omdat daar het meeste water wordt weggepompt

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bodem zakt door gaswinning
Gas neemt ruimte in. Als je het eruit haalt dan zakt de bodem in (en geeft soms aardbevingen)

Slide 38 - Tekstslide

Gas neemt ruimte in. Als je het eruit haalt dan zakt de bodem in (en geeft soms aardbevingen)

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verzilting
Verzilting = Toename van het zoutgehalte van de bodem en/of van het grond- of oppervlaktewater.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verzilting = de toename van het zoutgehalte in de bodem.
A: Zout zeewater
B: Zout kwelwater, komt in het achterland omhoog
C: Zachte sedimenten, zout water eenvoudig doorheen 
D:  gelukkig drukt het zoete water wat we hebben in West-Nederland,  het zoute water omlaag. Maar we hebben steeds minder zoet water in de zomer. 
 En hoe hoger de druk van dat zoute water, hoe meer verzilting er dus plaatsvindt 
E: Door steeds bemalen van de polders is het zoute water in de ondergrond laatste decennia steeds ondieper komen te zitten 
F: Laaggelegen polders achter de duinen

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Watergebruik en verdroging
Grondwateronttrekking: oppompen van grondwater uit diepere ondergrond

Gevolg: verdroging

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies