Les 3 - Onvoorziene crisiss

Les 3 - BGER2
Onvoorziene (crisis)situatie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsgerichtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 3 - BGER2
Onvoorziene (crisis)situatie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je benoemt de wetgeving rondom werken met mensen.
  • Je legt uit hoe je organisaties in kunt schakelen als bescherming nodig is wanneer er sprake is van onveiligheid.
  • Je bent bekend met procedures, protocollen van de organisatie ten aanzien van crisissituaties en calamiteiten.

Slide 2 - Tekstslide

Kan een organisatie er achter komen of iemand een strafbaar feit heeft gepleegd?

Slide 3 - Open vraag

Verklaring Omtrent Gedrag (VOG)
Wetten en regels in de maatschappelijke zorg hebben te maken met het beschermen van cliënten tegen
ongewenste situaties en het bieden van een veilige omgeving.

 Zo hebben medewerkers een Verklaring Omtrent Gedrag nodig waaruit blijkt dat ze geen strafbare feiten hebben gepleegd.

Slide 4 - Tekstslide

Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)
Justis hanteer twee soorten screeningsprofielen: een algemeen profiel en een specifiek profiel.  Professionals in de maatschappelijke zorg vallen binnen het screeningsprofiel ‘Gezondheidszorg en welzijn van mens en dier’. Met dit screeningsprofiel onderzoekt Justis onder andere of de professional een strafblad heeft voor:

  • geweldpleging
  • zedenvergrijp
  • stelen van medische hulpmiddelen
  • stelen van medicijnen
  • andere vormen van diefstal
  • wijzigen of openbaar maken van vertrouwelijke gegevens.

Slide 5 - Tekstslide

VOG niet waterdicht
Een VOG voorkomt dat de werkgever de zorg en begeleiding in handen geeft van mensen die een risico vormen voor de veiligheid van cliënten. 

Maar een VOG is niet waterdicht. Het is een momentopname van de datum waarop iemand de VOG aanvraagt.

Slide 6 - Tekstslide

VOG niet waterdicht
Als iemand een paar maanden na het verstrekken van een VOG alsnog een strafblad krijgt, weet niemand dat. 

Of iemand kan 25 inbraken gepleegd hebben, maar nooit betrapt zijn. En iemand kan regelmatig pleger zijn van geweld tegen partner of kinderen. Als dan geen aangifte wordt gedaan, en dat gebeurt regelmatig, krijgt iemand geen strafblad.

Slide 7 - Tekstslide

Periodieke VOG

Om het risico nog meer te verkleinen kan een werkgever periodiek om een nieuwe VOG vragen. Bijvoorbeeld een keer per jaar of per twee jaar.

Bij de kinderopvang is er een continue screening. Justis beschikt over een personenregister van iedereen die in de kinderopvang werkt. Een (nieuw) strafblad wordt dan meteen automatisch gesignaleerd.

Slide 8 - Tekstslide

Naast VOG -> andere wetten
Sinds 2020 gelden er twee nieuwe wetten die samen naast psychiatrie ook gericht zijn op psychogeriatrie en mensen met een verstandelijke beperking:
  • Wet zorg en dwang
  • Wet verplichte ggz.


Slide 9 - Tekstslide

Wet zorg en dwang (Wzd) 
De Wet zorg en dwang (Wzd) regelt de rechten van een cliënt – en daarmee de verplichtingen van professionals – als onvrijwillige zorg voor mensen met een verstandelijke beperking of psychogeriatrische aandoening noodzakelijk is. Onvrijwillige zorg is zowel in een instelling, woongroep of thuissituatie mogelijk. Voorbeelden van onvrijwillige zorg zijn:

  • onvrijwillige opname
  • toedienen van medicatie, voeding en vocht
  • toezicht (inclusief domotica zoals camera en microfoon)
  • beperken bewegingsvrijheid
  • beperken bezoek
  • controle op kleding en kamer op aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen
  • opsluiting.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is onvrijwillige zorg?
Onvrijwillige zorg is alle noodzakelijke zorg waar de cliënt en zijn wettelijk vertegenwoordiger niet mee akkoord gaan. 
 
Ook als de wettelijk vertegenwoordiger wel akkoord gaat, maar de cliënt niet, is sprake van onvrijwillige zorg.  Soms gaat een cliënt niet akkoord omdat hij vanwege een beperking niet goed kan inschatten wat de gevolgen van een keuze zijn. 

Het uitgangspunt is dat een cliënt altijd vrijwillig een keuze maakt. 
Een professional moet een cliënt daarom altijd eerst helpen om een vrijwillige keuze te maken. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Een cliënt volgen met gps is een vorm van vrijheidsbeperking en valt onder de WZD.

Slide 13 - Open vraag

Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) 
De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) regelt dat mensen die door een ernstige psychische aandoening een gevaar voor zichzelf of de omgeving vormen verplichte zorg krijgen. Onder verplichte zorg vallen dezelfde vrijheidsbeperkende maatregelen zoals die gelden bij de Wzd. Verplichte zorg kan in een instelling, bij kleinschalig wonen of in de thuissituatie plaatsvinden. 

Alleen als het niet veilig is voor de cliënt of zijn omgeving, kan verplichte opname een betere oplossing zijn. De wet geeft de cliënt en zijn naasten ook meer inspraak in de verplichte behandeling. Deze wet is niet van toepassing op mensen met een verstandelijke beperking en dementie. Daarvoor geldt de Wet zorg en dwang.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Voorwaarden
Er gelden een aantal voorwaarden voor toepassing van de Wvggz:
  • Er moet sprake zijn van een ernstig risico op schade voor cliënt of omgeving, veroorzaakt door een psychiatrische aandoening.
  • Er is geen enkele andere mogelijkheid om het gevaar weg te nemen.
  • De verplichte zorg moet voor zover mogelijk effectief zijn, resultaat opleveren.
  • Verplichte zorg moet in verhouding staan tot het risico van gevaar voor de cliënt of omgeving.
  • Toepassen van verplichte ggz kan op twee manieren bepaald worden:
  • door een rechter via een zogenoemde zorgmachtiging
  • door een burgemeester in crisissituaties met acuut gevaar voor cliënt of omgeving.


Slide 16 - Tekstslide

Toepassen van verplichte ggz kan op twee manieren bepaald worden:
  • door een rechter via een zogenoemde zorgmachtiging
  • door een burgemeester in crisissituaties met acuut gevaar voor cliënt of omgeving.

Slide 17 - Tekstslide

Maatregelen
Naast Wzd en Wvggz zijn er nog andere maatregelen die iemands vrijheid beperken.
  • ondertoezichtstelling
  • wilsonbekwaamheid
  • handelingsonbekwaamheid

Slide 18 - Tekstslide

Ondertoezichtstelling (ots)

Normaal blijft het kind bij een ots thuis wonen. Maar als de situatie ondanks een gezinsvoogd niet verbetert, kan die de kinderrechter om een (tijdelijke) uithuisplaatsing vragen. Dan gaat het kind naar een pleeggezin of naar een instelling.


Slide 19 - Tekstslide

OTS
De ots is een rechterlijke maatregel en wordt bepaald door een kinderrechter na een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. De rechter spreekt een ots uit voor maximaal twaalf maanden, zo nodig te verlengen met opnieuw twaalf maanden.

In acute gevallen kan de rechter een voorlopite ots uitspreken.

Slide 20 - Tekstslide

Handelingsbekwaam
Volgens de wet is iedereen van achttien jaar en ouder handelingsbekwaam. 


Persoonlijke belangen: eigen keuzes maken op het gebied van wonen, werken, relaties, sociale contacten, gezondheid en welbevinden
zakelijke belangen: financiën beheren, overeenkomsten sluiten of opzeggen (huur, verzekeringen, arbeid, telefoonabonnement, trouwen, echtscheiding enzovoort).

Slide 21 - Tekstslide

Bepalen handelingsonbekwaamheid

Mensen met dementie, verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen zijn vaak niet in staat om hun eigen persoonlijke en zakelijke belangen te behartigen.
 Bij curatele is een wettelijk vertegenwoordiger nodig die namens de cliënt mag handelen en beslissen. 


Slide 22 - Tekstslide

Wettelijk vertegenwoordiger aanstellen
Ondercuratelestelling is een procedure bij de rechter.
Een rechter moet bij handelingsonbekwaamheid een wettelijk vertegenwoordiger benoemen. 
Daarvoor zijn drie mogelijkheden:
  • curator: behartigt persoonlijke en zakelijke belangen
  • bewindvoerder: behartigt alleen de zakelijke en financiële belangen
  • mentor: behartigt alleen persoonlijke belangen.

Slide 23 - Tekstslide

Wilsonbekwaamheid 
Of de rechter een curator, bewindvoerder of mentor benoemt, hangt er vanaf wat iemand nog zelf kan. Een cliënt of naastbetrokkene kan zelf aan een kantonrechtbank vragen een wettelijk vertegenwoordiger te benoemen. Ze kunnen ook een voorstel doen wie dat kan zijn. 

Dat mag ook een ouder of ander familielid zijn. Een rechter vraagt doorgaans ook een verklaring van een deskundige waaruit blijkt op welke gebieden iemand handelingsonbekwaam is.

Slide 24 - Tekstslide

Wilsonbekwaamheid en leeftijd

Kinderen tot achttien jaar zijn volgens de wet handelingsonbekwaam. De ouders zijn dan de wettelijke vertegenwoordigers van het kind. 

Dat is anders bij wilsbekwaamheid als het gaat om gezondheidskwesties. Hierbij zijn kinderen tot twaalf jaar wilsonbekwaam en beslissen de ouders. Maar van twaalf tot zestien jaar wordt de zeggenschap van kinderen steeds zwaarwegender. Hun stem moet door de behandelaar altijd gehoord worden. Vanaf zestien jaar zijn kinderen wilsbekwaam en hebben ze volledige zeggenschap over hun eigen gezondheid. Ouders hoeven dan geen toestemming meer te geven.

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag!
a. Boom boek Professional MZ thema 6.2. & de PPT ‘Wetgeving’. Lees beide bronnen goed door.

b. Maak de verwerkingsopdracht 4 van thema 6

c. Bestudeer uit het boek Professional MZ thema 8.1./8.3. & 8.4.

d. Welke procedures, wettelijke richtlijnen en protocollen van de organisatie waar je stageloopt ten aanzien van crisissituaties en calamiteiten zijn er?
Waar zijn ze te vinden? Maak hiervan een overzicht (stap 3 eindopdracht).
Overleg dit met je begeleider en de docent

Slide 26 - Tekstslide